<Resultaat 1174 van 2074

>

p1
Monsieur et très honoré Confrère,

Si je ne vous ai pas remercié plus tôt de l'obligeance que vous avez eue de traduire le petit poème, dont je vous avais envoyé une copie assez défectueuse, l'original était peu lisible, c'est que j'étais à Bruxelles. J'y ai passé une semaine travaillant aux Archives du royaume et à lap2Bibliothèque Royale à la biographie de Mgr Pintaflour, qui, enfant de notre pays, occupa le[1] siège de Tournai à la fin du XVIe siècle.[2]

Je regrette, et tous nos confrères regretteront avec moi, de ne point vous voir demain à Hazebrouck. J'aurai soin de vous adresser un compte-rendu de la séance, qui vous mettra au courant des travaux, dont il sera donné lecture. La séance s'annonce comme devant être particulièrement intéressante: M.r. de Coussemaker, à qui j'ai fait part de votre état de souffrancep3et qui se joint à moi pour vous souhaiter un prompt et entier rétablissement, doit nous lire la préface d'une étude historique et linguistique de la Keure d'Hazebrouck de 1336.[3] Mgr Dehaisnes dira: ce qu'a été, ce qu'est aujourd'hui et surtout ce que doit être, au point de vue[4] des études historiques, notre Comité flamand.

Fidèle à la consigne, que vous me donnez, je ne dira mot de la candidature de notre cher président; si cette désignation était confirmée par votre docte etp4éminente assemblée, ce serait un honneur qui rejaillirait en partie sur notre chère société et dont tous ses membres seraient particulièrement fiers.

Merci de nouveau, cher et honoré confrère, de la traduction[5] que vous avez bien voulu faire; mais je tiens trop à ce que l'original, la petite poèsie flamande pleine de charme et de naïveté[6] nous soit lue par vous pour que je ne la réserve pas pour la prochaine réunion, où nous aurons l'honneur et le plaisir de vous voir et de vous entendre

E. Cortyl
*p1

Prière de demander à l'occasion à Mr Jean Van Ruymbeke sa cotisation 2 années à 7.50 toujours en souffrance.

Noten

[1] Cortyl schrijft de woorden “occupa le” aan elkaar en voegt in de brieftekst een / tussen de twee woorden toe om een spatie weer te geven.
[2] Enkele jaren later publiceerde E. Cortyl Un évêque du XVIe siècle : Pierre Pintaflour, évêque de Tournai de 1575 à 1580, Lille: Bergès, 1893.
[3] Ignace De Coussemaker werkte sinds augustus 1888 samen met Edward Gailliard aan de uitgave van de Middelnederlandse Keure van Hazebroek (1336). De Coussemaker bracht hierover verslag uit op de vergadering van 21 november 1888 van het Comité Flamand de France. De Coussemaker stierf echter op 14 januari 1890. De familie en het Comité beslisten dat Gailliard de uitgave mocht verderzetten.

(Lori Van Biervliet, Negentiende-eeuwse Vlaamse contacten over de Frans-Belgische staatsgrens heen, in: Verslagen en Mededelingen van de KANTL, 128 (2018), 1, p.75-79.)

[4] Cortyl schrijft de woorden ”de vue” aan elkaar en voegt in de brieftekst een / tussen de twee woorden toe om een spatie weer te geven.
[5] Gedicht van François Craye over een wonderbaarlijk beeld dat Gezelle zou vertaald hebben. Zie: Brief van Eugeen Cortyl aan Guido Gezelle, Bailleul xx/10/1888.
[6] Cortyl schrijft de woorden ”de naïveté” aan elkaar en voegt in de brieftekst een / tussen de twee woorden toe om een spatie weer te geven.

Register

Correspondenten

NaamCortyl, Eugeen
Datums° 11/04/1846 - ✝ Hazebrouck, 13/08/1935
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioEugeen Cortyl studeerde rechten aan de universiteit van Parijs en werd doctor in de rechten in 1869. Hij werd in 1879 lid van het Comité Flamand de France. In 1876 was hij schatbewaarder, in 1890 secretaris en in 1900 ondervoorzitter van dit genootschap. Hij was advocaat en behoorde tot de conservatieve burgerij. Van 1919 tot 1935 was hij buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de KANTL; comité Flamand de France
BronnenChristine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamCortyl, Eugeen
Datums° 11/04/1846 - ✝ Hazebrouck, 13/08/1935
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioEugeen Cortyl studeerde rechten aan de universiteit van Parijs en werd doctor in de rechten in 1869. Hij werd in 1879 lid van het Comité Flamand de France. In 1876 was hij schatbewaarder, in 1890 secretaris en in 1900 ondervoorzitter van dit genootschap. Hij was advocaat en behoorde tot de conservatieve burgerij. Van 1919 tot 1935 was hij buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de KANTL; comité Flamand de France
BronnenChristine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBailleul

Naam - persoon

NaamBonvarlet, Alexandre
Datums° Dunkerque, 23/09/1826 - ✝ Coudekerque-Branche, 02/10/1899
GeslachtMannelijk
Beroephandelaar; consul; historicus; auteur
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioAlexandre Bonvarlet was getrouwd met Constance Du Rin (1829-1863). Hij was een Frans-Vlaams handelaar en regionalist. Hij werd op 10/01/1855 lid van het Comité Flamand de France, waarvan hij na een tijdje hulpsecretaris en schatbewaarder was, en ten slotte president van 1876 tot 1899. Hij was een historicus met een grote belangstelling voor oude boeken, etsen en schilderijen en publiceerde erover in "Les Annales et Bulletins van het Comité". Hij werd in 1866 ook benoemd tot consul van Denemarken. Hij was lid van wetenschappelijke genootschappen in Frankrijk en België, buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde van 29/12/1890 tot 02/10/1899. Hij werd ook benoemd tot ridder in de Sint-Gregoriusorde.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; comité Flamand de France
Bronnen https://gw.geneanet.org/xmaquet?lang=en&n=bonvarlet&oc=0&p=alexandre; Christine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981
NaamCortyl, Eugeen
Datums° 11/04/1846 - ✝ Hazebrouck, 13/08/1935
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioEugeen Cortyl studeerde rechten aan de universiteit van Parijs en werd doctor in de rechten in 1869. Hij werd in 1879 lid van het Comité Flamand de France. In 1876 was hij schatbewaarder, in 1890 secretaris en in 1900 ondervoorzitter van dit genootschap. Hij was advocaat en behoorde tot de conservatieve burgerij. Van 1919 tot 1935 was hij buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de KANTL; comité Flamand de France
BronnenChristine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981
NaamDe Coussemaker, Ignace; De Coussemaeker
Datums° Bailleul, 17/03/1842 - ✝ Bailleul, 15/01/1890
GeslachtMannelijk
Beroepschepen; auteur
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioIgnace De Coussemaker was de zoon van Edmond De Coussemaeker, eerste president van het Comité Flamand de France. Zelf werd hij in 1862 lid en na de dood van zijn vader werd hij een van de twee vicepresidenten van genoemd comité. Hij behoorde tot de Frans-Vlaamse vriendenkring van Guido Gezelle. Hij was schepen in Bailleul (Belle), had een uitgesproken historische interesse, en steunde volop de regionale beweging. Hij publiceerde vele studies over de regionale geschiedenis van Belle (Bailleul) en omstreken. Hij was lid van de Commission historique du Nord en de Société d'émulation de Bruges. Op aansturen van Gezelle werd hij op 16 november 1887 verkozen tot buitenlands corresponderend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (KB van 13/12/1887). Gezelle schreef een zeer uitvoerig In Memoriam bij zijn overlijden in 1890 (Jaarboek van de K.V.A. voor Taal- en Letterkunde, 5 (1891), p.127-148). Een restant van zijn bibliotheek berust in de bibliotheek van de abdij van Zevenkerken te Brugge.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele, Comité Flamand de France; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
BronnenWilly, Muylaert, Frans-Vlaanderen. In: Reizen in den Geest, 1999; Christine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981
NaamVan Ruymbeke, Jan; Van Ruymbeke, Jean
Datums° Kortrijk, 26/03/1846 - ✝ Oedelem, 27/07/1924
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; historicus; archeoloog; burgemeester
BioJean van Ruymbeke behoorde tot een vooraanstaande familie te Kortrijk. Hij trouwde in 1893 met Henriette van Hoobrouck de Mooreghem (Ename 1861 - Oedelem 1935). Het echtpaar vestigde zich in het kasteel de Wapenaer in Oedelem. Van Ruymbeke was een echt bibliofiel, auteur, historicus en archeoloog. Hij was mede-oprichter en conservator van het archeologisch museum van Kortrijk. Hij was burgemeester van Oedelem van 1897 tot 1907.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamDehaisnes, Chrétien
Datums° Estaires, 29/11/1825 - ✝ Lille, 02/03/1897
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; archivaris; kunsthistoricus
VerblijfplaatsFrankrijk
BioChrétien Dehaisnes was een Franse geestelijke, leraar, archivaris en kunsthistoricus. Hij werd tot priester gewijd in 1853, het jaar waarin hij leraar retorica en geschiedenis werd aan het Sint-Janscollege in Douai, waarvan hij een van de grondleggers was. Hij was stadsarchivaris en adjunct-bibliothecaris te Douai (1863-1871) en archivaris van het département du Nord (1871-1882). Deze functie verliet hij om medestichter te worden van de katholieke universiteit Rijsel, waarvan hij in 1882 secretaris-generaal, in 1884 vicerector, en in 1886 ere-vicerector werd. Dehaisnes publiceerde talrijke werken, vooral over de geschiedenis van de kunst in Vlaanderen en Henegouwen en over de Vlaamse schilders van de 14de en 15de eeuw. Hij was de grote specialist inzake het oeuvre van de Vlaamse kunstschilder Jehan Bellegambe (Douai, ca. 1470-ca. 1535). Hij was prelaat van Paus Leo XIII en (bestuurs-)lid van verschillende lokale en nationale geschiedkundige verenigingen en geassocieerd lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België
Relatie tot GezelleComité Flamand de France
Bronnen https://www.inha.fr/fr/ressources/publications/publications-numeriques/dictionnaire-critique-des-historiens-de-l-art/dehaisnes-chretien.html
NaamPintaflour, Pierre
Datums° Strazeele, 1502 - ✝ Doornik, 10/04/1580
GeslachtMannelijk
Beroepdocent; bisschop
BioPierre Pintaflour studeerde aan de universiteit van Leuven, waar hij ook enige tijd rechten doceerde. In 1555-1556 werd hij tot priester gewijd. Van 1575 tot aan zijn dood in 1580 was hij bisschop van Doornik. Tijdens zijn episcopaat woedde de godsdienstoorlogen volop in zijn bisdom. Hij zette zich in om de besluiten van het Concilie van Trente uit te voeren. Hij vond het belangrijk te beschikken over degelijke priesters en ondernam actie op dit vlak.
Links[wikipedia]
Bronnen https://www.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFBiographieNationaleTome2059.pdf

Naam - plaats

NaamBailleul
NaamBrussel
GemeenteBrussel
NaamHazebroek (Hazebrouck)
NaamDoornik

Naam - instituut/vereniging

NaamComité Flamand de France
BeschrijvingHet Comité Flamand de France werd opgericht op 10 april 1853 door de jurist Edmond de Coussemaker, eerste voorzitter, en vijf andere leden van de "Société dunkerquoise pour l'encouragement des sciences, des lettres et des arts". Het is een academische vereniging met als doel de studie en de verspreiding van de Vlaamse cultuur in Frans-Vlaanderen. De vereniging is nog altijd actief. Zij geeft een jaarboek, "Annales du Comité Flamand de France", voor het brede publiek uit, en een "Bulletin du Comité Flamand de France" voor de leden. Het Comité is gevestigd in Hazebrouck. Het kende een grote bloei, en kreeg ook buitenlandse aandacht van figuren zoals Jakob Grimm, Hendrik Conscience, Prudens Vanduyse, enz. Ook Guido Gezelle werd lid in 1886 en erelid in 1891. Hoewel het Comité het Vlaamse culturele erfgoed bestudeert en verzamelt kent het geen afkeer tegenover de Franse Republiek en hield het zich anderzijds afzijdig van het Vlaamse nationalisme.
Datering10/04/1853-
NaamDe Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde
BeschrijvingDit wetenschappelijk genootschap bestudeert en stimuleert de Nederlandse taal- en literatuur. Na een lange voorgeschiedenis werd het opgericht bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1886 als Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. De activiteiten omvatten onder meer maandelijkse bijeenkomsten met wetenschappelijke en letterkundige besprekingen, prijsvragen en publicaties. Guido Gezelle was één van de stichtende leden. Dit was een belangrijke erkenning van zijn werk. Hij was betrokken bij verschillende prijsvragen en schonk ook een deel van zijn boeken aan de academie.
Datering1886-heden
Links[wikipedia]
NaamKoninklijke Bibliotheek van België (KBR)
BeschrijvingDe Koninklijke Bibliotheek van België (sinds 2019: KBR) is de nationale wetenschappelijke bibliotheek van België. Ze verwerft en beheert publicaties die in België verschijnen en publicaties van Belgische auteurs die in het buitenland verschijnen. De Librije van de Bourgondische hertogen vormt de oudste kern van de verzameling. De collectie omvat boeken, handschriften, oude drukken, kaarten, munten, tijdschriften, prenten, muziek...
Datering1837-heden
Links[wikipedia]
NaamAlgemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën
BeschrijvingHet Rijksarchief verwerft en bewaart archieven van minstens 30 jaar oud van rechtbanken, openbare besturen en notarissen, maar ook van privé-organisaties en particulieren die een belangrijke rol hebben gespeeld in het maatschappelijk leven. De structuur is ontstaan tijdens de Franse tijd, toen archieven van afgeschafte instellingen en administraties in provinciehoofdplaatsen gecentraliseerd werden.
Datering1831-heden
Links[odis], [wikipedia]

Titel - gedicht van Guido Gezelle

Titelonbekend

Titel - ander werk

TitelDe Keure van Hazebroek van 1336 met aantekeningen en glossarium
AuteurGailliard, Edward
Datum1894-1905
PlaatsGent
UitgeverSiffer

Titel19/11/1888, Bailleul, Eugeen Cortyl aan [Guido Gezelle]
EditeurInge Geysen; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderCortyl, Eugeen
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum19/11/1888
VerzendingsplaatsBailleul
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Gepubliceerd inDe brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899) / door Christine Decoo. - Gent : onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1984, dl.1, p.39-40
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 179x112
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven; zijde 1 in 2 richtingen beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden rouwpapier
watermerk: Treasury
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6072
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12359
Inhoud
IncipitSi je ne vous ai pas remercié plus
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.