<Resultaat 1302 van 2307

>

p1
Geachte Heer,

Eenige leden hebben mij eene candidatuur ter vervanging van den Heer Dodd in de Koninklijke Vlaamsche Academie aangeboden en ik heb gemeend dezelve te moeten aannemen. Ik hoop dat ik op uwe welwillende ondersteuning zal mogen rekenen.

Met alle hoogachting,
A. Prayon-Van Zuylen

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamPrayon van Zuylen, Alfons Marie Napoleon; Terlaenen, Alfred; Hieckx Az., A.
Datums° Gent, 19/11/1848 - ✝ Twickenham, 16/11/1916
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat; journalist
VerblijfplaatsEngeland
BioAlfons Prayon van Zuylen volgde zijn middelbaar onderwijs aan het Gentse atheneum en studeerde rechten aan de universiteit van Gent. Hij werd in 1873 advocaat en was wisselend in Gent en Elsene gevestigd. Op 12 september 1874 trouwde hij met barones Helena van Zuylen van Nyevelt. In 1905 vestigde hij zich in Engeland. Hij was medestichter, redacteur en medewerker van het tijdschrift het Nederlandsch Museum. Hij werkte ook mee aan tal van andere tijdschriften zoals De Gentsche Studenten-Almanakken, Vox Studiosorum, Het Studentenweekblad, De Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle, De Leeswijzer, het Volksbelang, De Zweep, De Flamingant e.a. Ondanks zijn Franstalige opvoeding, had hij toch veel interesse voor het Vlaams. Hij publiceerde over het pangermanisme en kwam in ruzie met Willem De Vreese. Daarnaast schreef hij ook novellen. Als lid van de Koninklijke Vlaamse Academie publiceerde hij een lijvig boek: Korte staatkundige geschiedenis van het Iersche volk (Gent: A. Siffer 1902)
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; corresponderend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Prayon-van_Zuylen,_Alfons_M.N.

Briefschrijver

NaamPrayon van Zuylen, Alfons Marie Napoleon; Terlaenen, Alfred; Hieckx Az., A.
Datums° Gent, 19/11/1848 - ✝ Twickenham, 16/11/1916
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat; journalist
VerblijfplaatsEngeland
BioAlfons Prayon van Zuylen volgde zijn middelbaar onderwijs aan het Gentse atheneum en studeerde rechten aan de universiteit van Gent. Hij werd in 1873 advocaat en was wisselend in Gent en Elsene gevestigd. Op 12 september 1874 trouwde hij met barones Helena van Zuylen van Nyevelt. In 1905 vestigde hij zich in Engeland. Hij was medestichter, redacteur en medewerker van het tijdschrift het Nederlandsch Museum. Hij werkte ook mee aan tal van andere tijdschriften zoals De Gentsche Studenten-Almanakken, Vox Studiosorum, Het Studentenweekblad, De Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle, De Leeswijzer, het Volksbelang, De Zweep, De Flamingant e.a. Ondanks zijn Franstalige opvoeding, had hij toch veel interesse voor het Vlaams. Hij publiceerde over het pangermanisme en kwam in ruzie met Willem De Vreese. Daarnaast schreef hij ook novellen. Als lid van de Koninklijke Vlaamse Academie publiceerde hij een lijvig boek: Korte staatkundige geschiedenis van het Iersche volk (Gent: A. Siffer 1902)
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; corresponderend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Prayon-van_Zuylen,_Alfons_M.N.

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamChiswick

Naam - persoon

NaamPrayon van Zuylen, Alfons Marie Napoleon; Terlaenen, Alfred; Hieckx Az., A.
Datums° Gent, 19/11/1848 - ✝ Twickenham, 16/11/1916
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat; journalist
VerblijfplaatsEngeland
BioAlfons Prayon van Zuylen volgde zijn middelbaar onderwijs aan het Gentse atheneum en studeerde rechten aan de universiteit van Gent. Hij werd in 1873 advocaat en was wisselend in Gent en Elsene gevestigd. Op 12 september 1874 trouwde hij met barones Helena van Zuylen van Nyevelt. In 1905 vestigde hij zich in Engeland. Hij was medestichter, redacteur en medewerker van het tijdschrift het Nederlandsch Museum. Hij werkte ook mee aan tal van andere tijdschriften zoals De Gentsche Studenten-Almanakken, Vox Studiosorum, Het Studentenweekblad, De Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle, De Leeswijzer, het Volksbelang, De Zweep, De Flamingant e.a. Ondanks zijn Franstalige opvoeding, had hij toch veel interesse voor het Vlaams. Hij publiceerde over het pangermanisme en kwam in ruzie met Willem De Vreese. Daarnaast schreef hij ook novellen. Als lid van de Koninklijke Vlaamse Academie publiceerde hij een lijvig boek: Korte staatkundige geschiedenis van het Iersche volk (Gent: A. Siffer 1902)
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; corresponderend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Prayon-van_Zuylen,_Alfons_M.N.
NaamDodd, Geraard-Jan
Datums° Antwerpen, 06/09/1821 - ✝ Sint-Joost-ten-Node, 08/11/1888
GeslachtMannelijk
Beroeparchivaris; schrijver; dichter; toneelschrijver; journalist; schilder
BioDodd werd geboren in Antwerpen. Hij verbleef van 1835 af enige tijd in een kostschool in Rijsel. Daarna werd hij leerling aan de Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen en lid van de kunstenaarskring waarvan ook Conscience en De Laet deel van uitmaakten. In het voetspoor van De Laet trok hij in 1844 naar Brussel als medewerker aan het dagblad Vlaemsch België. In 1854 volgde hij K.F. Stallaert op als archivaris van de Brusselse godshuizen. Te Brussel maakte Dodd deel uit van zowat alle Vlaamse kringen en genootschappen. Hij schreef gedichten, toneelwerk en kunsthistorische opstellen. Dodd was lid van het Willemsfonds en werd op 16 november 1887 lid van de Vlaamse Academie, maar overleed een jaar later in Sint-Joost-ten-Node op 8 november 1888.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellelid van Koninklijke Vlaamse Academie
Bronnen https://nevb.be/wiki/Dodd,_Geeraard-Jan

Naam - plaats

NaamChiswick

Naam - instituut/vereniging

NaamDe Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde
BeschrijvingDit wetenschappelijk genootschap bestudeert en stimuleert de Nederlandse taal- en literatuur. Na een lange voorgeschiedenis werd het opgericht bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1886 als Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. De activiteiten omvatten onder meer maandelijkse bijeenkomsten met wetenschappelijke en letterkundige besprekingen, prijsvragen en publicaties. Guido Gezelle was één van de stichtende leden. Dit was een belangrijke erkenning van zijn werk. Hij was betrokken bij verschillende prijsvragen en schonk ook een deel van zijn boeken aan de academie.
Datering1886-heden
Links[wikipedia]

Titel21/12/1888, Chiswick, Alfons Marie Napoleon Prayon van Zuylen aan [Guido Gezelle]
EditeurRik Van Gorp; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderPrayon van Zuylen, Alfons Marie Napoleon
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum21/12/1888
VerzendingsplaatsChiswick
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 181x114
wit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden watermerk: Charta Aspera L & S
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6083
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12363
Inhoud
IncipitEenige leden hebben mij eene
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.