God zij geloofd, het gaat beter met u, maar waarom ons dat toch niet wat eerder laten weten, of hebt gij misschien gepeisd dat het beter was ons in de vreeze te laten om dan zooveel te meer van onze gebeden te hebben?
Enwel gij hebt wel gerekend.
Zoo god geeve dat gij voort herstellet.
Met ons ging/het tot hiertoe geheel wel, maar vriend Jan begon gisteren te klagen en bleef van den nuchtend in bedde; waarlijk 't was tijd want nu ligt hij met felle koortsen; toch geen gevaar, peize ik; moeste het eenigszins verslechten, gij zoudet het weldra weten.
Over EH Baes en hebben wij geen nieuws, 't en zij dat het iets beter zijn zou. Moge het waar zijn!
Met Biekorf gaat het geheel wel, God lof.p2p2Wij hebben getracht te voorzien[1] in de dood van onzen vriend met 3 professors van St Lodewijks in het bestier te nemen. De inschrijvingen komen goed toe: omtrent de 50 sedert den 1en No.[2]
No 3[3] is gereed en zal u vandage toekomen hope ik.
Gij zult daar iets vinden over eenen Vlaming De Lanoy[4] dat ons gezonden wierd door VerWatermeulen, die liefhebber die met EH VSpeybrouck mededeed in den prijskamp van Rousselaere. Wij hebben zijne tale veranderd, doch zoo weinig als mogelijk, de menschen en zouden immers niet kunnen gelooven dat hij al met eens, met meêschrijver van Biekorf te worden, zoo wel schrijft als GG.
Believe het u, en doet toch niet al te veel veranderingen: men zal toch gemakkelijk verstaan dat iedereen zijne eigenaardigheden heeft al waren die eigenaardigheden dan ook ware gebreken, als het toch niet al te vele en schilt.
Wij hebben gepeisd dat het beter was een uwer schrijvens onder Mingel-p3p3maren[5] niet te zetten, maar onder de gewone schrijvens met de hoofdinge "Schrijftale" en onderteekend "Biekorf" als het gedacht wedergevende van het Bestier. Wij verhopen dat gij het zult goedkeuren. Doch, 't ware misschien beter dan te schrijven "wij" in plaatse van "ik".
Uw "mège de Cucugnan"[6] heeft eenen ongehoorden bijval gekregen. Dat smaakt naar den trog...
VDMeulebrouck heeft Rake en Vorke[7] gezonden: wij en hebben er niets aan veranderd.
Geene andere bijdragen en hebben wij ontvangen als de deze en die van VWaetermeulen; God betere 't! Brouwer en wilt noch en zal de platen van De Veuster niet geven, zegt hij. Zij moeten eerst van al in het werk over De Veuster verschijnen en dan nog zullen wij moeten 20 cn den vierkanten centim. betalen dat ware voor eene plate zoo groot als deze tegenwoordige Blz, de kleenigheid van 58 fr en 5 centn. God zegene ‘t je!
M. VSpeybrouck heeft Zaterdag gezeid dat hij ging naar de Picpus[8] schrijven.
Misschien ware het wel dat gij ook te peerde spronget. Hier waren wij van zinnen de platen (derp4p4zijn der 4 geloove ik) op een Bijbladje te drukken, gelijk gij eens gedaan hebt voor de Krane[9] dat ging wel gekomen zijn bij onze lezers en van eenen anderen kant hebben wij toch waarlijk plaatse tekort in Biekorf om daarin te drukken.
Het schrijven van EH De Monie zaliger over Pater De Veuster ligt gereed zegt VSpeybrouck. Gij hebt de uitlegginge beloofd over den name. Dat al ware voor no 4[10]
Tot hiertoe blijft het huis van EH De Monie opgesloten, reeds heb ik alles bereid en van zoo de Broeder en Zuster komen, gaan zij mij verwittigen om de boeken en papieren te onderzoeken, ik zal trachten al te krijgen dat ons toekomt of nuttig is; ik peize te spreken over onze overeenkomste nopens den eigendom tijdens Biehalle dat verzeker tellen kan voor Biekorf. Of ik lukken zal, dat is te hopen, maar,… nu ja...
Onze voorraad voor no 4 en is eigentlijk niet overgroot: Ik peize nogmaals iets te geven over Mane[11] of zoo iets en VSpeybrouck het 3e deel van 't leven van St Ewoud[12] Blijft dan de verlaten Kerke[13] die nu in 3 niet en staat om dat Dequidt den steenprente[14] gezonden heeft van dezen en M VSpeyp5p5brouck heeft hem naar Brussel gezonden om te doen in koper steken op de kosten van den Staat, dan zal hij in Biekorf kunnen staan tezamen met het schrijven!!
Ik kome daar zoo even ten 7 ½ van vriend Jans en God lof hij is merkelijk beter: min koorts en veel min zeer in 't hoofd. (Ten 11en nog beter)
Mag ik wel? ... 'k En versta maar moeilijk of niet het begin van het 4° en laatste stroofke op EH De Monie zaliger:
Het onderstreepte ware beter veranderd, peize ik. Ik durve u dat zeggen, wel niet omdat ik dichter ben — och Heere! neen — maar effen omdat ik geen dichter 'en ben en dat gij met mijne onkunde kunt oordeelen over het vatten van andere dutsen gelijk ik, die het toch zullen te lezen krijgen. En peist gij niet dat het beter zijn zou op dat doodkaartje de woorden niet te drukken die ZEH Kan Luysen[15] gemaakt heeft voor het doodsanctje dat ik u gezonden hebbe?
Laat ons ook weten, believe het u, hoe het met u gaat en bijzonderlijk schrijft als gij geheel hersteld zijt