<Resultaat 1296 van 2074

>

p1p1+
Mijn eerw. Heer & Vriend,

God zij geloofd, het gaat beter met u, maar waarom ons dat toch niet wat eerder laten weten, of hebt gij misschien gepeisd dat het beter was ons in de vreeze te laten om dan zooveel te meer van onze gebeden te hebben?

Enwel gij hebt wel gerekend.

Zoo god geeve dat gij voort herstellet.

Met ons ging/het tot hiertoe geheel wel, maar vriend Jan begon gisteren te klagen en bleef van den nuchtend in bedde; waarlijk 't was tijd want nu ligt hij met felle koortsen; toch geen gevaar, peize ik; moeste het eenigszins verslechten, gij zoudet het weldra weten.

Over EH Baes en hebben wij geen nieuws, 't en zij dat het iets beter zijn zou. Moge het waar zijn!

Met Biekorf gaat het geheel wel, God lof.p2p2Wij hebben getracht te voorzien[1] in de dood van onzen vriend met 3 professors van St Lodewijks in het bestier te nemen. De inschrijvingen komen goed toe: omtrent de 50 sedert den 1en No.[2]

No 3[3] is gereed en zal u vandage toekomen hope ik.

Gij zult daar iets vinden over eenen Vlaming De Lanoy[4] dat ons gezonden wierd door VerWatermeulen, die liefhebber die met EH VSpeybrouck mededeed in den prijskamp van Rousselaere. Wij hebben zijne tale veranderd, doch zoo weinig als mogelijk, de menschen en zouden immers niet kunnen gelooven dat hij al met eens, met meêschrijver van Biekorf te worden, zoo wel schrijft als GG.

Believe het u, en doet toch niet al te veel veranderingen: men zal toch gemakkelijk verstaan dat iedereen zijne eigenaardigheden heeft al waren die eigenaardigheden dan ook ware gebreken, als het toch niet al te vele en schilt.

Wij hebben gepeisd dat het beter was een uwer schrijvens onder Mingel-p3p3maren[5] niet te zetten, maar onder de gewone schrijvens met de hoofdinge "Schrijftale" en onderteekend "Biekorf" als het gedacht wedergevende van het Bestier. Wij verhopen dat gij het zult goedkeuren. Doch, 't ware misschien beter dan te schrijven "wij" in plaatse van "ik".

Uw "mège de Cucugnan"[6] heeft eenen ongehoorden bijval gekregen. Dat smaakt naar den trog...

VDMeulebrouck heeft Rake en Vorke[7] gezonden: wij en hebben er niets aan veranderd.

Geene andere bijdragen en hebben wij ontvangen als de deze en die van VWaetermeulen; God betere 't! Brouwer en wilt noch en zal de platen van De Veuster niet geven, zegt hij. Zij moeten eerst van al in het werk over De Veuster verschijnen en dan nog zullen wij moeten 20 cn den vierkanten centim. betalen dat ware voor eene plate zoo groot als deze tegenwoordige Blz, de kleenigheid van 58 fr en 5 centn. God zegene ‘t je!

M. VSpeybrouck heeft Zaterdag gezeid dat hij ging naar de Picpus[8] schrijven.

Misschien ware het wel dat gij ook te peerde spronget. Hier waren wij van zinnen de platen (derp4p4zijn der 4 geloove ik) op een Bijbladje te drukken, gelijk gij eens gedaan hebt voor de Krane[9] dat ging wel gekomen zijn bij onze lezers en van eenen anderen kant hebben wij toch waarlijk plaatse tekort in Biekorf om daarin te drukken.

Het schrijven van EH De Monie zaliger over Pater De Veuster ligt gereed zegt VSpeybrouck. Gij hebt de uitlegginge beloofd over den name. Dat al ware voor no 4[10]

Tot hiertoe blijft het huis van EH De Monie opgesloten, reeds heb ik alles bereid en van zoo de Broeder en Zuster komen, gaan zij mij verwittigen om de boeken en papieren te onderzoeken, ik zal trachten al te krijgen dat ons toekomt of nuttig is; ik peize te spreken over onze overeenkomste nopens den eigendom tijdens Biehalle dat verzeker tellen kan voor Biekorf. Of ik lukken zal, dat is te hopen, maar,… nu ja...

Onze voorraad voor no 4 en is eigentlijk niet overgroot: Ik peize nogmaals iets te geven over Mane[11] of zoo iets en VSpeybrouck het 3e deel van 't leven van St Ewoud[12] Blijft dan de verlaten Kerke[13] die nu in 3 niet en staat om dat Dequidt den steenprente[14] gezonden heeft van dezen en M VSpeyp5p5brouck heeft hem naar Brussel gezonden om te doen in koper steken op de kosten van den Staat, dan zal hij in Biekorf kunnen staan tezamen met het schrijven!!

Ik kome daar zoo even ten 7 ½ van vriend Jans en God lof hij is merkelijk beter: min koorts en veel min zeer in 't hoofd. (Ten 11en nog beter)

Mag ik wel? ... 'k En versta maar moeilijk of niet het begin van het 4° en laatste stroofke op EH De Monie zaliger:

Tot daar zij moed de boodschap, en geen klagen, geen veege droefheid! Immer moed voortaan,…
Het onderstreepte ware beter veranderd, peize ik. Ik durve u dat zeggen, wel niet omdat ik dichter ben — och Heere! neen — maar effen omdat ik geen dichter 'en ben en dat gij met mijne onkunde kunt oordeelen over het vatten van andere dutsen gelijk ik, die het toch zullen te lezen krijgen. En peist gij niet dat het beter zijn zou op dat doodkaartje de woorden niet te drukken die ZEH Kan Luysen[15] gemaakt heeft voor het doodsanctje dat ik u gezonden hebbe?

Groete u eerbiedig en blijve
Uw zeer toegenegen
E Van Robays

Laat ons ook weten, believe het u, hoe het met u gaat en bijzonderlijk schrijft als gij geheel hersteld zijt

Noten

[1] Wegvallen Emiel Demonie in de redactie
[2] Biekorf: 1 (1890) 1
[3] Biekorf: 1 (1890) 3
[4] A. Verwatermeulen, De Valia Capitan. In: Biekorf: 1 (1890) 3, p.42vv
[5] Rubriek in Biekorf
[6] Guido Gezelle, Lou mège de Cucugnan. In: Biekorf: 1 (1890) 2, p.17-21. Gezelles vertaling van een Provençaals verhaal van Roumanille. Lou mège de Cucugnan is een komisch verhaal over een geneesheer in een klein dorp, die geen patiënten heeft.
[7] V.D.M., De Rake en de Vorke. In: Biekorf: 1 (1890) 3, p.42
[8] De Congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria of Congregatio Sacrorum Cordium (ss.cc.) is een congregatie die in sommige landen bekend is onder de naam Picpus, naar de rue de Picpus in Parijs. Pater Damiaan, was een Belgische pater van de Congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria (ook wel 'Picpuspaters' genoemd).
[9] Krane Kraneke Krake. In: Loquela: 3 (1883) 4
[10] De verklaring van de naam De Veuster verscheen niet in nr. 4 maar in nr. 7. Is dit een bewerking van het materiaal van Demonie?: Joseph Deveuster. In: Biekorf: 1 (1890) 7, p.99 -102
[11] In nr. 2 schreef Van Robays: De Roste Mane. In: Biekorf: 1 (1890) 2, p.26. Pas in nr. 9 zal Van Robays opnieuw iets publiceren over de maan: De mane en het weder. In: Biekorf: 1 (1890) 9, p.135.
[12] Enkel deel 1 en 2 zijn verschenen: August Van Speybrouck, Sint Eewouds en nog Sint Eewouds capelle te Sint-Andries bij Brugge. In: Biekorf: 1 (1890) 1, p.11 en 2, p. 23-25
[13] Serafien Dequidt, Verlaten Kerke. In: Biekorf: 1 (1890) 4, p.55-60
[14] Bij het artikel in nr. 4 staat geen prent afgedrukt.
[15] Kanunnik Theodoor Luyssen: foute spelling van Van Robays

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVan Robays, Edward; Van Roobeke, Edward
Datums° Egem, 2 of 3/02/1855 - ✝ Barhamur, 30/05/1906
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; missionaris; pater jezuïet
VerblijfplaatsIndië
BioEdward Van Robays, zoon van Leonardus, timmerman, en Rosalia Fraeye, werd tot priester gewijd te Brugge op 22/05/1880. Hij studeerde pedagogie te Leuven. Hij werd leraar wiskunde aan het Sint-Lodewijkscollege op 04/10/1881. Hij zette zich in voor de vernederlandsing van wiskundige termen en schreef diverse bijdragen hierover in Rond den Heerd. Hij was één van de stichters van het tijdschrift Biekorf. Op 24/09/1892 trad hij toe tot de jezuïeten en hij vertrok op 31/10/1894 naar West-Bengalen.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrrespondent; medewerker Rond den heerd; medestichter van Biekorf
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefschrijver

NaamVan Robays, Edward; Van Roobeke, Edward
Datums° Egem, 2 of 3/02/1855 - ✝ Barhamur, 30/05/1906
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; missionaris; pater jezuïet
VerblijfplaatsIndië
BioEdward Van Robays, zoon van Leonardus, timmerman, en Rosalia Fraeye, werd tot priester gewijd te Brugge op 22/05/1880. Hij studeerde pedagogie te Leuven. Hij werd leraar wiskunde aan het Sint-Lodewijkscollege op 04/10/1881. Hij zette zich in voor de vernederlandsing van wiskundige termen en schreef diverse bijdragen hierover in Rond den Heerd. Hij was één van de stichters van het tijdschrift Biekorf. Op 24/09/1892 trad hij toe tot de jezuïeten en hij vertrok op 31/10/1894 naar West-Bengalen.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrrespondent; medewerker Rond den heerd; medestichter van Biekorf
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamBaes, Pieter Petrus
Datums° Elverdinge, 29/04/1848 - ✝ Izegem, 21/07/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar, schooldirecteur; schoolopziener; auteur
BioPieter Baes was de zoon van Boudewijn Baes, herbergier, en Joanna Ligneel. Hij studeerde aan het Sint-Vincentiuscollege te Ieper en kreeg zijn priesterwijding op 21 december 1872, maar hij was al leraar vanaf september 1872 aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, voor de lessen in koophandel en wiskunde. In november 1873 riep Adolf Duclos Pieter Baes en andere bekenden bijeen om een ‘opstelraad’ voor Rond den Heerd samen te stellen. Baes maakte de stichting mee van de Gilde van Sint-Luitgaarde op 13 februari 1874 en hij bleef tot 1883 secretaris. Op 23 april 1879 kreeg hij een opdracht als docent aan de Staatsnormaalschool voor jongens in Brugge, maar hij werd hetzelfde jaar nog geschorst ingevolge de wet Van Humbeek. Vanaf 17 september 1879 werd hij principaal van het Izegemse Sint-Jozefsgesticht alsook van de vrije lagere school. In 1895 werd hij diocesaan inspecteur. Baes zette zich in voor goede schoolboeken en publicaties voor het onderwijs waaronder "De Taalsleutel of Vlaamsche Spraakregels, Tafelwijze geschikt" en het onderwijskundige tijdschrift "Sint-Canisiusblad".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde
NaamCraeynest, Jan; Craeye
Datums° Oostrozebeke, 01/03/1858 - ✝ Sint-Michiels, 23/04/1929
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; pastoor; auteur
BioJan Craeynest liep lagere school in Oostrozebeke, waarna hij naar het Sint-Jozefscollege in Tielt trok. Hij werd er beïnvloed door de Blauwvoeterie die vanuit Roeselare was overgeslagen. Als poësis-leerling werd Craeynest lid van de in 1875 opgerichte afdeling van het Davidsfonds in Tielt. Vervolgens trok hij naar het kleinseminarie voor één jaar, en in oktober 1878 begon hij aan het grootseminarie in Brugge. In 1881 startte hij aan de universiteit van Leuven, waar hij in twee academiejaren het diploma in de filologische en taalkundige wetenschappen behaalde. In augustus 1882 ontving hij zijn priesterwijding. In september 1883 werd hij retoricaleraar in het Sint-Lodewijkscollege van Brugge. Hij bleef er leraar tot 12 augustus 1892. Ondertussen publiceerde hij in De Vlaamsche Vlagge (onder de schuilnaam ‘Craye’) en in Rond den Heerd. Hij was betrokken bij de oprichting van het tijdschrift Het Belfort (1886) waarin hij taalkundige bijdragen leverde. Ook voor Loquela bezorgde hij uitdrukkingen en woorden. In 1887 was Craeynest medestichter van de Biehalle. Craeynest nam deel aan de eerste literaire prijsvraag van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. De wedstrijd kwam er op 18 februari 1887 en betrof het opstellen van een alfabetische lijst van bastaardwoorden. In de redactie van Biekorf zette hij zich in vanaf het eerste nummer in 1890. Hij bleef een ijverige medewerker en publiceerde er heel wat artikels. Vanaf 1898 hielp Craeynest Gezelle bij de vertaling van Goddelijke Beschouwingen. Eén jaar na de dood van Gezelle werd hij benoemd tot aalmoezenier van de gevangenis in Brugge. Hij werd aangepord om de vertaling van die Meditationes Theologicae af te werken. Hij zette dit werk verder waar Gezelle gestopt was. De vertaling bleef echter onvoltooid. In 1904 werd Craeynest benoemd tot pastoor van de Sint-Michielsparochie in Brugge. Dat jaar publiceerde hij ook Woordkunst van Guido Gezelle. In 1907 verscheen het woordenboek Loquela, alfabetisch geordend door de karmeliet Hyacinthus. Caesar Gezelle hielp hem daarbij. Jan Craeynest werd gevraagd om het ‘voorbericht’ te schrijven waardoor hij ook verder het woordenboek ging samenstellen.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); adressenlijst Cordelia Van De Wiele; medewerker Rond den Heerd en Loquela; medestichter van Biekorf
NaamDemonie, Emiel; skald; Wilfried; Logicus; De Monie
Datums° Roeselare, 28/07/1846 - ✝ Brugge, 03/01/1890
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; hoofdredacteur; auteur
BioEmiel Demonie, zoon van Desiderius Demonie, koopman, en Justina Verhaeghe, was leerling aan het kleinseminarie te Roeselare en hij werd er op 1 oktober 1869 zelf ook leraar. Hij was er lid van Gezelles confraternity. Hij was de neef van Polydoor Demonie. Zijn priesterwijding ontving hij te Brugge op 7 november 1869. In 1874-1875 was hij poësistitularis van Albrecht Rodenbach in de Groote Stooringe. De studenten van Demonie weigerden tijdens een feest van de superior een Frans lied te zingen. Mede hierdoor werd hij ontslagen. Rodenbach schreef voor hem het gedicht De Meester. In Brugge werd hij onderpastoor van de Sint-Gilliskerk (22/08/1879) en godsdienstleraar aan de rijksnormaalschool voor meisjes (29/12/1884). Hij schreef artikels voor Loquela en was één van de medestichters van het tijdschrift Biekorf. In opvolging van Amaat Vyncke was hij een tijdje hoofdredacteur van De Vlaamsche Vlagge en hij schreef er artikels onder de schuilnamen Skald, Logicus en Wilfried. Hij was ook medewerker van de Almanak voor de leerende jeugd van Vlaanderen (1875-1876). Gezelle droeg het gedicht Ach, hoe dikmaals was 't mijn lot niet aan hem op. Bij zijn overlijden in 1890 schreef Gezelle het gedicht Wij bouwden op uw leven een getemmer.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie; zanter (WDT); medestichter van Biekorf; medewerker Loquela; correspondent; gelegenheidsgedicht
Bronnen https://nevb.be/wiki/Demonie,_Emiel
NaamDequidt, Serafien
Datums° Oeren, 03/01/1858 - ✝ De Panne, 01/07/1911
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; pastoor; schooldirecteur; auteur; dichter
BioSeraphijn Dequidt, zoon van Joannes Dequidt, landman, en Theresia Delacauw, werd in 1881 leraar en subregent aan het college te Veurne. Op 27/08/1882 ontving hij zijn priesterwijding te Brugge. Op 14/07/1893 werd hij directeur van het Sint-Leocollege te Brugge. Hij was betrokken bij het Davidsfonds en werd in 1893 voorzitter van de Brugse afdeling. Op 06/02/1906 werd hij aangesteld als pastoor in De Panne. Als auteur schreef hij diverse artikels voor Biekorf. Hij publiceerde ook gedichten in de stijl van Gezelle. Na de dood van Gezelle verscheen van zijn hand: Guido Gezelle, zijn leven en werk (1900).
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellemedewerker Biekorf; correspondent
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamLuyssen, Theodoor
Datums° Veurne, 25/12/1842 - ✝ Brugge, 09/10/1910
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; geestelijk directeur; inspecteur onderwijs; leraar; onderpastoor
BioTheodoor Luyssen, zoon van Philippus-Renatus Luyssen, bakker, en Henrica Baraître, werd in 1864 leraar aan het college te Veurne. Zijn priesterwijding volgde op 26/05/1866 te Brugge. Hij werd op 22/07/1868 lid van het katholieke broederschap de Sodaliteit van de gekruiste Zaligmaker te Veurne. Hij werd onderpastoor te Ieper (23/02/1875), diocesaan inspecteur van het lager onderwijs (04/01/1876) en ook geestelijk directeur van de religieuzen van St.-Andreas te Brugge (1878). In 1885 werd hij erekanunnik van de Brugse kathedraal en in 1895 diocesaan hoofdinspecteur van het lager onderwijs. Hij publiceerde ook pedagogische werken waarin hij gedichten van Gezelle opnam. Gezelle schreef voor hem het gedicht: Kanonik welbemind.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten
NaamVan De Meulebroucke, Pieter Frederic
Datums° Berchem, 09/11/1823 - ✝ Berchem, 12/1908
GeslachtMannelijk
Beroepburgemeester; kunstschilder; schrijver; dichter
BioPieter Frederic Van De Meulebroucke werd op 9 november 1823 geboren te Berchem (Kluisbergen) als zoon van Frederic Van De Meulebroucke (1793-1861) en Maria Catharina Dorothea Petit (°1795). Hij was burgemeester van Berchem bij Oudenaarde (nu Kluisbergen) en lid van de gilde van Sinte-Luitgaarde. Hij schreef artikels voor ‘Rond den Heerd’ en vier artikels in ‘Biekorf’. Hij overleed eind 1908.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenboekje Cordelia; lid van de gilde van Sinte-Luitgaarde
Bronnen https://gw.geneanet.org/wullus?n=vandemeulebroecke&oc=&p=pieter+frederic
NaamVan Robays, Edward; Van Roobeke, Edward
Datums° Egem, 2 of 3/02/1855 - ✝ Barhamur, 30/05/1906
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; missionaris; pater jezuïet
VerblijfplaatsIndië
BioEdward Van Robays, zoon van Leonardus, timmerman, en Rosalia Fraeye, werd tot priester gewijd te Brugge op 22/05/1880. Hij studeerde pedagogie te Leuven. Hij werd leraar wiskunde aan het Sint-Lodewijkscollege op 04/10/1881. Hij zette zich in voor de vernederlandsing van wiskundige termen en schreef diverse bijdragen hierover in Rond den Heerd. Hij was één van de stichters van het tijdschrift Biekorf. Op 24/09/1892 trad hij toe tot de jezuïeten en hij vertrok op 31/10/1894 naar West-Bengalen.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrrespondent; medewerker Rond den heerd; medestichter van Biekorf
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamVan Speybrouck, Augustijn Hyacinthus Maria
Datums° Brugge, 06/10/1843 - ✝ Brugge, 06/08/1922
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; aalmoezenier; coadjutor; onderpastoor; auteur; historicus
BioVan Speybrouck werd op 15/06/1867 tot priester gewijd te Brugge. Vervolgens werd hij coadjutor te Kooigem (27/09/1867), onderpastoor te Adinkerke (06/08/1868), te Klemskerke (30/04/1873) en te Gistel (24/04/1878). Op 23/09/1895 ging hij aan de slag als kapelaan op het kerkhof van Ingelmunster en in november 1896 werd hij huiskapelaan op het kasteel van Perk. Tenslotte werd hij aalmoezenier van het garnizoen van Brugge (16/03/1904-30/03/1920). Hij werkte mee aan Rond den Heerd en was medestichter het tijdschrift Biekorf, waarvoor hij 24 geschiedkundige artikels schreef. Hij was ook bestuurslid (1884-1892) en bibliothecaris (1889-1892) van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; medestichter van Biekorf; Rond den Heerd
NaamVerwaetermeulen, Antoon
Datums° Kortrijk, 29/10/1870 - ✝ Brugge, 19/12/1949
GeslachtMannelijk
Beroepslagersknecht; folklorist; auteur
BioAntoon Verwaetermeulen was gehuwd met Silvie Van Huèle. Hij schreef geregeld artikels voor Biekorf. Verwaetermeulen begon als slagersknecht en was volgens Gezelle een uitstekend zanter en verzamelaar. Hij werd later ondervoorzitter van de Kamer van Ambachten en Neringen, West-Vlaanderen.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; medewerker Biekorf; zanter
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/
NaamDe Veuster, Joseph; Pater Damiaan
Datums° Tremelo, 03/01/1840 - ✝ Molokai, 15/04/1889
GeslachtMannelijk
Beroepmissionaris; pater
VerblijfplaatsHawaï
BioJoseph De Veuster trad in bij de Congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria te Leuven op 03/01/1859. Op 7 oktober 1861 legde hij zijn eeuwige geloften af in Parijs. Na zijn verdere studies theologie te Leuven vertrok hij op 19 maart 1864 naar Honolulu, waar hij op 21 mei 1864 tot priester werd gewijd. Pater Damiaan werkte negen jaar als missionaris op Hawaii. Vanaf 9 mei 1873 was hij werkzaam op het eiland Molokai waar hij zich inzette voor de lepralijders. Damiaan stierf op 15 april 1889 ten gevolge van lepra.
Links[odis], [wikipedia]

Naam - plaats

NaamBrussel
GemeenteBrussel
NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Naam - instituut/vereniging

NaamDietsche Biehalle
BeschrijvingIn 1887 door Gezelle gestichte vereniging voor "het navorschen, het handhaven en het gebruiken onzer Dietsche volkstale". De groep ging breder dan West-Vlaanderen en moest een alternatief bieden voor andere meer taalpolitieke georiënteerde verenigingen. Het initiatief raakte niet echt van de grond. Het vooropgestelde tijdschrift zou uiteindelijk tot Biekorf (1890) leiden.
Datering1887-1900
Links[wikipedia]
NaamSint-Lodewijkscollege Brugge
BeschrijvingHet Sint-Lodewijkscollege werd vanaf 9 oktober 1834 als bisschoppelijk college ingericht in de gebouwen van de voormalige Duinenabdij aan de Potterierei. In 1846 verhuisde de school naar de hoek van de Noordzandstraat en de Dweersstraat, waar het steeds verder uitbreidde tot de site te klein werd. In 1972 verliet het college de binnenstad voor zijn huidige locatie. Gezelle volgde er lagere school van 1 oktober 1841 tot 17 augustus 1846. Hij had er onder meer les van Ferdinand Van de Putte. Na zijn terugkeer naar Brugge hield hij nauw contact met de school, o.m. via Leonard Lodewijk De Bo die hij op het Grootseminarie had leren kennen en via oud-leerlingen als Hugo Verriest. Zo kwam hij ook in contact met een nieuwe generatie leerkrachten als Edward Van Robays, Jan Craeynest en Cyriel Delaere met wie hij het tijdschrift Biekorf stichtte.
Datering1834
Links[odis], [wikipedia]
NaamDesclée-De Brouwer
BeschrijvingDe Brugse Augustinusdrukkerij werd in 1877 gesticht door de Doornikse uitgevers Henri (1830-1917) en Jules Desclée (1833-1911) samen met hun schoonbroer Alphonse De Brouwer (1850-1937), die in Brugge woonde. Met de steun van baron J.B. de Béthune ontwikkelde ze een reeks van neogothische lithografische en gedrukte producten. Vanaf 1889 stond de lithografische afdeling onder leiding van Gezelles kennis P. Raoux. Gezelles oudleerling I. Fraeys was er aalmoezenier. Ze drukten o.m. de Duikalmanak en verschillende gelegenheidsgedichten. In de loop van de twingste eeuw zouden ze onder de naam Desclée De Brouwer uitgroeien tot een internationale uitgeverij.
Datering1877-heden
Links[wikipedia]

Titel - gedicht van Guido Gezelle

TitelWij bouwden op uw leven een getemmer
PublicatieZielgedichtjes (Verzameld dichtwerk, deel I), p. 426

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelBiekorf. Dat is een leer- en leesblad voor alle verstandige Vlamingen.
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelVie du Père Damien, l'apôtre des lépreux de Molokai, de la congrégation des Sacrés-Coeurs (Picpus
AuteurTauvel, Philibert
Datum1890
PlaatsBruges
UitgeverDesclée De Brouwer

Titelxx/[01/1890], [Brugge], Edward Van Robays aan [Guido Gezelle]
EditeurEls Depuydt; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderVan Robays, Edward
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatumxx/[01/1890]
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieJaartal, maand en adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie; plaats gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inDe briefwisseling tussen Guido Gezelle en enkele leden van de Dietsche Biehalle en Biekorf. Deel 2: Brieven / door Ina Galle. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1984-1985), p.290-292
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel en enkel vel, 212x133
wit, vierkant geruit
papiersoort: 5 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle; idem rechts: [Einde Jan. 1890] (inkt, beide hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6272
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12385
Inhoud
IncipitGod zij geloofd, het gaat beter met u,
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.