De gelegenheid die zich aanbiedt, nu ik U weêr eens een overdrukje heb toe te zenden, wil ik niet ongebruikt laten voorbij gaan, zonder daar een paar regels schrift bij te voegen.
Het overdrukje dat gelijktijdig met dit schrijven verzonden wordt, en dat ik U uit vriendeliker herten aanbiede, is van een opstel door mij geplaatst in het Tijdschrift van het Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap, afdeeling "Nomina Geographica Neerlandica", waarin ik ook reeds vroeger herhaalde malen over Friesche plaatsnamen schreef.[1]
Moge 't U welgevallig zijn!
Het verheugt mij dat ik weer eens gelegenheid vinde U een woord van vriendschap toe te sturen - al is het dat ik U niets bijzonders te melden hebbe. Het beste is wel deze tijding, dat ik, met mijnen zoon (die mij verzoekt U
ten vriendelikstenp2ten vriendeliksten van hem te groeten) mij, door Gods goedheid, in goede gezondheid en welstand mag verheugen, God Geve, dat het bij U even zoo gesteld zij.
Dat ook Gij nog steeds gestadig doorwerkt, bewees mij eergisteren het laatste nummer[2] van Loquela. Die woordenlijsten worden steeds met het meeste genoegen, en bijna altijd ook met veel nut en leeringe door mij nagegaan. Ik verheug mij altijd, als de postbode mij weer een nummer brengt.
Ook ik heb tegenwoordig zeer drukke bezigheden met het opstellen van een groot werk, de Friesche mans- en vrouwendoopnamen, geslachtsnamen en plaatsnamen in hun onderling verband voorstellende. Daar is zoo veel arbeids aan verbonden, dat het schier al mijn tijd in beslag neemt, en ik weinig anders op het gebied van taalkunde kan uitvoeren.
Dr Richard Andree te Heidelberg, Bestuurder van het Aardrijkskundige Tijdschrift Globus (Gij kent hem nu wel eeniger mate), maakte mij dezer dagen opmerkzaam op de uitgave, bij Bouillon te Parijs, van D. Carnel'sp3werk, Le dialecte flamand de France. Kent Gij dat werk? Er staat mij flauwelik zoo iets voor, dat zulk een werk zoude verschijnen in de "Annales" van het Comité flamand de France". Is dat mogelik het zelfde werk? En zijn die "Annales" (van 1890-'91) dan reeds verscheen? Ik heb ze nog niet ontvangen; vroeger zond men ze mij uit Duinkerke toe. Men heeft aangaande mijn lidmaatschap van dat "Comité" dezen zomer eenige verandering gemaakt. Vroeger was ik "Membre titulair"; nu "honorair" geloof ik. Zoude dat ten gevolge hebben dat men mij nu die Jaarboeken niet meer en zendt?[3] Zoo Gij mij misschien eenige nadere inlichtingen nopens dat werk van Carnel zoudet kunnen doen toekomen, al was het maar met enkele woorden op eene briefkaarte, 't ware mij zeer welgekomen. Ik bevele mij daar toe wel in uwe welwillendheid aan.
Wij zijn in de dagen die het blijde Kerstfeest voorafgaan, en dan, het jaar spoedt ten einde! Eigentlik winter en is het hier nog niet. 'T en heeft nog gaar niet gevroren, en gesneeud evenp4min. Maar daarvoor in de plaats stormt het hier menigvuldig. Heden nacht vooral was het hier eenen vliegenden storm, en ik had veel bezorgdheid over mijn nieue, nog in aanbou zijnde huis, dat het schade zoude lijden. Maar 't is nog al wel afgeloopen.
Ja - Kerstmis nadert, en 't jaar spoedt ten einde. Ik wensch U een blijde Kerstmis toe, en een zalig uiteinde van 't Oude-jaar. Met Nieue-jaar hoop ik weêr te schrijven.