<Resultaat 1354 van 2308

>

p1
Westbrook House
Leamington,

Dear Père Gezelle,

It was a great pleasure to me to receive your kind letter, & you must have wondered at my long silence - I have been very ill with Russian Influenza, & Bronchitis. I am now getting well, but it will take some weeks, if not months I fear to get up my strength I fear, from what I hear of all those who are attacked by it – It is going about very much, & causes a great many deaths. I hope you have, & will, escape it - I will send the book to you. That you may see if it is yours, & keep it, if it is. It is a curious old book - I oughtp2to have a little one somewhere bound in brown leather, - I think I have seen it since I have been here. Mine is on “the Canticles”, & it is most amusing & quaint the way the little Saul & our Lord are represented I think I was shewing you mine that made you bring the one I now send you, for me to see - I know you brought me some books to look at. If it is not yours, it will be one left me by my Grandfather Cardinal Weld -

I am so glad to hear of the Honours conferred on you by the King - I know you will use your talents for the good of religion, & Glory of God, and in these days it makes one miserable to see the so called clever men of the days trying to disprove all that the Scriptures & the Church teaches us, & even they wish to prove there is no God! It is sad here inp3England - The poor hardly know there is a God, & the so called educated, are fearfully ignorant when you speak to them on religion.

However thank God, this state of things, is at last bringing many into the Church. Most Protestant I must soon begin making inquiries of me & of other Catholics also - I trust the long years of prayer for the Conversion of England are being heard -

I wonder what has become of a Scotch Servant I had as nurse to my two little girls called Kate - I brought her with me from England She married a young man at Bruges, who had joined the Zouaves, & returned to Bruges. I should like to hear something of her if you know anything about her. - I send you one of the Mortuary cards of my dear daughter Mary - who you will remember - She had a very great regard for you, & often talkedp4to me about you - She was quite idolized by the Nuns of the good Shepherd, they looked upon as a little Saint, she had such wonderful influence over the Penitents, they were so fond of her - She was a very great sufferer, & yet so wonderfully energetic in everything. She died from an accumulation of internal complaints.[1]

I am so fond of this little prayer to the Bd Sacrament, I thought it would be very appropriate on her Mortuary card, & be a good way of circulating this Devotion. Do pray for her sometimes, we have to be perfect before we can enjoy the presence of God! I hope she is in Heaven before this, but I still pray & ask our Lord if she does not require the prayers, if she may have the benefit of them for some poor Soul she is interested in - She was always so wrapt up in her Penitents. My son Edward, & Constance, & Blanche - all wish to be kindly remembered. Do please pray for my intentions from time to time

your most sincerely & respectfully
MC. Kavanagh
p5

Jesus, Mercy + Mary, help!

¬¬_

OF YOUR CHARITY

Pray for the Soul of

Sister Mary of the Blessed Sacrament,

MARY VAVASOUR,

Religious of the Good Shepherd and

Mistress of the Penitents,

Who died November 8, 1888,

at Hammersmith,

Fortified with the Holy Sacraments,

AGED 36 YEARS,

Of which 16 years and 4 months were spent in religion,

_

Blessed and praised every moment be the most holy Sacrament. - 100 days.

Sweet Heart of my Jesus, make me love Thee ever more and more. - 300 days.

OUR Lady of dolours, pray for her.p6To Jesus

In the Blessed Sacrament.

O Divine Jesus! lonely to-night in so many Tabernacles, without visitor or worshipper, I offer Thee my lonely heart, and may its beatings be a prayer of love to Thee! Thou art ever watching under the Sacramental veils; in Thy love Thou never sleepest, and Thou art never weary of Thy vigil for sinners. O loving Jesus! O lonely Jesus! may my heart be a lamp, the light of which shall burn and beam for Thee alone. Watch, Sacramental Sentinel! watch for the weary world, for the erring soul, and for Thy poor lonely child. - Amen.

Noten

[1] Het archief van het Convent of the Good Shepherd bewaart een biografie van Mary als Sister Mary of the Blessed Sacrament, waarin beschreven wordt hoe godvruchtig, vrolijk en gehoorzaam ze was, alsook hoezeer ze de armen en de kinderen liefhad, en hoeveel ze geleden heeft door ziekte. Volgens datzelfde archief stierf Mary na een pijnlijke ziekte op donderdag 8 november 1888 kort voor middernacht, tijdens het Heilig Uur, op de dag gewijd aan het Heilig Sacrament.

Register

Correspondenten

NaamClifford, Mary Constantia; Kavanagh, Mary Constantia
Datums° Devon, 29/03/1825 - ✝ Warwick, 18/03/1898
GeslachtVrouwelijk
Beroepauteur
VerblijfplaatsEngeland
BioDe adellijke Mary Constantia Clifford was de dochter van Hugh Charles, zevende Baron Clifford van Chudleigh (1790-1858) en Mary Lucy Weld (1799-1831). Ugbrooke Park (Devon) was haar geboorteplaats. Ze stamde af van een familie van ‘recusanten’ die na de Reformatie trouw bleven aan het katholiek geloof, ondanks alle gevaren en discriminatie vanwege de Kerk van Engeland. Haar eerste man, William Joseph Vavasour, Esq. (Esquire), was de zoon van Sir Edward Marmaduke Vavasour (1786-1847) en Marcia Bridget Lane-Fox (1792-1826). William was als jongeman in 1842 met leden van de families Weld en Clifford naar Nieuw-Zeeland vertrokken, maar keerde naar Engeland terug om op 12 januari 1846 te huwen met Mary Clifford in Allerton Park (Yorkshire). Samen kregen ze zeven kinderen waarvan er zes de volwassen leeftijd bereikten waaronder Mary Vavasour. Na de dood van zijn vader beheerde William de familiedomeinen in Hazlewood Castle (York) en Draycott Manor (Stafford). Zelf overleed hij op 11 januari 1860, amper 38 jaar oud. Op 8 februari 1865 hertrouwde Mary met Maurice Dennis Kavanagh, Iers burger en classicus. Het gezin reisde enkele weken later af naar Brugge, waar ze tot september 1869 hun domicilie hadden aan de Sint-Annarei 19. Ze woonden schuin tegenover Guido Gezelle, die toen als onderpastoor van de Sint-Walburga, op de Verwersdijk 20 woonde. Mary onderhield goede contacten met Gezelle en ze wisselden vaak boeken uit. Tijdens Mary’s periode in Brugge kreeg ze twee dochters: Constantia (Dotty) en Blanche, en zette ze zich in voor het Engels Comité voor de Zoeaven. Omwille van de rechtenstudie van Maurice Kavanagh verhuisden ook Mary en de kinderen terug naar Engeland, naar Eldon house, Queen’s road, Clapham Park (Londen). Daar zorgde Mary voor het huishouden en de armen in de buurt. Ze zette haar engagement voor de ‘Altar Society’ (1851) van het diocees Westminster voort, ging dagelijks naar de mis, en bezocht trouw haar biechtvader, Father Lans bij de redemptoristen. Zeker tot 1889 correspondeerde ze met haar Brugse biechtvader en mentor Guido Gezelle over politieke, religieuze en persoonlijke aangelegenheden. Vanaf 1875 leefde ze gescheiden van haar tweede man, waarvan ze in 1887 officieel zou gaan scheiden. Vanaf 1886 woonde ze in Westbrook House, 3 Warwick Terrace (Leamington Spa). Mary verzorgde haar broer bisschop William J.H. Clifford (1823-1893), lid van Vaticanum I, tijdens de laatste fase van een slepende nierziekte. Mary Clifford stierf op 18 maart 1898, en werd als seculier lid van de Arme Klaren Coletienen begraven op het kloosterkerkhof te Baddesley Clinton (Warwick).
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.wikitree.com/wiki/Clifford-2829; https://www.ancestry.co.uk; The National Archives; Kew, Surrey, England; Court for Divorce and Matrimonial Causes, later Supreme Court of Judicature: Divorce and Matrimonial Causes Files, J 77; Reference Number: J 77/385/1698 ; https://www.ancestry.co.uk
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamClifford, Mary Constantia; Kavanagh, Mary Constantia
Datums° Devon, 29/03/1825 - ✝ Warwick, 18/03/1898
GeslachtVrouwelijk
Beroepauteur
VerblijfplaatsEngeland
BioDe adellijke Mary Constantia Clifford was de dochter van Hugh Charles, zevende Baron Clifford van Chudleigh (1790-1858) en Mary Lucy Weld (1799-1831). Ugbrooke Park (Devon) was haar geboorteplaats. Ze stamde af van een familie van ‘recusanten’ die na de Reformatie trouw bleven aan het katholiek geloof, ondanks alle gevaren en discriminatie vanwege de Kerk van Engeland. Haar eerste man, William Joseph Vavasour, Esq. (Esquire), was de zoon van Sir Edward Marmaduke Vavasour (1786-1847) en Marcia Bridget Lane-Fox (1792-1826). William was als jongeman in 1842 met leden van de families Weld en Clifford naar Nieuw-Zeeland vertrokken, maar keerde naar Engeland terug om op 12 januari 1846 te huwen met Mary Clifford in Allerton Park (Yorkshire). Samen kregen ze zeven kinderen waarvan er zes de volwassen leeftijd bereikten waaronder Mary Vavasour. Na de dood van zijn vader beheerde William de familiedomeinen in Hazlewood Castle (York) en Draycott Manor (Stafford). Zelf overleed hij op 11 januari 1860, amper 38 jaar oud. Op 8 februari 1865 hertrouwde Mary met Maurice Dennis Kavanagh, Iers burger en classicus. Het gezin reisde enkele weken later af naar Brugge, waar ze tot september 1869 hun domicilie hadden aan de Sint-Annarei 19. Ze woonden schuin tegenover Guido Gezelle, die toen als onderpastoor van de Sint-Walburga, op de Verwersdijk 20 woonde. Mary onderhield goede contacten met Gezelle en ze wisselden vaak boeken uit. Tijdens Mary’s periode in Brugge kreeg ze twee dochters: Constantia (Dotty) en Blanche, en zette ze zich in voor het Engels Comité voor de Zoeaven. Omwille van de rechtenstudie van Maurice Kavanagh verhuisden ook Mary en de kinderen terug naar Engeland, naar Eldon house, Queen’s road, Clapham Park (Londen). Daar zorgde Mary voor het huishouden en de armen in de buurt. Ze zette haar engagement voor de ‘Altar Society’ (1851) van het diocees Westminster voort, ging dagelijks naar de mis, en bezocht trouw haar biechtvader, Father Lans bij de redemptoristen. Zeker tot 1889 correspondeerde ze met haar Brugse biechtvader en mentor Guido Gezelle over politieke, religieuze en persoonlijke aangelegenheden. Vanaf 1875 leefde ze gescheiden van haar tweede man, waarvan ze in 1887 officieel zou gaan scheiden. Vanaf 1886 woonde ze in Westbrook House, 3 Warwick Terrace (Leamington Spa). Mary verzorgde haar broer bisschop William J.H. Clifford (1823-1893), lid van Vaticanum I, tijdens de laatste fase van een slepende nierziekte. Mary Clifford stierf op 18 maart 1898, en werd als seculier lid van de Arme Klaren Coletienen begraven op het kloosterkerkhof te Baddesley Clinton (Warwick).
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.wikitree.com/wiki/Clifford-2829; https://www.ancestry.co.uk; The National Archives; Kew, Surrey, England; Court for Divorce and Matrimonial Causes, later Supreme Court of Judicature: Divorce and Matrimonial Causes Files, J 77; Reference Number: J 77/385/1698 ; https://www.ancestry.co.uk

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamLeamington Spa

Naam - persoon

Naamonbekend
NaamClifford, Mary Constantia; Kavanagh, Mary Constantia
Datums° Devon, 29/03/1825 - ✝ Warwick, 18/03/1898
GeslachtVrouwelijk
Beroepauteur
VerblijfplaatsEngeland
BioDe adellijke Mary Constantia Clifford was de dochter van Hugh Charles, zevende Baron Clifford van Chudleigh (1790-1858) en Mary Lucy Weld (1799-1831). Ugbrooke Park (Devon) was haar geboorteplaats. Ze stamde af van een familie van ‘recusanten’ die na de Reformatie trouw bleven aan het katholiek geloof, ondanks alle gevaren en discriminatie vanwege de Kerk van Engeland. Haar eerste man, William Joseph Vavasour, Esq. (Esquire), was de zoon van Sir Edward Marmaduke Vavasour (1786-1847) en Marcia Bridget Lane-Fox (1792-1826). William was als jongeman in 1842 met leden van de families Weld en Clifford naar Nieuw-Zeeland vertrokken, maar keerde naar Engeland terug om op 12 januari 1846 te huwen met Mary Clifford in Allerton Park (Yorkshire). Samen kregen ze zeven kinderen waarvan er zes de volwassen leeftijd bereikten waaronder Mary Vavasour. Na de dood van zijn vader beheerde William de familiedomeinen in Hazlewood Castle (York) en Draycott Manor (Stafford). Zelf overleed hij op 11 januari 1860, amper 38 jaar oud. Op 8 februari 1865 hertrouwde Mary met Maurice Dennis Kavanagh, Iers burger en classicus. Het gezin reisde enkele weken later af naar Brugge, waar ze tot september 1869 hun domicilie hadden aan de Sint-Annarei 19. Ze woonden schuin tegenover Guido Gezelle, die toen als onderpastoor van de Sint-Walburga, op de Verwersdijk 20 woonde. Mary onderhield goede contacten met Gezelle en ze wisselden vaak boeken uit. Tijdens Mary’s periode in Brugge kreeg ze twee dochters: Constantia (Dotty) en Blanche, en zette ze zich in voor het Engels Comité voor de Zoeaven. Omwille van de rechtenstudie van Maurice Kavanagh verhuisden ook Mary en de kinderen terug naar Engeland, naar Eldon house, Queen’s road, Clapham Park (Londen). Daar zorgde Mary voor het huishouden en de armen in de buurt. Ze zette haar engagement voor de ‘Altar Society’ (1851) van het diocees Westminster voort, ging dagelijks naar de mis, en bezocht trouw haar biechtvader, Father Lans bij de redemptoristen. Zeker tot 1889 correspondeerde ze met haar Brugse biechtvader en mentor Guido Gezelle over politieke, religieuze en persoonlijke aangelegenheden. Vanaf 1875 leefde ze gescheiden van haar tweede man, waarvan ze in 1887 officieel zou gaan scheiden. Vanaf 1886 woonde ze in Westbrook House, 3 Warwick Terrace (Leamington Spa). Mary verzorgde haar broer bisschop William J.H. Clifford (1823-1893), lid van Vaticanum I, tijdens de laatste fase van een slepende nierziekte. Mary Clifford stierf op 18 maart 1898, en werd als seculier lid van de Arme Klaren Coletienen begraven op het kloosterkerkhof te Baddesley Clinton (Warwick).
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.wikitree.com/wiki/Clifford-2829; https://www.ancestry.co.uk; The National Archives; Kew, Surrey, England; Court for Divorce and Matrimonial Causes, later Supreme Court of Judicature: Divorce and Matrimonial Causes Files, J 77; Reference Number: J 77/385/1698 ; https://www.ancestry.co.uk
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVavasour, Mary
Datums° Tadcaster, Hazlewood Castle, 12/08/1852 - ✝ Hammersmith (Londen), 08/11/1888
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioMary Lucy Vavasour werd op 12 augustus 1852 geboren als een van de zeven kinderen van William Joseph Vavasour (1822-1860) en de adellijke Mary Constantia Clifford (1825-1898). De familienaam Vavasour werd verkregen via Mary’s grootvader Edward Marmaduke Joseph Stourton (1786-1847) doordat zijn neef Thomas Vavasour overleed zonder erfgenamen. Edward erfde van hem eveneens het landgoed Hazlewood Castle in York en de titel van Baronet, de laagste adellijke rang in het Verenigd Koninkrijk. Mary’s vader ontgon land in Nieuw-Zeeland en nam vanaf 1842 het beheer van Hazlewood Castle over. Na zijn overlijden op 11 januari 1860, hertrouwde haar moeder met Maurice Dennis Kavanagh (1838-1899) op 8 februari 1865. Zij kregen twee dochters. Van 1865 tot eind 1869 verbleef de familie in Brugge aan de Sint-Annarei 19 op de parochie Sint-Walburga waar Gezelle onderpastoor was. Mary en haar ouders hadden contact met hem o.m. via brieven waarin Mary Vavasour hem een aantal keer bij hen thuis uitnodigde en hem vroeg een mis op te dragen in de Heilig-Bloedkapel voor een doodzieke kennis. In 1866 werd Mary samen met haar zus Angela naar de prestigieuze katholieke kostschool New Hall gestuurd, waar ook hun moeder had gezeten. Door het werk van stiefvader Maurice Kavanagh, ging het gezin begin 1870 terug in Engeland wonen, in Eldon House, Queens' Road, Clapham Park, Londen. Even later keerde Mary terug uit New Hall en koesterde ze plannen om Sister of Charity te worden. In een brief van maart 1872 aan Gezelle maakte Mary haar keuze voor de orde van ‘The Good Shepherd’ bekend. Op 14 augustus 1872 begon Mary’s proefperiode als novice in Hammersmith, Londen. In 1874 werd ze geprofest als Sister Mary of the Blessed Sacrament. Het klooster was een tehuis voor jonge vrouwen die op de een of andere manier van het rechte pad zijn afgedwaald door crimineel gedrag of prostitutie. Mary Vavasour werd er ‘Mistress of the Penitents’. Ze had echter een zwakke gezondheid en stierf jong, op 8 november 1888 in Hammersmith. Ze werd in het klooster van Finchley, Londen begraven. Op 4 mei 1889 stuurde haar moeder het bidprentje naar Gezelle, waarbij ze over haar dochter schreef: “She was quite idolized by the Nuns of the good Shepherd, they looked upon her as a little Saint, she had a wonderful influence over the Penitents, they were so fond of her. She was a very great sufferer, & yet so wonderfully energetic in everything.”
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/ ; Tablet 24 November 1888; C.B. Joseph, The history of the Noble House of Stourton, of Stourton, in the County of Wilts. Londen, 1899.
NaamWeld, Thomas
Datums° Londen, 22/01/1773 - ✝ Rome, 19/04/1837
GeslachtMannelijk
VerblijfplaatsEngeland; Frankrijk; Italië
BioThomas Weld werd op 22 januari 1773 geboren als de oudste zoon van Thomas Weld (1750-1810), Esq. van Lulworth Castle, en Mary Massey Stanley (1753-1830). Hij genoot thuisonderwijs, was een begenadigd muzikant, en als dichter diep verbonden met de natuur. Samen met zijn vader ondersteunde hij Franse priesters en kloosterorden – niet in het minst de jezuïeten – die naar Engeland gevlucht waren voor de vervolgingen door de Franse revolutionairen (1792-1802). Op 14 juni 1796 huwde hij Lucy Bridget Clifford in Ugbrooke House in Chudleigh, New Abbot, Devon. In 1799 werd Mary Lucy Weld geboren, hun enige kind. Zij zou de moeder worden van correspondente Mary Clifford, later Kavanagh. Na de dood van zijn echtgenote in 1815 en het huwelijk van zijn dochter in 1818 met de latere 7de baron Hugh Charles, Lord Clifford, koos Thomas Weld voor een loopbaan in de rooms-katholieke kerk. Hij trok naar Parijs waar zijn Franse jeugdvriend abt Carron zijn studiebegeleider en geestelijk leidsman was. Hij werd in de lente van 1821 tot priester gewijd, en zette zich in voor het onderwijs en de (spirituele) zorg voor de armen uit Chelsea, Londen. Thomas Weld werd benoemd tot coadjutor van de bisschop van Kingston, Canada. In 1826 ontving hij de eretitel bisschop van Amyclae, Peloponnesos. En in 1830 benoemde Paus Pius VIII hem tot kardinaal als blijk van erkenning voor zijn persoonlijke inzet en zorg voor de kerk, en uit waardering voor de Engelse natie. Deze benoeming door Rome apprecieerde de rooms-katholieke aristocratische achterban in Engeland ten zeerste. Weld stierf op 10 april 1837 en werd begraven in de Santa Maria in Aquiro te Rome.
Links[wikipedia]
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://search.findmypast.co.uk/bna/viewarticle?id=BL/0004352/19091231/023&stringtohighlight=cardinal%20thomas%20weld; https://search.findmypast.co.uk/bna/viewarticle?id=BL/0000788/18300410/017&stringtohighlight=cardinal%20thomas%20weld; https://en.wikipedia.org/wiki/Diocese_of_Amyclae#:~:text=Bishop%2Delect%20Francisco%20Ocampo%2C%20Military,Sword%20(O.S.)%20(1660.06; https://search.findmypast.co.uk/bna/viewarticle?id=BL/0002631/18370511/071&stringtohighlight=cardinal%20thomas%20weld; https://apologetica.katholiekelsloo.nl/index.php?title=Abb%C3%A9_Carron;
NaamLeopold II van België
Datums° Brussel, 09/04/1835 - ✝ Laken, 17/12/1909
GeslachtMannelijk
Beroepkoning
BioLeopold Lodewijk Filips Maria Victor, geboren in Brussel op 9 april 1835, was de tweede zoon van Leopold I en Louise Marie van Orléans. Hij volgde zijn vader op in 1865 en bleef koning tot aan zijn dood in 1909 (Laken, 17 december). In 1853 huwde hij met aartshertogin Maria Hendrika van Oostenrijk. Zij kregen vier kinderen: drie meisjes en een zoon. Na diens dood verzuurde het huwelijk. Leopold kreeg nog op late leeftijd twee buitenechtelijke zonen. Leopold wordt de Koning-Bouwheer genoemd wegens de vele bouwwerken en parken die hij, deels met winsten uit Congo, heeft opgericht, vooral in Brussel, Oostende en Antwerpen. In 1884-1885, tijdens de Conferentie van Berlijn, werd Congo-Vrijstaat, waarvoor hij zich bijzonder interesseerde, aan hem gegeven als zijn persoonlijk bezit. Na een minder fraaie koloniale periode van uitbuiting en mishandelingen werd hij in 1908 gedwongen het gebied af te staan aan België (Belgisch Congo). Het jaar daarop overleed hij te Laken.
Links[wikipedia]
NaamKavanagh, Constance Mary; Dotty
Datums° Finchley, Londen, 20/11/1865 - ✝ Bradford, Yorkshire, 06/1917
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioConstance Mary (Dotty) Kavanagh was de oudste dochter van Maurice Kavanagh LL.D. (Legum Doctor) en de adellijke Mary C. Clifford. Dotty werd geboren op 20 november 1865 in Clifford Hall, Finchley, London. Zij werd door haar moeder als vriendelijk en intelligent omschreven. Al voor haar zevende verjaardag kende ze haar cathechismus en was ze in staat om een boek te lezen. Haar moeder, Mary Clifford-Kavanagh, onderrichtte haar in de Franse taal en in andere vakken. In maart 1892 huwde ze met Sir Francis Fleming (1842-1922), K.C.M.G. (Knight Commander of the Order of St Michael and St George) in de rooms-katholieke Sint-Pieterskerk in Leamington, Warwickshire. Het huwelijk werd ingezegend door bisschop Clifford van Clifton, de oom van de bruid. Het ontbijtbuffet en de receptie vonden plaats bij de bruid thuis in Westbrook House. Het koppel vertrok na de huwelijksreis onmiddellijk naar Sierra Leone, waar Francis Fleming tot gouverneur was benoemd. Voordien had hij na zijn rechtenstudies aan Middle Temple al in 11 kolonies van het Britse Rijk juridische en bestuursfuncties opgenomen. Hun enige zoon, Hugh Joseph Fleming (1896-1916), geboren in Leamington, Warwickshire nam als tweede luitenant van het Dorsetshire Regiment deel aan Wereldoorlog I. Op 24 augustus 1916 stierf hij aan zijn verwondingen opgelopen in Pas-de-Calais in Frankrijk. Hij ligt er begraven op de militaire begraafplaats van Sailly-Au-Bois. Constance Mary Kavanagh stierf een jaar later, in juni 1917 in Bradford, Yorkshire, 52 jaar oud.
Bronnen https://www.ancestry.co.uk; https://www.findmypast.co.uk/
NaamKavanagh, Blanche Mary
Datums° Finchley, Londen, 18/02/1867 - ✝ 1931
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioBlanche Mary Kavanagh was de jongste dochter van Maurice Kavanagh LL.D. (Legum doctor) en de adellijke Mary C Clifford. Blanche werd geboren op 18 februari 1867 in Clifford Hall, Finchley (London). Zij werd door haar moeder beschreven als een guitig dikkertje dat moeilijk bij de les te houden was, maar tegelijk het kennen en kunnen van haar oudere zus Constance zelfstandig wilde verwerven. Blanche huwde in de herfst van 1896 in Brighton met James Bentinck Cumberland (1865-1951). Hij was van opleiding ingenieur met specialisatie elektriciteit.
Bronnen https://www.findmypast.co.uk/; https://www.ancestry.co.uk/;
NaamVavasour, Edward Joseph Everard
Datums° Yorkshire, 12/09/1855 - ✝ Antigua, Benedenwindse Eilanden, 25/09/1895
GeslachtMannelijk
Beroeplandeigenaar; landbouwer; secretaris
VerblijfplaatsEngeland; Nieuw-Zeeland; Sierra Leone; Benedenwindse Eilanden
BioEdward Joseph Everard Vavasour was het jongste kind van William Joseph Vavasour (1822-1860) en de adellijke Mary Constantia Clifford (1825-1898). Hij werd geboren op 12 september 1855 in het kasteel Hazlewood, Yorkshire. Van 1865 tot eind 1869 verbleef hij regelmatig met zijn familie in Brugge aan de Sint-Annarei 19 vlakbij de parochie Sint-Walburga, waar Gezelle onderpastoor was. Omdat zijn stiefvader Maurice Kavanagh rechten studeerde aan Middle Temple in Londen, verhuisde het gezin begin 1870 definitief terug naar Engeland. Ze betrokken er een gezellige woning, Eldon House in Queens' Road, Clapham Park, Londen. Edward studeerde aan het Jezuïetencollege Beaumont in Old Windsor waar hij mooie cijfers behaalde voor Grieks, Latijn en wiskunde. Zijn moeder hoopte dat hij priester zou worden, maar in 1874 trok hij naar Nieuw-Zeeland om er eigenaar te worden van een stuk land op het domein van zijn broer in Tataraiwaka. Dit was gelegen aan de westkust van het Noordereiland, een gebied waar men vooral aan melkveehouderij deed. In augustus 1888 keerde hij berooid terug naar huis. Volgens zijn moeder was dit geheel te wijten aan onfortuinlijke omstandigheden nadat hij eerder een succesvol landbouwer was geweest. Toen Francis Fleming, de echtgenoot van zijn stiefzus Dotty, gouverneur werd, eerst in Sierra Leone (1892) en later in de Benedenwindse Eilanden, de noordelijke eilanden van de Kleine Antillen (1895), begeleidde Edward hem als zijn privésecretaris. Tijdens een missie op het eiland Antigua bezweek Edward op 25 september 1895 geheel onverwachts aan de gevolgen van gele koorts. Hij werd omschreven als een eervolle, goedhartige en genereuze man.
Bronnen https://www.ancestry.co.uk/ ; https://www.findmypast.co.uk/

Naam - plaats

NaamLeamington Spa

Naam - gebeurtenis Guido Gezelle

GebeurtenisRidder Leopoldsorde
Periode06/03/1889
BeschrijvingRidder in de Leopoldsorde.

Titel04/05/[1889], Leamington Spa, Mary Constantia Clifford aan [Guido Gezelle]
EditeurMiet Hubrechts; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderClifford, Mary Constantia
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum04/05/[1889]
VerzendingsplaatsLeamington Spa
AnnotatieJaartal gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie ; adressaat gereconstrueerd op basis van de aanhef ; Mary Contstantia Clifford = Mary Constantia Kavanagh.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.II, p.224-225
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel[?] en enkel vel, 175x112; bijlage: 110x72
wit
papiersoort: 6 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden 2 enkele vellen van dubbel vel opnieuw aan elkaar gekleefd
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle; idem rechts naast de dag: [1889] (inkt, beide hand P.A.); idem rechts onder de dag: 88 (potlood)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6154
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12497
Inhoud
IncipitIt was a great pleasure
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.