Beste Meester
Nu hoop ik U uit Engeland terug[1] T' huis komende zult gy myn bezoekkaartje gevonden hebben misschien ook mynen brief van over eenige weken.
Indien er niets voor en valt by myne schoonzuster[2] die al maanden op sterven ligt, zullen wy den 17den dezer naar Blankenberghe vertrekken, om daar eene week of dry te verblyven, op den zeedyk by Verhaeghen. Ik hoop dat het ons deugd zal doen en dat ik daar wat levensmoed zal terugvinden. Doch, wat my de grootste troost zou zyn, ware van U daar te mogen ontvangen.
Gedenk uwe beloften, myne vriendschap en myn verdriet. Meer en moet ik niet zeggen.p2Gelief my dus te laten weten welke dagen gy komen zult en breng mynen Ridder Guido[3] mede.
Met de meeste vriendschap blyf ik uw toegenegen leerling
A.J.M. Janssens
Sint Niklaas den 11 Aug. 1889.