Gy hebt misschien gelezen of hooren zeggen dat Z. H. de Bisschop van Brugge aanveerd heeft van op Maandag 30 Sept. aanstaande de plechtige wyding[1] te doen der Kapelle[2] van ons Collegie. Hy heeft insgelyks aanveerd van op dien dag het banket voor te zitten dat de Gilde der Oud- Studenten van St. Lodewyks ter dier gelegenheid zal geven, en waar ik wel durve verhopen dat gy zult tegenwoordig zyn.p2Binst dat ik, sedert veertien dagen, met M. Ed. Neut, hier in het Salzkammergut[3] rondreize, hebben wy reeds een of twee keeren van die feeste[4] gesproken, en ik neem de vryheid… de stoutheid van u voor die omstandigheid iets te vragen… nisi quid ex tua parte in contrarium obstet[5] dat is klaar!
Dus, ad rem: Zoudt gy niet willen op uwe maniere, dat is in eenen schoonen vlaamschen dicht, iets maken ter eere van Mgr Faict?... Natuurlyk zal Mr Vanden Abee-p3le de gezondheid voorstellen van den Jubilaris, dien ons Genootschap[6] op dien dag zal vieren. Maar my dunkt dat het Vlaamsch ook op dat Banket[7] zou behooren te weêrgalmen; en 't is de reden waarom ik u myne zienswyze daar even vrymoedig heb durven voor oogen stellen.... van uwen kant een even vrymoedig antwoord verwachtende. Gy, beter dan wie het zyn moge, weet en verstaat wat gy zoudt kunnen of mogen doen, voor onze feeste, ter eere p4van Bisschop Faict.
Een woord a. h. u. b. nopens die zake naar het Collegie, waar ik verhope welhaast terug te wezen.