<Resultaat 1408 van 2349

>

p1
Monsieur.

Si vous avez une servante précieuse pour ne pas vous faire perdre de temps elle ne brille pas par la manière polie dont elle reçoit vos visiteurs.

Je suis venue hier chez vous, en passant par Courtrai vers 1 heure dans l'intention de vous faire une visite de quelques minutes. et malgré mes instances reitérées pour vous voir elle m'a mise impoliment à la porte disant que vous n'aviez pas une minute à perdre devant vous rendre immédiatement à l'église

Je ne vous étonne pas probablement, Monsieur en vous disant que je me suis retirée bien mécontente d'avoir eu l'idée de sonner à votre porte pour vous faire une simple visite de convenance et en arrivant au pensionnat du Fort[1] je n'ai eu rien de plus empressé que de raconter ma misaventure étant encore sous l'effet de l'affront p2que je venais de subir

Cela n'a nullement etonné le personnel du pensionnat qui m'a dit que presque toutes les personnes se rendant chez vous sont à peu près reçues de la même manière

J'ai pris la résolution, M le Vicaire, de vous en faire part croyant que vous ignoriez cet état de choses.

Agréez Monsieur mes salutations
M. Vanderheyde Labrique

Noten

[1] Waarschijnlijk liep een van haar dochters daar school op het internaat.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamLabrique, Maria Josephina Adela; Marie
Datums° Brussel, 07/08/1849 - ✝ Sint-Andries (Brugge), 03/07/1926
GeslachtVrouwelijk
BioMarie Labrique was Brusselse van geboorte. Haar ouders, beiden handelaar, stierven kort na elkaar toen ze drie jaar oud was. Daarna werd ze opgevoed door familie. Die aan haar moeders kant woonde in Oudenburg. Daar verbleef ze ook ten tijde van haar huwelijk met geneesheer Louis Vander Heyde (1841-1913) uit Poperinge. Toen ze trouwde, was ze negentien jaar en had ze enkel nog een grootmoeder aan vaderszijde die toestemming gaf vanuit Doornik. Met Louis Vander Heyde kreeg Maria acht kinderen, van wie er twee jong stierven. Ze correspondeerde met Gezelle over het gedrag van zijn dienstmeid Mathilde toen ze hem tevergeefs een bezoek wou brengen.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenRijksarchief

Briefschrijver

NaamLabrique, Maria Josephina Adela; Marie
Datums° Brussel, 07/08/1849 - ✝ Sint-Andries (Brugge), 03/07/1926
GeslachtVrouwelijk
BioMarie Labrique was Brusselse van geboorte. Haar ouders, beiden handelaar, stierven kort na elkaar toen ze drie jaar oud was. Daarna werd ze opgevoed door familie. Die aan haar moeders kant woonde in Oudenburg. Daar verbleef ze ook ten tijde van haar huwelijk met geneesheer Louis Vander Heyde (1841-1913) uit Poperinge. Toen ze trouwde, was ze negentien jaar en had ze enkel nog een grootmoeder aan vaderszijde die toestemming gaf vanuit Doornik. Met Louis Vander Heyde kreeg Maria acht kinderen, van wie er twee jong stierven. Ze correspondeerde met Gezelle over het gedrag van zijn dienstmeid Mathilde toen ze hem tevergeefs een bezoek wou brengen.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenRijksarchief

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamPoperinge
GemeentePoperinge

Naam - persoon

NaamCatteeuw, Mathilde
Datums° Kortrijk, 02/07/1856 - ✝ Kortrijk, 28/09/1943
GeslachtVrouwelijk
Beroepdienstmeid; begijn
BioMathilde Catteeuw werd op 2 juli 1856 in Kortrijk geboren als dochter van opkoper Joannes Catteeuw (Sint-Denijs, 1805 - Kortrijk, 26 juni 1875) en Virginia Wannegue (°Zwevegem, ca. 1813). Ze was dienstbode bij Guido Gezelle in Kortrijk vanaf 1877 en verhuisde met Gezelle mee naar Brugge in 1899. Ze vertelde vaak dat Gezelle haar vroeg: “Mathilde, verstaat gij dat?”, als hij haar iets voorgelezen had. "En als ik het niet goed begreep, veranderde hij hier en daar iets totdat ik het verstond". Na de dood van Gezelle werd ze in 1901 begijn in het begijnhof van Kortrijk. In zijn kroniek over de familie Gezelle had Stijn Streuvels niet één goed woord over voor haar. Zijn moeder Louise en hijzelf raakten bij Gezelle in Kortrijk niet verder dan de keuken, "bij de meid (die ons niet luchten kon!)". In de tekst voor De Vlaamse Linie voegde hij daar trouwens nog aan toe dat hij die meid maar een "dibbe" vond - erger zelfs: "een schuchter, onbeduidend schepsel, onhandig en pernekelachtig, hebbelijkheid eigen aan pastoorsmeiden".
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Kortrijk
BronnenStijn Streuvels, Kroniek van de Familie Gezelle. Brugge: Orion, 1980.; C. D'Haen, De wonde in 't hert: Guido Gezelle, een dichtersbiografie. [Tielt] : Lannoo, [1988]; H.J.M.F. Lodewick, Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 1. Aanvang tot omstreeks 1880. Den Bosch : Malmberg, [1980]
NaamLabrique, Maria Josephina Adela; Marie
Datums° Brussel, 07/08/1849 - ✝ Sint-Andries (Brugge), 03/07/1926
GeslachtVrouwelijk
BioMarie Labrique was Brusselse van geboorte. Haar ouders, beiden handelaar, stierven kort na elkaar toen ze drie jaar oud was. Daarna werd ze opgevoed door familie. Die aan haar moeders kant woonde in Oudenburg. Daar verbleef ze ook ten tijde van haar huwelijk met geneesheer Louis Vander Heyde (1841-1913) uit Poperinge. Toen ze trouwde, was ze negentien jaar en had ze enkel nog een grootmoeder aan vaderszijde die toestemming gaf vanuit Doornik. Met Louis Vander Heyde kreeg Maria acht kinderen, van wie er twee jong stierven. Ze correspondeerde met Gezelle over het gedrag van zijn dienstmeid Mathilde toen ze hem tevergeefs een bezoek wou brengen.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenRijksarchief

Naam - plaats

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamPoperinge
GemeentePoperinge

Naam - instituut/vereniging

NaamOnze-Lieve-Vrouw Ter Engelenschool ('t Fort)
BeschrijvingDe congregatie van de zusters van Liefde van Jezus en Maria kwam rond 1814 van Gent naar Kortrijk om er ongeneeslijk zieken en armen te verzorgen. In 1840 kochten ze een terrein om er een klooster met een meisjespensionaat op te bouwen. Vanaf 1843 was er een kostschool met lager en middelbaar onderwijs en een externaat met kleuter en lager onderwijs. Omdat er in de achttiende eeuw een inmiddels verdwenen versterking stond, werden de plaats en de school "Het Fort" genoemd. De school bestaat nog steeds.
Datering1843-heden
Links[odis]

Titel02/10/1889, Poperinge, M. Vanderheyde-Labrique aan [Guido Gezelle]
EditeurKoen Calis; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderLabrique, Maria Josephina Adela
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum02/10/1889
VerzendingsplaatsPoperinge (Poperinge)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 211x135
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6206
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12549
Inhoud
IncipitSi vous avez une servante
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.