Dank U voor de inlichtingen aangaande de Encyclopedia brittanica.
Nu heb ik nrs 12 en 1 van Loquela gelezen.[1] Als naar gewoonte schrijf ik hier het een en het ander erover:
Arbeiderije.[2] Kortwoonst (Coolscamp).
Rinkel.[3] De Hollanders heeten ‘t rondzwerven: Rinkelrooien.
Slabbe.[4] Te Coolscamp bestaan, nevens Slabbe-zelf, Slabbinge (de gekookte schellen) en Slabbekuipe, waarin de Slab-p2binge gegoten wordt.
Sluiter[5] = “Den Haak”, te Coolscamp.
Bafferen.[6] Daarbij behoort het substantief Baf, te Brugge gebruikelijk in de spreekwijze: den breeden Baf en den franken Baf.
Klikken.[7] t Is spijtig dat er niet wat meer uitleg bij dit woord gegeven wordt. Is dat nu klikken = hlikken = slikken, zooals in ‘t Hollandsch drankjes slikken, ofwel eenvoudiglijk Klikken = de klikke laten werken? = zwelgen.
Oprapen.[8] Dat heeten ze Brugge, bij de kalsijders: Blazen. Fransch souffler.
Schijtelen.[9] Is dat niet hetzelfde als Schuttelen en Scheutelen (evenwel nooit schotelen)? En is ‘t wel zeker schijtelen? Zou ‘t geen Schèeutt’len zijn?
Voeren.[10] Het substantief voer staat in de “Sproke der Karels van Ghent” (ca. 1375):[11]
wil ic dese voer (doenwijze) aensien nyet.”
N.B. En dat bladje Gotisch?