<Resultaat 1285 van 2074

>

p1
Monsieur et très-honoré Confrère,

Monsieur Bonvarlet, notre excellent président, me fait savoir que le Comité flamand tiendra séance le mercredi 14 janvier à Lille. J'ai hâte de vous en avertir parce que Lille est plus près de Courtrai que nos villes de Flandre Maritime et que vous pourrez vous y rendre plus facilement. Et aussi pour un autre motif; M.r l'abbép2Carnel doit y prendre la parole sur un sujet plein d'intérêt pour vous. Il y a quelques jours, la Société des sciences de Lille a couronné un memoire de lui, qui comporte un étude phonétique et grammaticale du flamand parlé à Bailleul; c'est l'analyse de ce mémoire que notre savant confrère nous donnera à la séance du Comité flamand. Votre autorité en linguistique trouverait matière à s'exercer. L'auteur serait très heureux, j'en suis convaincu, de votre approbation et de vos corrections, s'il y avait lieu.

Avez-vous songé à sonder Messieurs Mistral et Roumanille au sujetp3de l'acceptation du titre de membres d'honneur de notre Comité. Le bureau de notre Société serait tout disposé à proposer de leur accorder l'honorariat, sachant combien leurs noms partout connus. L'éclat de leurs talents rehausserait l'importance de notre liste de membres d'honneur, mais la proposition ne peut être faite qu'après certitude d'acceptation.

Veuillez agréer, Monsieur et honoré Confrère mes meilleurs Souhaits pour l'année 1891 et me croire votre bien respectueusement dévoué
E. Cortyl
46 rue d'Ypres.

Register

Correspondenten

NaamCortyl, Eugeen
Datums° 11/04/1846 - ✝ Hazebrouck, 13/08/1935
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioEugeen Cortyl studeerde rechten aan de universiteit van Parijs en werd doctor in de rechten in 1869. Hij werd in 1879 lid van het Comité Flamand de France. In 1876 was hij schatbewaarder, in 1890 secretaris en in 1900 ondervoorzitter van dit genootschap. Hij was advocaat en behoorde tot de conservatieve burgerij. Van 1919 tot 1935 was hij buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de KANTL; comité Flamand de France
BronnenChristine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamCortyl, Eugeen
Datums° 11/04/1846 - ✝ Hazebrouck, 13/08/1935
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioEugeen Cortyl studeerde rechten aan de universiteit van Parijs en werd doctor in de rechten in 1869. Hij werd in 1879 lid van het Comité Flamand de France. In 1876 was hij schatbewaarder, in 1890 secretaris en in 1900 ondervoorzitter van dit genootschap. Hij was advocaat en behoorde tot de conservatieve burgerij. Van 1919 tot 1935 was hij buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de KANTL; comité Flamand de France
BronnenChristine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBailleul

Naam - persoon

NaamBonvarlet, Alexandre
Datums° Dunkerque, 23/09/1826 - ✝ Coudekerque-Branche, 02/10/1899
GeslachtMannelijk
Beroephandelaar; consul; historicus; auteur
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioAlexandre Bonvarlet was getrouwd met Constance Du Rin (1829-1863). Hij was een Frans-Vlaams handelaar en regionalist. Hij werd op 10/01/1855 lid van het Comité Flamand de France, waarvan hij na een tijdje hulpsecretaris en schatbewaarder was, en ten slotte president van 1876 tot 1899. Hij was een historicus met een grote belangstelling voor oude boeken, etsen en schilderijen en publiceerde erover in "Les Annales et Bulletins van het Comité". Hij werd in 1866 ook benoemd tot consul van Denemarken. Hij was lid van wetenschappelijke genootschappen in Frankrijk en België, buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde van 29/12/1890 tot 02/10/1899. Hij werd ook benoemd tot ridder in de Sint-Gregoriusorde.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; comité Flamand de France
Bronnen https://gw.geneanet.org/xmaquet?lang=en&n=bonvarlet&oc=0&p=alexandre; Christine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981
NaamCortyl, Eugeen
Datums° 11/04/1846 - ✝ Hazebrouck, 13/08/1935
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioEugeen Cortyl studeerde rechten aan de universiteit van Parijs en werd doctor in de rechten in 1869. Hij werd in 1879 lid van het Comité Flamand de France. In 1876 was hij schatbewaarder, in 1890 secretaris en in 1900 ondervoorzitter van dit genootschap. Hij was advocaat en behoorde tot de conservatieve burgerij. Van 1919 tot 1935 was hij buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de KANTL; comité Flamand de France
BronnenChristine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981
NaamCarnel, Charles Désiré
Datums° Bailleul, 23/02/1823 - ✝ Rijsel, 22/03/1899
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; priester; pastoor; krijgsaalmoezenier; historicus; taalkundige; kunstschilder
Verblijfplaats(Frankrijk) Frans-Vlaanderen
BioCarnel was afkomstig van Belle, bediende als pastoor verschillende Frans-Vlaamse parochies en werd tenslotte aalmoezenier van het militair hospitaal in Rijsel (1878-1897). Deze bediening gaf hem de gelegenheid zijn studie op het gebied van plaatselijke geschiedenis, taal- en letterkunde te onderhouden. Hij behoorde tot de medestichters van het Comité flamand de France en was secretaris van 1859 tot 1867. "Le dialecte flamand de France, etude phonétique et morphologique de ce dialecte tel qu'il est parlé spécialement à Bailleul et ses environs (Nord)" is zijn meest opgemerkte publicatie. Het was de bekroonde inzending op een in 1890 uitgeschreven prijsvraag door de Société des Sciences de Lille. Onder de vele Frans-Vlaamse publicisten is Carnel één van de weinigen die in Parijs werd uitgegeven. Zijn werk bestaat uit een fonetische en een grammaticale analyse van het dialect van Belle. Deze streektaal onderscheidde zich van de dialecten rond de kernen Hazebroek, Kassel en Duinkerke. Het dialect van Belle werd gesproken in een tiental gemeenten en wijken van de oude kasselrij. Carnel illustreerde het grammaticale gedeelte van zijn studie met vele voorbeelden uit de gesproken taal. De schrijver was er zich zeer van bewust dat de gesproken taal nagenoeg het enige restant was van het Vlaams in Noord-Frankrijk, dat bijgevolg dringend moest worden vastgelegd. Volgens Carnel waren de grenzen van het Vlaamse taalgebied onveranderd gebleven sedert Edmond de Coussemaker in 1857 zijn werk "Délimitation du Flamand et du Français dans le Nord de la France" had gepubliceerd.
Relatie tot Gezellemedesticher Comité Flamand de France
BronnenWilly Muylaert, Frans-Vlaanderen. in: Reizen in den Geest; https://data.bnf.fr/fr/10521648/desire_carnel/ ; Nationaal Biografisch Woordenboek http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/nbwv/#page=0&accessor=accessor_index&view=imagePane
NaamRoumanille, Joseph
Datums° Saint-Rémy-de-Provence, 08/08/1818 - ✝ Avignon, 24/05/1891
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; leraar
VerblijfplaatsFrankrijk
BioRoumanille is een Provençaals schrijver en gekend als de vader van de Félibrige, een 19de-eeuwse emancipatiebeweging die ijverde voor de heropbloei van de Provençaalse cultuur en taal. Gezelle voelde zich verwant met deze beweging en zeker met Roumanille, de meest volkse van de beweging. Hij werd geboren op een hofstee en werd eerst klerk en later leraar in Nyon en Avignon. Hij schreef in het Provençaals omdat zijn moeder zijn eerste pennenvruchten niet kon lezen. Roumanille gaf pittige conférences en lezingen, schreef humoristische verhalen, fabels en satiren maar ook tedere, mystische en religieuze gedichten, waaruit een diep gevoel voor de natuur spreekt.
Links[wikipedia]
NaamMistral, Frédéric
Datums° Maillane, 8/09/1830 - ✝ Maillane, 25/03/1914
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; dichter; lexicograaf
VerblijfplaatsFrankrijk
BioFrédéric Mistral was schrijver, dichter en lexicograaf. In 1904 won hij de Nobelprijs literatuur. Hij was medeoprichter van Le Félibrige, een vereniging van dichters en schrijvers ter bevordering van de Provençaalse taal (langue d'oc). Het genootschap bouwde een netwerk uit met andere schrijvers die zich inzetten voor regionaal gesproken talen. Gezelle opende het eerste nummer van Biekorf met een vers uit Mistrals gedicht Mireio. Hij voelde zich verbonden omwille van de taalstrijd en vertaalde ook twee strofen uit "Mirèio" van Mistral.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; Comité flamand de France
BronnenReizen in den geest. De boekenwereld van Guido Gezelle. / door E. Depuydt; A. De Vos; W. Muylaert.. (teksten); L. Vandamme (samenst.). - Brugge : Openbare bibliotheek "Biekorf", 1999, p.167-170

Naam - plaats

NaamBailleul
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamRijsel
GemeenteLille

Naam - instituut/vereniging

NaamComité Flamand de France
BeschrijvingHet Comité Flamand de France werd opgericht op 10 april 1853 door de jurist Edmond de Coussemaker, eerste voorzitter, en vijf andere leden van de "Société dunkerquoise pour l'encouragement des sciences, des lettres et des arts". Het is een academische vereniging met als doel de studie en de verspreiding van de Vlaamse cultuur in Frans-Vlaanderen. De vereniging is nog altijd actief. Zij geeft een jaarboek, "Annales du Comité Flamand de France", voor het brede publiek uit, en een "Bulletin du Comité Flamand de France" voor de leden. Het Comité is gevestigd in Hazebrouck. Het kende een grote bloei, en kreeg ook buitenlandse aandacht van figuren zoals Jakob Grimm, Hendrik Conscience, Prudens Vanduyse, enz. Ook Guido Gezelle werd lid in 1886 en erelid in 1891. Hoewel het Comité het Vlaamse culturele erfgoed bestudeert en verzamelt kent het geen afkeer tegenover de Franse Republiek en hield het zich anderzijds afzijdig van het Vlaamse nationalisme.
Datering10/04/1853-
NaamSociété des sciences, de l'agriculture et des arts de Lille (SSAAL)
BeschrijvingIn 1862 luidt de doelstelling van de vereniging: het stimuleren van de wetenschappen, letteren, schone kunsten, landbouw en industrie. Dit gebeurt o.a. door prijzen en eremedailles uit te reiken. SSAAL geeft verschillende publicaties uit, waaronder de "Revue du Nord".
Datering1802-heden
Links[wikipedia]

Titel - ander werk

TitelLe dialecte flamand de France
AuteurCarnel, D.
Datum1891
PlaatsParis
UitgeverBouillon

Titel02/01/1890, Bailleul, Eugeen Cortyl aan [Guido Gezelle]
EditeurInge Geysen; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderCortyl, Eugeen
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum02/01/1890
VerzendingsplaatsBailleul
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Gepubliceerd inDe brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899) / door Christine Decoo. - Gent : onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1984, dl.1, p.51-52
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 180x116
wit
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden watermerk: Opaque, afbeelding, Au Bon Marché
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6253
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12597
Inhoud
IncipitMonsieur Bonvarlet, notre
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.