<Resultaat 1290 van 2074

>

p1
UNIVERSITÉ CATHOLIQUE DE LOUVAIN
Eerweerde Heer[1]

Ik bedank uE. voor de eere die ge mij gedaan hebt met mijne al te onbeduidende woorden over het lijk van eenen vriend over te drukken in de Gazette van Brugge[2] Ik heb spijt dat men in mijn handschrift gelezen hebbe “gedregen. - ingeslegen” p2zoo schrijf ik gewoonlijk niet.

Dien dank en die bemerking zend ik uE bij gelegenheid. Pater Van Honsebrouck, Redemptorist te Rousselare, oud onderpastor van Sint Gillis zendt mij dezen nevenliggenden brief, en ’t is mij een zoete plicht u denzelven te overhandigen en u hetp3recht over te zetten door de Eerweerde schrijver mij gegeven.

Aanveerd Eerweerde de verzekering mijner hoogachting en genegenheid.
Uw dienaar
I Hemeryck

Noten

[2] ”Begraving van den Eerw. H. Em. Demonie.” in: Gazette van Brugge 11/1/1890 p. 2.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamHemeryck, Isidoor
Datums° Beveren, 10/04/1843 - ✝ Leuven, 13/05/1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; hoogleraar; vicerector; geestelijk directeur
BioIsidoor Hemeryck, zoon van Karolus Hemeryck, brouwer en herbergier, en Isabella Verlez, was oud-leerling van het kleinseminarie te Roeselare: humaniora (retorica 1864) en filosofie (1865). Op 01/12/1863 vroeg hij aan Gezelle een gedicht voor het jubelfeest van de Mariacongregatie in het kleinseminarie. Gezelle schreef Als Pius spreekt. Hij ontving zijn priesterwijding op 19/12/1868. Hij was leraar aan het St. Lodewijkscollege te Brugge van 07/1868 tot 09/1872. Vanaf 09/1872 was hij vicerector van het Justus Lipsiuscollege. In 1880 werd hij president van het Justus-Lipsiuscollege en hoogleraar Latijn, Duits en Nederlands aan de Ecole normale ecclésiastique des humanités. Hij was ook betrokken bij het Institut préparatoire aux écoles spéciales. Vanaf 1887 was hij assessor van de vicerector en vanaf 1875 werd hij geestelijk directeur van de Zusters van Liefde te Leuven. Hij werd erekanunnik te Brugge (08/04/1885). Hij was de vertrouwensman van bisschop Faict aan de universiteit.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedicht
BronnenR. Vanlandschoot, Albrecht Rodenbach. Biografie, p.395

Briefschrijver

NaamHemeryck, Isidoor
Datums° Beveren, 10/04/1843 - ✝ Leuven, 13/05/1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; hoogleraar; vicerector; geestelijk directeur
BioIsidoor Hemeryck, zoon van Karolus Hemeryck, brouwer en herbergier, en Isabella Verlez, was oud-leerling van het kleinseminarie te Roeselare: humaniora (retorica 1864) en filosofie (1865). Op 01/12/1863 vroeg hij aan Gezelle een gedicht voor het jubelfeest van de Mariacongregatie in het kleinseminarie. Gezelle schreef Als Pius spreekt. Hij ontving zijn priesterwijding op 19/12/1868. Hij was leraar aan het St. Lodewijkscollege te Brugge van 07/1868 tot 09/1872. Vanaf 09/1872 was hij vicerector van het Justus Lipsiuscollege. In 1880 werd hij president van het Justus-Lipsiuscollege en hoogleraar Latijn, Duits en Nederlands aan de Ecole normale ecclésiastique des humanités. Hij was ook betrokken bij het Institut préparatoire aux écoles spéciales. Vanaf 1887 was hij assessor van de vicerector en vanaf 1875 werd hij geestelijk directeur van de Zusters van Liefde te Leuven. Hij werd erekanunnik te Brugge (08/04/1885). Hij was de vertrouwensman van bisschop Faict aan de universiteit.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedicht
BronnenR. Vanlandschoot, Albrecht Rodenbach. Biografie, p.395

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamLeuven
GemeenteLeuven

Naam - persoon

NaamDemonie, Emiel; skald; Wilfried; Logicus; De Monie
Datums° Roeselare, 28/07/1846 - ✝ Brugge, 03/01/1890
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; hoofdredacteur; auteur
BioEmiel Demonie, zoon van Desiderius Demonie, koopman, en Justina Verhaeghe, was leerling aan het kleinseminarie te Roeselare en hij werd er op 1 oktober 1869 zelf ook leraar. Hij was er lid van Gezelles confraternity. Hij was de neef van Polydoor Demonie. Zijn priesterwijding ontving hij te Brugge op 7 november 1869. In 1874-1875 was hij poësistitularis van Albrecht Rodenbach in de Groote Stooringe. De studenten van Demonie weigerden tijdens een feest van de superior een Frans lied te zingen. Mede hierdoor werd hij ontslagen. Rodenbach schreef voor hem het gedicht De Meester. In Brugge werd hij onderpastoor van de Sint-Gilliskerk (22/08/1879) en godsdienstleraar aan de rijksnormaalschool voor meisjes (29/12/1884). Hij schreef artikels voor Loquela en was één van de medestichters van het tijdschrift Biekorf. In opvolging van Amaat Vyncke was hij een tijdje hoofdredacteur van De Vlaamsche Vlagge en hij schreef er artikels onder de schuilnamen Skald, Logicus en Wilfried. Hij was ook medewerker van de Almanak voor de leerende jeugd van Vlaanderen (1875-1876). Gezelle droeg het gedicht Ach, hoe dikmaals was 't mijn lot niet aan hem op. Bij zijn overlijden in 1890 schreef Gezelle het gedicht Wij bouwden op uw leven een getemmer.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie; zanter (WDT); medestichter van Biekorf; medewerker Loquela; correspondent; gelegenheidsgedicht
Bronnen https://nevb.be/wiki/Demonie,_Emiel
NaamHemeryck, Isidoor
Datums° Beveren, 10/04/1843 - ✝ Leuven, 13/05/1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; hoogleraar; vicerector; geestelijk directeur
BioIsidoor Hemeryck, zoon van Karolus Hemeryck, brouwer en herbergier, en Isabella Verlez, was oud-leerling van het kleinseminarie te Roeselare: humaniora (retorica 1864) en filosofie (1865). Op 01/12/1863 vroeg hij aan Gezelle een gedicht voor het jubelfeest van de Mariacongregatie in het kleinseminarie. Gezelle schreef Als Pius spreekt. Hij ontving zijn priesterwijding op 19/12/1868. Hij was leraar aan het St. Lodewijkscollege te Brugge van 07/1868 tot 09/1872. Vanaf 09/1872 was hij vicerector van het Justus Lipsiuscollege. In 1880 werd hij president van het Justus-Lipsiuscollege en hoogleraar Latijn, Duits en Nederlands aan de Ecole normale ecclésiastique des humanités. Hij was ook betrokken bij het Institut préparatoire aux écoles spéciales. Vanaf 1887 was hij assessor van de vicerector en vanaf 1875 werd hij geestelijk directeur van de Zusters van Liefde te Leuven. Hij werd erekanunnik te Brugge (08/04/1885). Hij was de vertrouwensman van bisschop Faict aan de universiteit.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedicht
BronnenR. Vanlandschoot, Albrecht Rodenbach. Biografie, p.395
NaamVan Honsebrouck, René
Datums° Werken, 31/10/1845 - ✝ Antwerpen, 14/07/1923
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; pater
BioRené Van Honsebrouck, zoon van Amandus Van Honsebrouwk, herbergier en Virgina Carbonez, ontving zijn priesterwijding te Brugge op 17/12/1870. Hij werd achtereenvolgens onderpastoor te Koolskamp (24/05/1871) en onderpastoor van de Sint-Gilliskerk te Brugge (27/08/1875). Hij werd redemptorist in september 1880.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent

Naam - plaats

NaamLeuven
GemeenteLeuven
NaamRoeselare
GemeenteRoeselare

Naam - instituut/vereniging

NaamUniversiteit Leuven
BeschrijvingDe Universiteit van Leuven werd gesticht in 1425 en opgeheven in 1797. Na een onderbreking werd ze heringericht vanaf 1834. Gezelle had er talrijke contacten zowel onder de professoren als bij de studenten. In 1887 werd hij Doctor honoris causa van de Leuvense universiteit.
Datering1425
Links[wikipedia]

Titel - ander werk

TitelGazette van Brugge (periodiek)
Datum1795-1919
PlaatsBrugge
UitgeverJoseph Bogaert; Louis Bernard Herreboudt; Gustaaf Stock

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Hemeryck, Isidoor

Correspondenten

Gezelle, Guido
Hemeryck, Isidoor

Naam - instituut/vereniging

Universiteit Leuven

Naam - persoon

Demonie, Emiel
Hemeryck, Isidoor
Van Honsebrouck, René

Naam - plaats

Leuven
Roeselare

Plaats van verzending

Leuven

Titel - ander werk

Gazette van Brugge

Titel16/01/1890, Leuven, Isidoor Hemeryck aan [Guido Gezelle]
EditeurPaul Thoen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderHemeryck, Isidoor
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum16/01/1890
VerzendingsplaatsLeuven (Leuven)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 134x103
wit
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papier met briefhoofd: Université Catholique // de // Louvain // bijlage: brief van René Van Honsebrouck aan I. Hemeryck van 15/01/1890 nr.6258
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: aan Gezelle (CD); idem links onder briefhoofd: aan de Monie ? (potlood, schuin, hand C. D.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6260
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12604
Inhoud
IncipitIk bedank uE. voor de eere
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.