Lieve Meester
Ik lig nog altyd werkvast aan 't fabriek. 't Is al dat ik 's avonds een beetje lezen kan. Ge kunt denken hoe geern ik uw dichtje op den (hier de) ploeg gelezen heb en herlezen. 't Is aller schoonst en 't smaakt naar nog.
In uw leste loquela vind ik verbomen (hier verboomen)[1] met eenen tegen overgestelden zin gebruikt als hier. Hier zegt men 't kwaad zalder wel uitgaan: 't zal wel verboomen. Ik heb altyd gemeend dat die spreuk uit den weversstiel voortkwam Verboomen (scherp lang) wilt zeggen op eenen anderen boom doen sprekende van de keten. Onze spreuk en kan niet komen van bodem want daar zeggen wy bom tegen en verbommen en is niet gekend.
Ik ben gelukkig U te melden dat ikp2eene villa gehuurd heb te Middelkerke tegen dat ik hier weg kan waarschynelyk rond den 5 Augustus voor 6 weken.
Er zal een bed zyn voor U
Dus vraag ik U rond wat tydstip ik U voor eenige dagen daar zal mogen verwachten.
Uw toegenegen
Alf Janssens De Schryver
Sint Niklaas 25 Juni 1890.