Ik hebbe U te danken, en dat doe ik bij dezen geerne ende van herten, voor het groote genoegen dat de lezinge uwer vervlaamschinge[1] van Halbertsma's “Geboorteleppel” mij verschaft heeft. Oprecht veel genoegen heb ik daarin gevonden. Immers zoo schoone, zoo sierlik ende liefelik, zoo echt volksaardig hebt Gij dat Friesch vervlaamscht, dat het mij is, leze ik uw vlaamsch, alsof het friesch ware, zoo eigen is het mij. Hoe eenvoudig en ongekunsteld, hoe ongedwongen en natuurlik is toch uwe en mijne taalform, tegenover het stijve, gekunstelde, onnatuurlike, leelike hollandsch, dat zoo velen schrijven en spreken, dat zoo velen ons willen opdwingen, en als d'aleen-geldige taalform beschouwen. Nu - wij weten wel beter, niet waar? Gij en ik, en wijp2streven er naar ook anderen voor ons inzicht te winnen.
Hebt Gij allichte nog eenen No[2]14 van de Biekorf beschikbaar? Ei! zoo Gij mij dan een genoegen zoudt willen doen, zend het dan aan den Achtbaren Heer Dr Jur: Pieter Jelles Troelstra, Advocaat tot Leeuwarden in Friesland, Noord-Nederland. Ik brenge U daarvoor mijnen vriendeliken dank bij voorbate. Den Heere Troelstra, een goê-Fries, zult Gij daarmede eene deugd doen, en der Biekorve allichte ook.
In mijne maagschap, waar de oud-friesche zeden nog in eere gehouden worden, zijn de geboortelepels ook nog in voege. Ik zelve heb er eenen schoonen, en mijn zoon eveneens, naukeurig gelijk aan den mijnen ende door den zelfden zilversmid verveerdigd. T'ende den steel staat er een schoener op, met volle zeil en treil.
Zulke geboortelepels met allerlei zinnebeelden er op, en met opschriftenp3buiten op het blad, zijn er nog bij honderden en honderden in Friesland. Ik heb er ook nog zeer oude gezien met heiligen-beeldekens op den steel; die dagteekenen nog van vóór den jare 1600. Later maakte men ze meest met de beeldekens van Geloof, Hope en Liefde daarop, of met allerlei zinnebeelden, ontleend aan het bedrijf van den gever, als: een molen, een schip, peerd of koe of visch, enz.
Hier is alles in goeden welstand. Ik hope van herten dat het ook alzoo ten uwent mag wezen.