Ziehier wat ik over tijd van jaren nopens de vijve[1] aangeteekend heb:
“Vijfve.
“In de acten der Brugsche classis[2] (handschrift van Cupus), komt onder de Generalia, behandeld op de klasse te Sluis, den 12n April 1583, art. 11, dit voor:
“Gevraecht zijnde, of een lidtmaedt vermach koyen ende peerden, ghesleghen vander vijfve, belesen, andwoordt: neen.”[3]
- - - - -
(Bijdragen tot de Oudheidskunde en Geschiedenis inzonderheid van Zeeuwsch-Vlaanderen, III, 391).[4]
En op blz. 290 van deel IV[5]p2Vijfve. - Mr. J. Egberts Risseeuw: “Er wordt ook thans nog, zoo schrijft hij, door aangeduid de kleine kolder, waarvoor geen geneesmiddel bekend zijnde, bezweeringen en gebeden werden aangewend. ‘t Is eene kwaal, die bij de paarden voorkomt en ook somtijds, doch zelden, bij het hoornvee. Het woord komt voor in een oud woordenboek, aldus: “Vijve, morbus, verminatio, cyclus”. (Kiliaen heeft: “Vijve, vijver, fijve, fijver, verminatio, cyclus, morbus periculosissimus animalium, cum a verme praecipue infestantur (Gallico. - avive.”
- - - - - - - - - - - -
“Tusschen Brugge en Sluis is een plaatsje, waar de daemonen zich oudtijds sterk ophielden, en wel in de nabuurschap van het gehucht de Brouwers, niet ver van Coolkerke, langs welk gehucht het oude Zwin vloeide, en welks wateren een magtigen invloed op die daemonen hadden. In een moeras of een stuk van die oude vaart[6] hadden jaarlijks exorcismen[7] plaats, en dat wel tot in 1793 toe. In de nabuurschap van de Brouwers heeft tot in 1785 een wagen of koets gestaan, waarin men geloofde dat de Booze in persoon zijn verblijfp3hield. Sommigen zeggen, dat die wagen door de liberalen van 1785 in triomf is weggevoerd; anderen zeggen, dat dit geschied is in 1793.”
Verder:
“Het woord Vive is nog heden bij de landlieden in deze streken en in Vlaanderen in gebruik. Het schijnt, dat men door eene insnijding achter het oor de paarden thans van die kwaal geneest. Dat de Brugsche classis de bezweringen in dezen verbood, toont den afkeer van het Protestantisme omtrent bijgeloovigheden.”[8]
Ziedaar, mijn geachte Heer, wat ik van de Vive weet. Is het bovenstaande niet geheel en al klaar, het is toch raar.
Misschien hangt het volgende met de vijve tehoop:[9]
Gang ût, nesso, mid nigun nessiklînon,
ût fana themo marge an that bên,
fan themo bêne an that flêsg,
ût van themo flêsge an thia hûd,
ût fan thera hûd an thesa strâla.
drohtin, uuerthe sô!
Inp4alle geval, gaat die uitlezing van worms te gaâr met de belezing der peerden die kootlam waren:
+ Primum Pater noster.[10]
Visc flôt aftar watare, verbrustum sîna vetherun; thô gihêlida ina úse druhtin. The selvo druhtin, thie thena visc gihêlda[11] thie gihêle that hers theru spuriholtî. Amen.
En wanneer krijg ik nu eens goed bescheid nopens de tafel[12] van Loquela?
Uw toegenegen