Hebbe uwe antwoorde ontvangen en wel verstaan meene ik en zal voort doen.
Doch, 't is waar ja, 300 fr. voor Tijdkrans is weinig maar, 't is een blend schatten vermits ik aan De Meester niet zeggen en kan hoe lang het werk zijn zal. En kunt gij geene nadere inlichtingen geven? Ik hebbe geheel wel verstaan dat vele stukken meer als 2 verzen en min als 200 zullen bevatten, maar ik mag dat vraagstuk bewerken en in eveninge[1] brengen, nog en kan ik de middelmatige weerden van X niet vinden, zelve niet met le Calcul des Probabilités. Misschien zouden wij beter wachten van de overeenkomste te maken tot dat het handschrift veerdig is. Doch 't is ook een droef beginnen voor De Meester als hij niet zeker en is van den Tijdkrans ook te mogen uitgeven.
"Kunt gij er entwa meê doen" gelijk te Brugge. Haddet gij het handschrift veerdig of daaromtrent, wij zouden recht uit kunnen de schattinge maken.
Nu anders:p21°) Hierbij den brief voor Loquela. Gelieft hem te onderteekenen en dan uwe stoute schoenen aan te trekken om hem te behandigen aan M. Tack die voor alles zorgen zal. Aub. en laat het niet.
2°) Kunt gij allichte niet wat zenden van Rhoumanille of andere, 't is krotte in Vlaanderland. En vergeet "Je wil meêgaan" niet.
3°) Hier hebben wij eenen brief van Noterdaeme die zegt:
"Ben bezig met de tafel op te maken van al de klankverwisselingen die in de 9 eerste jaren van Loquela voorkomen; alzoo:
a = e = i, man, mensch, minsch II (jaarg) 89 blz (halfz)
a = e, mansch, mensch I 50, 54, II 2, III 28
ar = ra, kramen, karmen III 29
an = a kraneke, krake III 30
enz.
Zou Biekorf daarmeê gediend zijn, moeste ik het opzenden? ".
Wij peizen dat dit beter in Loquela zelve zou komen, of toch in de Wetensweerdigheden. Wat dunkt ‘t er u van?
4°) Met Carton zullen wij al doen wat mogelijk is. Vandage schrijve ik naar Persynp3om zijn gedacht te vragen.
4°) Gij hebt vergeten te antwoorden over de volgorde van de Dichtwerken en over den Voorbode[2]
5°) 't Is nog ne keer uit, meene ik.