<Resultaat 1425 van 2074

>

p1
GAND.

UNIVERSITÉ DE L'ÉTAT.

BIBLIOTHÈQUE.

Cher & honoré Collègue.

Dans une liasse de pièces provenant du poète Rens, acquise récemment, je viens à rencontrer une copie du fragment du Manuscrit de Martin van Torhout. Cette copie est d’une écriture qui m’est inconnue; elle n’est pas de D. Vander Meersch.

Contient:

Boec van Catone.[1] 4 pp.

Legende van Maria Egyptiaca.[2] 9 pp

3°: …. 4 pp

Il n’est pas dit où existe l’original. Le titre du cahier in-folio porte: Breukstukken van aloude poesy door Martin van Torhout in de abdy van Enaeme ten jaere M. CC. XC.

Dans la maison occupé par feu Mme la comtesse Borluut d’Hoogstraten on vient de trouver 7 caisses de papiers et documents anciens. Ce sont sans doute des archives de famille. Mr de Formanoir, un des héritiers,[3] a promis de me les communiquer. S’il y a là quelques pièces inédites flamandes du XIV° ou du XV° siècle vous en aurez la primeur.

Je saisis cette occasion pour vous adresser mes meilleurs souhaits à l’occasion de la prochaine nouvelle année

Bien dévoué
F. Vanderhaeghen

Noten

[1] Het erg geliefde schoolboek ”De boec van Catone“ (393 regelen, onvolledig) is onderdeel van het ”Oudenaardse Rijmboek“ van de late 13e eeuw, ook ”Codex Enamensis“ genoemd naar de benedictijnerabdij van Ename. De codex wordt bewaard in het stadsarchief van Oudenaarde en bestaat uit 33 losse perkamenten vellen. De bladen bevatten fragmenten van 12 verschillende dichtwerken en werden omstreeks 1530 versneden en als schutbladen gebruikt voor boekbanden van registers. Als auteur van de twaalf gedichten uit dit handschrift wordt Martijn van Torhout aangenomen. ”Het boek van Catone“ gaat zelf terug op de ”Disticha moralia“ van Dionysius Cato (3de of 4e eeuw).
[2] Dit bekeringsverhaal over een woestijnheilige is eveneens een onderdeel van het ”Oudenaardse Rijmboek”. (690 regelen, onvolledig).
[3] De barones stierf in 1891.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVander Haeghen, Ferdinand
Datums° Gent, 16/10/1830 - ✝ Gent, 22/01/1913
GeslachtMannelijk
Beroepbibliothecaris; bibliograaf; gemeenteraadslid; grondeigenaar
BioFerdinand was de zoon van Desiderius Vander Haeghen, drukker-uitgever van "Gazette van Gent". Hij was een echte bibliofiel en werd bibliothecaris van de universiteit Gent (1869-1911). Hij woonde op het kasteel Maelte te Sint-Denijs-Westrem, waar Gezelle op bezoek kwam. Hij was gebeten door geschiedenis en publiceerde ook de enorme "Bibliographie Gantoise" (1858-1869). Hij startte in 1859 met de collectie 'Vliegende Bladen', een enorme verzameling losse documenten. Hij verzamelde Gentse drukken en in 1872 werd zijn collectie inclusief handschriften ondergebracht in de Gentse universiteitsbibliotheek. Hij was ook een Gents liberaal gemeenteraadslid (1863-1872). Vanaf 1886 was hij lid van Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en letterkunde.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; aanvrager gelegenheidsgedicht; stichtend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en LetterkundeKoninklijke Vlaamse Academie

Briefschrijver

NaamVander Haeghen, Ferdinand
Datums° Gent, 16/10/1830 - ✝ Gent, 22/01/1913
GeslachtMannelijk
Beroepbibliothecaris; bibliograaf; gemeenteraadslid; grondeigenaar
BioFerdinand was de zoon van Desiderius Vander Haeghen, drukker-uitgever van "Gazette van Gent". Hij was een echte bibliofiel en werd bibliothecaris van de universiteit Gent (1869-1911). Hij woonde op het kasteel Maelte te Sint-Denijs-Westrem, waar Gezelle op bezoek kwam. Hij was gebeten door geschiedenis en publiceerde ook de enorme "Bibliographie Gantoise" (1858-1869). Hij startte in 1859 met de collectie 'Vliegende Bladen', een enorme verzameling losse documenten. Hij verzamelde Gentse drukken en in 1872 werd zijn collectie inclusief handschriften ondergebracht in de Gentse universiteitsbibliotheek. Hij was ook een Gents liberaal gemeenteraadslid (1863-1872). Vanaf 1886 was hij lid van Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en letterkunde.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; aanvrager gelegenheidsgedicht; stichtend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en LetterkundeKoninklijke Vlaamse Academie

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamGent
GemeenteGent

Naam - persoon

NaamVander Haeghen, Ferdinand
Datums° Gent, 16/10/1830 - ✝ Gent, 22/01/1913
GeslachtMannelijk
Beroepbibliothecaris; bibliograaf; gemeenteraadslid; grondeigenaar
BioFerdinand was de zoon van Desiderius Vander Haeghen, drukker-uitgever van "Gazette van Gent". Hij was een echte bibliofiel en werd bibliothecaris van de universiteit Gent (1869-1911). Hij woonde op het kasteel Maelte te Sint-Denijs-Westrem, waar Gezelle op bezoek kwam. Hij was gebeten door geschiedenis en publiceerde ook de enorme "Bibliographie Gantoise" (1858-1869). Hij startte in 1859 met de collectie 'Vliegende Bladen', een enorme verzameling losse documenten. Hij verzamelde Gentse drukken en in 1872 werd zijn collectie inclusief handschriften ondergebracht in de Gentse universiteitsbibliotheek. Hij was ook een Gents liberaal gemeenteraadslid (1863-1872). Vanaf 1886 was hij lid van Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en letterkunde.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; aanvrager gelegenheidsgedicht; stichtend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en LetterkundeKoninklijke Vlaamse Academie
NaamVan Torhout, Martijn
Datums° 13de eeuw (?)
GeslachtMannelijk
Beroepschrijver; dichter
BioMartijn Van Torhout was een middelnederlands schrijver en werd als auteur van het gedicht De boec der biechte genoemd in het zgn. ‘Rijmboek van Oudenaarde’: een bundel gedichten die ca 1300 wellicht in de abdij van Ename tot stand is gekomen.
Links[dbnl]
NaamRens, Frans
Datums° Geraardsbergen, 02/02/1805 - ✝ Gent, 19/12/1874
GeslachtMannelijk
Beroepbelastingambtenaar; inspecteur lager onderwijs; redacteur; auteur; dichter
BioFrans Rens werkte als belastingambtenaar en inspecteur lager onderwijs, maar werd bekend als letterkundige. Hij publiceerde al vanaf 1827 gedichten te Eeklo, maar na zijn verhuizing naar Gent in 1932 ook prozawerk. Daarnaast was hij (hoofd)redacteur voor een aantal vooraanstaande geschiedkundige en literaire tijdschriften. Hij was ook medestichter van het Vlaemsch Gezelschap (1846) en hij werd in 1851 lid en later voorzitter (1862-1874) van het Willemsfonds. Hij werd benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde.
Links[wikipedia]
Bronnen https://www.willemsfonds.be/overzicht-onze-boeken-non-fictie/geschiedenis-van-de-familie-rens-uit-geraardsbergen-jean-louis-rens
NaamVan der Meersch, Desideer Jozef
Datums° Oudenaarde, 15/09/1789 - ✝ Oudenaarde, 17/10/1863
GeslachtMannelijk
Beroeparts; auteur; historicus
BioDesideer Jozef Van der Meersch vestigde zich als geneesheerd in zijn geboortestad en werd er ook secretaris van de academie van teken- en bouwkunde. Hij bekommerde zich om de zaak van de moedertaal en hij publiceerde een aantal literaire en historische studies. Hij heeft de perkamenten bladen van het Oudenaardse Rijmboek die in de 16e eeuw gebruikt waren om boeken in te binden daaruit losgemaakt en over zijn vondsten uitvoerig verslag uitgebracht in zijn bijdrage ‘Verslag wegens een Rymboek van Martyn van Thorout, uit de XIIIe eeuw’. Dit artikel verscheen in J. F. Willens’ Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedens des vaderlands. Deel 3 (1839), p.197-218.
Links[dbnl]
Bronnen http://www.biografischportaal.nl/en/persoon/08163949
Naamvan der Plancke, Ernestine Walburga Constantia
Datums° Brugge, 21/03/1820 - ✝ Sint-Denijs-Westrem, 18/10/1891
GeslachtVrouwelijk
BioErnestine was de dochter van de Brugse schepen Pierre van der Plancke en Carolina Van Den Bogaerde. Ze trouwde op 18 mei 1847 te Gent met Balthazar Borluut d'Hooghstraete. Hun zoon, Melchior Borluut (1849-1890), die voor opvolgers-naamdragers had kunnen zorgen, overleed ongehuwd. De twee dochters trouwden met Belgische edellieden: Marie-Rosalie met Alfred de Kerchove d'Exaerde en Louise met ridder Auguste de Formanoir de la Caserie.
Links[wikipedia]
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/archiefbank ; https://www.myheritage.nl/names/ernestine_van%20der%20plancke ; rouwbrief
Naamde Formanoir de la Caserie, Auguste Marie Catherine Nicolas Bernard Ghislain
Datums° Gent, 16/06/1852 - ✝ Gent, 14/02/1932
GeslachtMannelijk
BioRidder Auguste de Formanoir de la Cazerie is van een adelijk Henegouws geslacht. Hij huwde in 1878 met Louise Borluut d'Hooghstraete, kleindochter van de Brugse schepen Pierre van der Plancke.
Links[wikipedia]
Bronnen https://gw.geneanet.org/bbdd?n=de+formanoir+de+la+cazerie&oc=0&p=auguste

Naam - plaats

NaamGent
GemeenteGent

Naam - instituut/vereniging

NaamUniveristeitsbibliotheek Gent
BeschrijvingDe Universiteitsbibliotheek Gent opende kort na de stichting van de Universiteit Gent in 1817. Geconfisqueerde boeken uit de Franse overheersing (1794-1815) werden aan de bibliotheek geschonken. Tegenwoordig bestaat de collectie uit meer dan 3 miljoen werken, waarvan een deel tot het culturele erfgoed behoort, bijvoorbeeld de middeleeuwse werken Walewein en het schaakbord en de Vita Beatricis. Sinds 2007 wordt i.s.m. het Google Book Search-project een belangrijk deel van de collectie online beschikbaar gesteld. De universiteitsbibliotheek is sinds 1942 ondergebracht in de Boekentoren, een opvallend gebouw ontworpen door de Belgische architect Henry Van de Velde.
Datering1817-heden
Links[wikipedia]
NaamSint-Salvatorabdij (Ename)
BeschrijvingIn 974 werd te Ename (deelgemeente Oudenaarde), ter beveiliging van de grens van het Heilige Roomse Rijk met het Franse Rijk, een burcht opgericht die in 1033 met de grond werd gelijkgemaakt door de 'Franse' graaf van Vlaanderen. In de periode 1056-1059, na vredesbesprekingen, verwierf de graaf de mark Ename en werd met de stichting van de benedictijnerabdij het Lotharingse rijk buiten spel gezet. De abdij werd tijdens de beeldenstorm platgebrand en door de Franse revolutionairen in beslag genomen en verbeurd verklaard. De ruïne maakt heden ten dage deel uit van de archeologische site Ename en haar rijke historiek, en archeologische vondsten worden in het Provinciaal Archeologisch Museum op een interactieve wijze tot leven gebracht.
Dateringca. 1050-1794
Links[wikipedia]

Titel - ander werk

TitelOudenaards Rijmboek of de Oudenaarde Enaamse Codex [handschrift]
Auteuro.a. Martijn van Torout
TitelDe legende van S. Maria van Egypten [handschrift]
AuteurMartijn van Torhout
Datumeind 13de eeuw

Titel29/12/1891, Gent, Ferdinand Vander Haeghen aan [Guido Gezelle]
EditeurLut De Neve; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderVander Haeghen, Ferdinand
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum29/12/1891
VerzendingsplaatsGent (Gent)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 207x133
wit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papier met briefhoofd: Gand. // Université de l'État. // Bibliothèque.
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.); op blanco zijde 2 linksboven: Van Der Haeghen (potlood, verticaal)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6485
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12764
Inhoud
IncipitDans une liasse de p<xx>>ièces> provenant du poète Rens, acquise récemment,
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.