Hoe vliegt toch de tijd voorbij, en hoe lange tijd is het al geworden, schier ongemerkt, sedert wij laastmaal aan elkanderen geschreven hebben!
Ach! honderderlei beslommeringen, die steeds mijn deel zijn, en onafgebroken volop werk, zijn de oorzaken dat er mij schier geen half uurken tijds overblijft voor eenige ontspanninge, waar toe ik de briefwisseling met mijne vele goede vrienden rekene. En nu moet er nog eene bijzondere aanleidinge komen, eer ik er toe kan overgaan U eenige regelen schrifts te zenden. Die aanleidinge bestaat hier in dat een werkje, dezer dagen in het licht verschenen, mijnep2bijzondere opmerkzaamheid heeft opgewekt, omdat ik meen dat het U, bij uwe taalkundige onderzoekingen, wel van dienst zal kunnen wezen.[1]
Dies zende ik het U toe, gelijktijdig met dezen brief, en bied het U aan, uit vriendschap. Wilt Gij het in dien zin van mij aanveerden, dan zal mij dit grooteliks verblijden.
Het tweede doel van mijn schrijven is om U te vragen hoe of het U gaat. De toezending van Loquela, steeds met zoo veel genoegen door mij ontvangen en gelezen, doet mij wel, schier met zekerheid, vermoeden dat Gij U in den besten welstand bevindt - maar ik zoude deze blijde tijdinge zoo geerne in eigen schrift van U vernemen.
Wat mij betreft, en mijnen zoon, wij bevinden ons, door Gods goedheid in den besten welstand. Gezondheidp3en welvaart zijn ons voortdurend deel. Ik ben dezen zomer niet van huis geweest, maar Andries heeft eene schoone reize gedaan naar de Noord-kaap, en nog verder tot aan de grenzen van Rusland, bij de Witte Zee. Van Drontheim in Noorwegen uit, heeft hij de reis op eene stoomboot gedaan, al de fjords van de Noorsche kuste uit en in, tusschen de eilandengroep der Lofodden[2] door en rond de Noordkaap, bij het schijnsel der middernachtzon. Hij heeft in Noorwegen en Lapland te zee en te land veel schoons en merkweerdigs gezien; en ik mocht hem weer in gezondheid en welstand t'huis terug zien.
Sedert April l.l. bewoon ik nu mijn nieuw huis[3] waar van ik mij zoo veel genoegen had voorgesteld. Helaas! de uitkomste is gants anders als de verwachtinge geweest is. Want, behalve dat het huis mij bijna eens zoo veel heeft gekost, als de oorspronkelijke berekeningp4was, openbaren er zich onophoudelijk allerlei verdrietige gebreken, van lekken, van verzakkingen, van onvoldoende afvloeiing van faecalien, enz. in de leidingen - en lang geen kleinigheden. Dit alles beneemt mij mijn genoegen en geeft mij zeer veel bekommeringen. Dit alles beneemt mij mijn genoegen en geeft mij zeer veel bekommeringen.
Nu - ik wil U niet met mijne verdrietelikheden lastig vallen, en U liever mededeelen dat mijn groot werk over Friesche namen, 't welk ik onder handen heb, goed vordert, en dat mij die arbeid veel genoegen oplevert. Konde ik daar maar meer tijd aan besteden; maar ik heb te veel afleiding. -
Van herten hoop ik dat Gij dit schrijven in den besten welstand moogt ontvangen. Ik breng U, mede namens mijnen Andries, mijne vriendelikste groeten, en verblijve, in de hope eerlang goede berichten van U te mogen ontvangen,