Grooten dank voor uwe invulsels nopens het Hanschrift[1] Ik heb ze meest alle laten drukken. De tekst geef ik uit, geheel en gansch gelijk hij is; de woordenverklaring zal in het glossarium staan. (Eehst = eescht = eischt, enz.). Ik herdruk Bouc der Biëchte en O.L.Vr. bedinghe en lof[2] alhoewel zij reeds gedrukt zijn (Taal Verbond 1854-55, cf. Petit), om hunne kleine gedaante en groote waarde. - Niet alleen de 5 verzen van mijne Mnl. Ged. blz.14, maar het geheele stuk, v. 86-145, komt hier in een ander kleed. - Ik zal U verder de proeven zenden want met U is er altijd iets te leeren.
p1
Mijn Eerw. Heere
Guido Gezelle
Lid der Koninklijke Vlaamsche Academie
te
Kortrijk
19, handboogstraat.
Guido Gezelle
Lid der Koninklijke Vlaamsche Academie
te
Kortrijk
19, handboogstraat.
p2
Waarde Collega.
Uw. dienstwillige
NdePauw
Gent, 9 mei - 93.
Noten
[1] Vandaag zijn de fragmenten waarover sprake in de correspondentie N. De Pauw met Gezelle bekend als de “Enaamse codex” of “Oudenaards Rijmboek” en onderdeel van de Vlaamse Topstukkenlijst. Ze worden bewaard in het stadsarchief van Oudenaarde. Het oorspronkelijk handschrift werd later losgemaakt en de bladen werden hergebruikt om boeken in te binden. De huidige codex bestaat dus uit gerecupereerde bladen. Eén blad uit het leven van Sint-Werner van het Oudenaardse handschrift is terechtgekomen in een handschrift van de Bodleian Library te Oxford.
“Sinte Waerneer”, d.i. Sint Werner (overleden in 1287), is een berijmd heiligenleven van Martijn van Torhout, ontstaan omstreeks 1300, dat berust op het middeleeuws geloof dat de Joden jaarlijks een christenkind offeren. Het is de legende van een jongen van 13 jaar, tot wiens eer in 1428 een kerkje gebouwd werd te Bacharach aan de Rijn. Er zijn maar 236 verzen van over, uitgegeven door N. De Pauw in zijn “Middelnederlandsche Gedichten”.
[2] Andere stukken uit het “Oudenaards Rijmboek”.