<Resultaat 1541 van 2074

>

p1
Zeer Eerw. en Dierbare Collega.

Ter gelegenheid der feestdagen van Kerstmis ben ik buiten de Abdij tot woensdag aanstaande. Daarmee had ik nog de kans niet om u de Fransche Vertaling van Suso op te zenden; ik hoop het donderdag te doen, en bid UEerw goede zorg te dragen voor het werkje.

Wellicht is u het bericht van dienst, dat er eene Hoogduitsche Vertaling bestaat, onder dezen titel: Die deutschen Schriften des seligen Heinrich Seuse. Erste vollst. Ausgabe nach den ältesten Handschriften herausgeg. Von Heinrich Seuse Denifle. 1880 (Augsburg[1]).

Ik vind er een ex. van te koop in den Catalog n° XXXII van Rohrachter's Antiquariat in Lienz, Tirol, sub n° 799, aan florijn 4.50 (Oostenrijksche munt); de oorspronkelijke prijs is florijn 7.50. Hebt ge soms lust het te koopen?..

Allerzaligst Kerstfeest en nieuwjaar.
Totus tuus [2]
Fr. Serv. Daems

Noten

[1] Het werk is uitgegeven in München en niet in Augsburg. Daems mengt hier twee werken door elkaar:

1) Die deutschen Schriften des Seligen Heinrich Seuse aus dem Predigerorden. Nach den ältesten Handschriften in jetziger Schriftsprache herausgegeben von P. fr. Heinrich Seuse Denifle, aus demselben Orden. Erster Band, München, Huttler, 1880

2) Heinrich Suso's, genannt Amandus, Leben und Schriften. Nach den ältesten Handschriften und Drucken mit unverändertem Texte in jetziger Schriftsprache herausgegeben von Melchior Diepenbrock. Mit einer Einleitung von J. Görres. Dritte Auflage, Augsburg, Rollmann'sche Buchhandlung, 1854

[2] Vertaling (Latijn): Geheel de jouwe

Register

Correspondenten

NaamDaems, Servatius; Frater Domien
Datums° Noorderwijk, 04/06/1838 - ✝ Tongerlo, 30/07/1903
GeslachtMannelijk
Beroeppredikant; Norbertijner kanunnik; bibliothecaris; letterkundige
VerblijfplaatsNederland
BioServaas Daems deed zijn humaniora aan het college te Herentals en trad daarna in bij de Norbertijnen te Tongerlo, waar hij bibliothecaris werd en professor in de theologie. Hij stelde zijn talent als redenaar en als dichter vooral in dienst van zijn godsdienstig en pedagogisch ideaal. Op taalgebied nam Daems een algemeen-Nederlands standpunt in en voelde niet veel voor particularisme. Hij was lid van de Maatschappij te Leiden sedert 1882 en werd in 1886 ook verkozen tot lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Als bestuurder hield hij in 1900 onder de titel "Een eeuw van strijd" een invloedrijke toespraak over honderd jaar Vlaamse taalstrijd. Als letterkundige publiceerde hij de roman "Voor twee Vaders" (1868) en een humoristisch boekje "De Kruiwagens" (1869). Verder ook het toneelstuk "Sinte Dimphna’s Marteldood" (1874) en een aantal dichtbundels, sommige in middeleeuws trant. Hij vertaalde ook de XXste zang van Longfellows "Hiawatha". Tussen Gezelle en Daems bestond er maar matige waardering. Zo schreef hij een parodie op Gezelles "Bezoek bij 't graf".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal-en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Daems,_Servaas_D.; R. Sterkens, Servaas Daems en zijn letterkundige werken, 1935
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamDaems, Servatius; Frater Domien
Datums° Noorderwijk, 04/06/1838 - ✝ Tongerlo, 30/07/1903
GeslachtMannelijk
Beroeppredikant; Norbertijner kanunnik; bibliothecaris; letterkundige
VerblijfplaatsNederland
BioServaas Daems deed zijn humaniora aan het college te Herentals en trad daarna in bij de Norbertijnen te Tongerlo, waar hij bibliothecaris werd en professor in de theologie. Hij stelde zijn talent als redenaar en als dichter vooral in dienst van zijn godsdienstig en pedagogisch ideaal. Op taalgebied nam Daems een algemeen-Nederlands standpunt in en voelde niet veel voor particularisme. Hij was lid van de Maatschappij te Leiden sedert 1882 en werd in 1886 ook verkozen tot lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Als bestuurder hield hij in 1900 onder de titel "Een eeuw van strijd" een invloedrijke toespraak over honderd jaar Vlaamse taalstrijd. Als letterkundige publiceerde hij de roman "Voor twee Vaders" (1868) en een humoristisch boekje "De Kruiwagens" (1869). Verder ook het toneelstuk "Sinte Dimphna’s Marteldood" (1874) en een aantal dichtbundels, sommige in middeleeuws trant. Hij vertaalde ook de XXste zang van Longfellows "Hiawatha". Tussen Gezelle en Daems bestond er maar matige waardering. Zo schreef hij een parodie op Gezelles "Bezoek bij 't graf".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal-en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Daems,_Servaas_D.; R. Sterkens, Servaas Daems en zijn letterkundige werken, 1935

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamOosterlo
GemeenteGeel

Naam - persoon

NaamDaems, Servatius; Frater Domien
Datums° Noorderwijk, 04/06/1838 - ✝ Tongerlo, 30/07/1903
GeslachtMannelijk
Beroeppredikant; Norbertijner kanunnik; bibliothecaris; letterkundige
VerblijfplaatsNederland
BioServaas Daems deed zijn humaniora aan het college te Herentals en trad daarna in bij de Norbertijnen te Tongerlo, waar hij bibliothecaris werd en professor in de theologie. Hij stelde zijn talent als redenaar en als dichter vooral in dienst van zijn godsdienstig en pedagogisch ideaal. Op taalgebied nam Daems een algemeen-Nederlands standpunt in en voelde niet veel voor particularisme. Hij was lid van de Maatschappij te Leiden sedert 1882 en werd in 1886 ook verkozen tot lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Als bestuurder hield hij in 1900 onder de titel "Een eeuw van strijd" een invloedrijke toespraak over honderd jaar Vlaamse taalstrijd. Als letterkundige publiceerde hij de roman "Voor twee Vaders" (1868) en een humoristisch boekje "De Kruiwagens" (1869). Verder ook het toneelstuk "Sinte Dimphna’s Marteldood" (1874) en een aantal dichtbundels, sommige in middeleeuws trant. Hij vertaalde ook de XXste zang van Longfellows "Hiawatha". Tussen Gezelle en Daems bestond er maar matige waardering. Zo schreef hij een parodie op Gezelles "Bezoek bij 't graf".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal-en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/Daems,_Servaas_D.; R. Sterkens, Servaas Daems en zijn letterkundige werken, 1935
NaamSuso, Heinrich; Hendrik Seuse; Henricus Suso
Datums° Überlingen, 21/03/1295 - ✝ Ulm, 25/01/1366
GeslachtMannelijk
Beroepmysticus
VerblijfplaatsDuitsland
BioHeinrich Suso is een Duits mysticus, waarschijnlijk geboren in of nabij Überlingen op 21 maart 1295. De preciese afkomst is onzeker. Vermoedelijk was hij een zoon van ridder von Berg aan het Bodenmeer en heette hij eigenlijk Heinrich von Berg. Als jongeman verkoos hij de naam van zijn moeder, Seuse (of Süse). Op dertienjarige leeftijd trad hij in het klooster van de Dominicanen in Konstanz. Na een visioen, vijf jaar later, begon hij zich te kastijden en legde zich daarna toe op de mystiek. Hij volgde studies bij de Dominicaan Meester Eckhart en werd lector in Konstanz. Vanaf 1335 werkte Heinrich Suso als zielzorger en werd verkozen tot prior van zijn kloostergemeenschap, maar door tegenkantingen overgeplaatst naar Ulm waar hij overleed op 25 januari 1366. In 1631 zalig verklaard. Hij wordt gewoonlijk in één adem genoemd met Meester Eckhart en Johannes Tauler als een van de Rijnlandse mystici.
Links[wikipedia]
NaamSeuse Denifle, Heinrich
Datums° Imst, 16/01/1844 - ✝ Munich, 10/06/1905
GeslachtMannelijk
Beroeppaleograaf; historicus; hoogleraar; auteur
VerblijfplaatsOostenrijk
BioHeinrich Seuse Denifle werd geboren (en gedoopt als Joseph) in het Oostenrijkse Tyrol. Zijn vader, dorpsschoolmeester en kerkorganist, stuurde hem naar het bisschoppelijk seminarie van Brixen. Hij trad in bij de Dominicanen in Graz in 1861 en nam de naam Heinrich aan, ter ere van de mysticus Heinrich Suso. Na zijn verdere studies aldaar, met intermezzo’s in Rome en Marseille, werd hij er professor in de filosofie en theologie van 1870 tot 1880 en geprezen als vermaard prediker. Hij publiceerde in die periode heel wat studies over het Gregoriaans, mystiek (o.m. over Heinrich Suso), middeleeuwse universiteiten en de 100-jarige oorlog. In 1880 werd Denifle assistent van de generale overste van de Dominicanen en naar Rome geroepen om er, op vraag van Leo XIII, een kritische editie voor te bereiden van de werken van Thomas van Aquino. Hij bezocht daarvoor vrijwel alle belangrijke archieven van Europa. In 1883 werd hij benoemd tot subarchivist van de Vaticaanse archieven en bleef dat tot zijn dood. Zijn belangrijkste werken waren de uitgave van het Chartularium van de Parijse universiteit en een baanbrekende studie over Luther en het Lutheranisme. Hij werd voor zijn wetenschappelijk werk alom gelauwerd, o.m. als doctor honoris causa van de universiteiten van Munster, Innsbruck en Cambridge en als lid van vele academies.
Links[wikipedia]

Naam - plaats

NaamAugsburg
NaamLienz

Naam - instituut/vereniging

NaamAbdij van Tongerloo
BeschrijvingDe abdij van Tongerlo is een Norbertijnerabdij bij het dorp Tongerlo in de Belgische gemeente Westerlo (provincie Antwerpen). Zij werd gesticht rond 1130 door Norbertijnen van de Sint-Michielsabdij van Antwerpen. Tot in de zestiende eeuw had zij uitgebreide bezittingen in het hertogdom Brabant. In 1789-90 speelde de abdij een rol in de Brabantse Omwenteling tegen de regering van de Oostenrijkse Nederlanden. Na het neerslaan van de opstand werden haar bezittingen in beslag genomen. Enkele jaren later kwam de abdij onder de Franse overheersing aan een voorlopig einde. In 1838 werd de orde heropgericht en kwam zij twee jaar later terug naar Tongerlo. Vermeldenswaard is dat de abdij een getrouwe kopie bezit van "Het Laatste Avondmaal" van Da Vinci.
Datering1130-heden
Links[wikipedia]

Titel - ander werk

TitelDie deutschen Schriften des seligen Heinrich Seuse. Erste vollst. Ausgabe nach den ältesten Handschriften herausgeg.
AuteurSeuse Denifle, Heinrich
Datum1880
PlaatsMünchen
UitgeverHutler
TitelŒuvres du B. Henri Suso l'Ordre des Frères Prêcheurs
AuteurSuso, Henri; Cartier, M. É. Cartier
Datum1852
PlaatsParis
UitgeverSagnier et Bray

Titel25/12/1893, Oosterlo, Servatius Daems (= Frater Domien) aan [Guido Gezelle]
EditeurRik Van Gorp; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderDaems, Servatius
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum25/12/1893
VerzendingsplaatsOosterlo (Geel)
AnnotatieBriefversie van datering: Kerstdag, 1893 ; adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie;
Fysieke bijzonderheden
Drager 102x120
groen
papiersoort: recto horizontaal beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden op verso: versiering
Toevoegingen op recto links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6632
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12913
Inhoud
IncipitTer gelegenheid der feestdagen van Kerstmis ben ik buiten
Tekstsoortkaart
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.