Koninklijke Vlaamsche Academie. ———————Woordenboek-Commissie
Gent, 12 december 1898
Hooggeachte Heer en Medelid,
In de laatste zitting van onze Commissie[1] werd medegedeeld dat het U behaagd heeft uwe uitgebreide verzameling excerpten[2] meestal uit Zuidnederlandsche schrijvers, ter beschikking van den laatsten ondergeteekende te stellen, om ze ten bate van het Woordenboek te gebruiken.
Wij verhaasten ons U daarvoor onzen innigsten dank te betuigen en U te berichten dat wij de Redactie van het Woordenboek der Nederlandsche Taal in kennis hebben gesteld met dat hooggeschat bewijs uwer deelneming in haren arbeid.
Aanvaard, Hooggeachte Heer en Medelid, de betuiging van onze vriendschappelijke gevoelens.
Th. Coopman
Julius Obrie
Willemdevreese
De Bestendige Secretaris
der K. Vl. Academie,
Fr. dePotter
Den Eerwaarden Heer Guido Gezelle,Werkend Lid der Koninklijke Vlaamsche Academie,
te Kortrijk.