Danke U wel voor uwen brief. Nu ben ik niet meer bezorgd U aangaande. Immers, 't en was niet dat ik min of meer gekrenkt zoude zijn, dat Gij mij zoo lange zonder tijding liet - o geenszins! - maar 't was omdat ik vreesde dat ziekte of andere ongeneugten U beletteden. Nu ben ik gerust, en ik danke den Heere voor uwen welstand.
Dat Gij genoodzaakt waart te verhuizen, was toch zeker een ware ongeneugt voor U. Ik heb ook meermalen door zulk eenen berg van last en moeite moeten henen worstelen, en al 't verdriet daar af ondervonden. Gelukkig dat dit alles nu achter baks is, en Gij goed en wel in de Vrouwstrate zit. Geve God U, dat Gij daar vele jarenp2in gezondheid en welstand, rustig en vredig wonen meugt.
Hier is alles wel. -
Het verheugt mij dat Gij mijne voorgestelde afleidinge van het Westvlaamsche boonken van Friesche born niet en wraakt, maar daaraan uwe zegel hecht, De Westvlaamsche uitsprake als boan bevestigt mijn vermoeden.[1]
Wat "kindsbeen" aangaat, ook ik heb in mijne jonge jaren te Leeuwarden, door eene vrouw uit het volk, eens hooren zeggen: "fan kindsgebeente af". Deze vrouw echter, zoo als mij bij ervaring duizendmalen gebleken is, was onbetrouwelijk in de woorden en uitdrukkingen die zij bezigde, in dezen zin: dat zij geerne "groote woorden" ”sesquipedalia verba" gebruikte, vooral geerne allerlei boekewoorden, de ongemeensten het liefste, in heure rede te pas (te onpas) bracht, en waar zij geen groote woorden voldoende te heurer beschikkinge en had, dezenp3ook wel schiep, naar eigen inbeeldinge (fantasie). In dezen zin heb ik heure uitdrukking "fan kindsgebeente af" ook genomen. Nu ik echter uit uwen brief leze, dat men deze uitdrukking te Kortrijk ook wel gebruikt, begin ik te twijfelen.
Zoudt Gij het niet goed vinden een vervolg achter mijn opstelleken "Boon, Been, Kind" in Biekorf te schrijven[2] waarin Gij uwe nadere toelichtingen in deze zake kondet vermelden, en misschien ook het zeer bijzondere Westvlaamsche woord baanst, banst, bast = tonder (zoo wij in Fri. zeggen) of tondel, te pas brengen? Dat ware schoon!
Geluk met uwe Vervlaamschinge[3] van Halbertsma's It jild[4] Dit is een loffelijk voornemen van U. En waar Gij met eenig Fri. woord niet goed en kunt van steê komen, ik ben steeds volgeerne bereid U te helpen wat ik kan. Gij hebt maar te vragen,p4ik bid U, en spare mij niet!
It jild. "yn eerden scealjen uwtscodsje" = in metalen schalen uitschudden. Door U overgezet: over tafel uitgieten. Eerden is eigenlijk eernen, earnen; van aes, aeris?
"pake" = grootvader. Door U als "oude Herder" weergegeven.
Uit No 2. Biekorf, bladz. 62[5]