Audenaerde, 29 November 1894.
Eerweerde Heer[1]
Ik neme de eerbiedige vrijheid UEdele de kopij terug te vragen van het Handschrift Regule Sente Augustyns[2] en uw oordeel te kennen betrekkelijk deze uitgave, die ik en een heer Advokaat onzer stad, voornemens zijn in druk te geven.
Er blijft nog over te schrijven "Het comment Meestere Hugé vá Sente Victoirs op de Regule, enz beslaande 99 bladzijden op twee kolonen geschreven, behelzende redeneeringen en bespiegelingen.
UEdele op voorhand dankend, bied ik U, Geachte Heer, de verzekering mijner hoogachting
L. J. Rooms
Den Eerweerde Eerw. Heere G. Gezelle,Lid der Koninklijke Vlaamsche Academie,
te Kortrijk.