<Resultaat 1742 van 2328

>

p1
Waarde Heer Collega,

Boekwerken mogen in den regel niet buiten de stad uitgeleend worden dan door bijzondere toelating van het Schepenen-Collegie. Om nu den korteren weg te nemen, zend ik U de bewuste Chronijk van Braband[1] op, op mijne verantwoordelijkheid, met den bedinge dat U ze mij zoo spoedig mogelijk terugzendet.

Voor meerdere zekerheid van bestelling zend ik het pakje ook niet vrachtvrij.

Minzaamt
Uw bereidwillige
CJHansen

Noten

[1] Gezelle maakte in 1896 een teksteditie van de Cornicke van Brabant (1414) van Hennen van Merchtenen. In kader van deze uitgave vroeg hij Constant Hansen, stadsbibliothecaris van Antwerpen, om de druk Van Branbant die excellente cronike uit te lenen. Gezelle vermeldde deze druk ook in de inleiding op zijn teksteditie op p.12.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamHansen, Constant Jacob
Datums° Vlissingen, 04/10/1833 - ✝ Brasschaat, 14/04/1910
GeslachtMannelijk
Beroepletterkundige; bibliothecaris
BioGeboren in 1833 uit een Deense vader en een Zeeuwse moeder verhuisde Hansen met de familie in 1835 naar Antwerpen. Na het lager onderwijs en enkele jaren atheneum werkte hij zich op als boekhouder, journalist, leraar, vertaler en adjunct-stadsarchivaris tot uiteindelijk hoofdbibliothecaris van de stad Antwerpen. In 1886 werd hij lid van de toen net opgerichte Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Ondertussen had hij zich door de beschrijving van een reis in Noord-Duitsland en Denemarken (1860), door een bloemlezing en door journalistieke bijdragen, lezingen en voordrachten bekend gemaakt in Vlaanderen als promotor van de Scandinavische cultuur en vooral als leider van een ‘Aldietsche beweging’, die een taalkundige toenadering tussen het Nederlands en het Nederduits of ‘Platduits’ beoogde door middel van een gemeenschappelijke spelling. Dit bezorgde hem overigens heel wat kritiek. Hij slaagde er wel in om in Vlaanderen belangstelling te wekken voor de Nederduitse dialecten en cultuur.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde

Briefschrijver

NaamHansen, Constant Jacob
Datums° Vlissingen, 04/10/1833 - ✝ Brasschaat, 14/04/1910
GeslachtMannelijk
Beroepletterkundige; bibliothecaris
BioGeboren in 1833 uit een Deense vader en een Zeeuwse moeder verhuisde Hansen met de familie in 1835 naar Antwerpen. Na het lager onderwijs en enkele jaren atheneum werkte hij zich op als boekhouder, journalist, leraar, vertaler en adjunct-stadsarchivaris tot uiteindelijk hoofdbibliothecaris van de stad Antwerpen. In 1886 werd hij lid van de toen net opgerichte Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Ondertussen had hij zich door de beschrijving van een reis in Noord-Duitsland en Denemarken (1860), door een bloemlezing en door journalistieke bijdragen, lezingen en voordrachten bekend gemaakt in Vlaanderen als promotor van de Scandinavische cultuur en vooral als leider van een ‘Aldietsche beweging’, die een taalkundige toenadering tussen het Nederlands en het Nederduits of ‘Platduits’ beoogde door middel van een gemeenschappelijke spelling. Dit bezorgde hem overigens heel wat kritiek. Hij slaagde er wel in om in Vlaanderen belangstelling te wekken voor de Nederduitse dialecten en cultuur.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamAntwerpen
GemeenteAntwerpen

Naam - persoon

NaamHansen, Constant Jacob
Datums° Vlissingen, 04/10/1833 - ✝ Brasschaat, 14/04/1910
GeslachtMannelijk
Beroepletterkundige; bibliothecaris
BioGeboren in 1833 uit een Deense vader en een Zeeuwse moeder verhuisde Hansen met de familie in 1835 naar Antwerpen. Na het lager onderwijs en enkele jaren atheneum werkte hij zich op als boekhouder, journalist, leraar, vertaler en adjunct-stadsarchivaris tot uiteindelijk hoofdbibliothecaris van de stad Antwerpen. In 1886 werd hij lid van de toen net opgerichte Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Ondertussen had hij zich door de beschrijving van een reis in Noord-Duitsland en Denemarken (1860), door een bloemlezing en door journalistieke bijdragen, lezingen en voordrachten bekend gemaakt in Vlaanderen als promotor van de Scandinavische cultuur en vooral als leider van een ‘Aldietsche beweging’, die een taalkundige toenadering tussen het Nederlands en het Nederduits of ‘Platduits’ beoogde door middel van een gemeenschappelijke spelling. Dit bezorgde hem overigens heel wat kritiek. Hij slaagde er wel in om in Vlaanderen belangstelling te wekken voor de Nederduitse dialecten en cultuur.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde

Naam - plaats

NaamAntwerpen
GemeenteAntwerpen

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelHennen van Merchtenen's Cornicke van Brabant (1414)

Titel - ander werk

TitelVan Brabant die excellente cronike van Vlaenderen, Hollant, Zeelant int generael
Datum1530
PlaatsAntwerpen
UitgeverIan van Doesborch

Titel21/02/1895, Antwerpen, Constant Jacob Hansen aan [Guido Gezelle]
EditeurBirgit Ampe; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderHansen, Constant Jacob
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum21/02/1895
VerzendingsplaatsAntwerpen (Antwerpen)
AnnotatieBriefversie van datering: 21. v. Sprokkelm. 1895 ; adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 210x130
wit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6697
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13060
Inhoud
IncipitBoekwerken mogen in den
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.