<Resultaat 1656 van 2126

>

p1+
Eerweerde Heer en Vriend,

Hertelijk dankbaar over uwe mededeeling.

Wat de cahiers van de Boy aangaat, ik geloof dat ik ze moet laten varen, gezien de plaats waar zij rusten. Dorpius van Leuven zal wel Martin Dorpius zijn, leeraar in het Collegium Trilingue. Het zou mij hoogst aangenaam wezen den brief van Th. Morus uit Brugge[1] gedagteekend te mogen zien.

Kunt gij mij niet niet uitleggen wat bueltonne beteekent?

“gheresolveirt te beschynckene Jan de Bonières burghemeestre van den courpse[2] met eene bueltonne wyn.”

“gheresolveirt te geven mynheere van Ongiens eene bueltonne wyns van drie zesters[3] (schier[4]).”

“Eadem was Francisco Martinez Spagnart ghetaxeirt een zester wyn de maent, makende vier bueltonnen sjaers.”[5]

Bueltonne = drie zesters. Het is bij gevolge eene maat. Maar wat wil zeggen buel?

In het toekomende boekdeel over “Troubles à Bruges” komen er vele aardige woorden. . Mag ik u later de proeven zenden om uwe aanteekeningen te verkrijgen?

uw. dankbaar en toegenegen
A.C. De Schrevel.

Kent gij het woord “Kweerne” = steen door de boeren gebruikt om graan of boekwiet te malen, wanneer er geen wind is om de molen te doen draejen?

Noten

[1] In september 1514 schreef Martinus Dorpius een lange brief waarin hij kritiek uitte op de ’Lof der Zotheid‘ van Erasmus. Een jaar later, in oktober 1515, schreef Thomas More een uitgebreid antwoord, ’Epistola ad Dorpium’, waarin hij Erasmus verdedigde. Dorpius gaf hem vervolgens gelijk. De brief van More zou opgesteld zijn in Brugge en werd voor het eerst gepubliceerd in ’Thomae Mori, Angliae ornamenti eximii, lucubrationes, ab innumeris mendis repurgatae‘ (Basel, Episcopium, 1563). (E.F. Rogers, The Correspondence of Sir Thomas More. Princeton: University Press, 1947, p.27-74)
[2] Korpsbeheerder: bestuurder, m.n. burgemeester, die de baas is over een politiekorps (Van Dale).
[3] Zester: 1. Oude inhoudsmaat van droge waren, vooral van granen of zaden, verschillend naar plaats of tijd . 2. Geijkte ton of kan voor het meten van vloeistoffen, haring, zeep e.d. (WNT).
[4] Schier: onvermengd, zuiver, klaar (WNT).
[5] De citaten komen uit: het ’Secrete resolutie bouc‘ van 1572. Deze resolutieboeken, waarin de notulen werden opgeschreven van de beraadslagingen van de stadsmagistraat op algemeen bestuurlijk gebied worden bewaard op het stadsarchief van Brugge.

Register

Correspondenten

NaamDe Schrevel, Arthur C.
Datums° Wervik, 05/01/1850 - ✝ Brugge, 18/04/1934
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; professor; vicaris-generaal; secretaris; geestelijk bestuurder; auteur
BioArthur De Schrevel, zoon van Ivon De Schrevel, geneesheer, en Melanie Liebaert, studeerde aan het bisschoppelijk college te Ieper en van september 1872 tot 1876 theologie aan de katholieke universiteit te Leuven. Hij ontving zijn priesterwijding op 07/06/1873. Hij werd professor (10/09/1877) en directeur (18/08/1880) van het grootseminarie te Brugge. De Schrevel werd erekanunnik van de Brugse kathedraal (26/07/1889) en secretaris van bisschop Waffelaert (10/06/1894). Hij werd geestelijk directeur van de dienstmaagden van de Zaligmaker te Brugge (12/03/1897), aartspriester (26/04/1905) en vicaris-generaal van het bisdom Brugge (12/12/1911). Hij nam ontslag in maart 1931 en bleef in Brugge wonen. Hij werd (bestuurs)lid van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge in 1882 en voorzitter in 1919. De Schrevel publiceerde als historicus werken over de zestiende eeuw.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamDe Schrevel, Arthur C.
Datums° Wervik, 05/01/1850 - ✝ Brugge, 18/04/1934
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; professor; vicaris-generaal; secretaris; geestelijk bestuurder; auteur
BioArthur De Schrevel, zoon van Ivon De Schrevel, geneesheer, en Melanie Liebaert, studeerde aan het bisschoppelijk college te Ieper en van september 1872 tot 1876 theologie aan de katholieke universiteit te Leuven. Hij ontving zijn priesterwijding op 07/06/1873. Hij werd professor (10/09/1877) en directeur (18/08/1880) van het grootseminarie te Brugge. De Schrevel werd erekanunnik van de Brugse kathedraal (26/07/1889) en secretaris van bisschop Waffelaert (10/06/1894). Hij werd geestelijk directeur van de dienstmaagden van de Zaligmaker te Brugge (12/03/1897), aartspriester (26/04/1905) en vicaris-generaal van het bisdom Brugge (12/12/1911). Hij nam ontslag in maart 1931 en bleef in Brugge wonen. Hij werd (bestuurs)lid van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge in 1882 en voorzitter in 1919. De Schrevel publiceerde als historicus werken over de zestiende eeuw.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamDe Schrevel, Arthur C.
Datums° Wervik, 05/01/1850 - ✝ Brugge, 18/04/1934
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; professor; vicaris-generaal; secretaris; geestelijk bestuurder; auteur
BioArthur De Schrevel, zoon van Ivon De Schrevel, geneesheer, en Melanie Liebaert, studeerde aan het bisschoppelijk college te Ieper en van september 1872 tot 1876 theologie aan de katholieke universiteit te Leuven. Hij ontving zijn priesterwijding op 07/06/1873. Hij werd professor (10/09/1877) en directeur (18/08/1880) van het grootseminarie te Brugge. De Schrevel werd erekanunnik van de Brugse kathedraal (26/07/1889) en secretaris van bisschop Waffelaert (10/06/1894). Hij werd geestelijk directeur van de dienstmaagden van de Zaligmaker te Brugge (12/03/1897), aartspriester (26/04/1905) en vicaris-generaal van het bisdom Brugge (12/12/1911). Hij nam ontslag in maart 1931 en bleef in Brugge wonen. Hij werd (bestuurs)lid van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge in 1882 en voorzitter in 1919. De Schrevel publiceerde als historicus werken over de zestiende eeuw.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamMore, Thomas; Morus, Thomas
Datums° Londen, 07/02/1478 - ✝ Londen, 06/07/1535
GeslachtMannelijk
Beroepjurist; staatsman; humanist; filosoof; schrijver
VerblijfplaatsEngeland
BioThomas More werd geboren te Londen op 7 februari 1478. Hij begon als page bij de toenmalige Lord Chancellor en aartsbisschop van Canterbury, waarna hij schone letteren en rechten studeerde. More ontpopte zich tot een belangrijk intellectueel en humanist. Hij ontwikkelde een goede vriendschap met Desiderius Erasmus. Als schrijver is More vooral bekend van zijn boek “Utopia”. Thomas More huwde voor een eerste keer met Jane Colt. In 1505 kregen ze hun eerste dochter, Margaret. In respectievelijk 1506, 1507 en 1509(?) volgden Elizabeth, Cicely en John. Jane overleed in 1511, waarna More trouwde met Alice Middleton. Thomas More had een uitgebreide politieke carrière. Hij begon in het Engelse Lagerhuis, maar werkte zich op tot Lord Chancellor. In 1521 werd hij in de adelstand verheven. Zijn carrière kwam aan een einde toen hij zich verzette tegen de scheiding van koning Hendrik VIII en Catharina van Aragon, en de Act of Supremacy (1534). In 1532 nam More ontslag. Op 17 april 1534 werd hij in de Tower opgesloten wegens hoogverraad. Een jaar later, op 6 juli 1535, werd hij onthoofd op Tower Hill. Paus Leo XIII verklaarde hem zalig in 1886, zijn heiligverklaring volgde op 19 mei 1935.
Links[wikipedia]
Naamvan Dorp, Maarten; Dorpius, Martinus; Dorpius, Martin; Naldovicenus
Datums° Naaldwijk, 1485 - ✝ Leuven, 31/05/1525
GeslachtMannelijk
Beroephoogleraar; theoloog; humanist
VerblijfplaatsNederland
BioMartinus Dorpius (latinisering van Maarten van Dorp) werd geboren te Naaldwijk in 1485. In 1501 ving hij zijn studies aan in de universiteit van Leuven. Hier ontmoette hij Erasmus met wie hij bevriend raakte. Dorpius ontwikkelde zich later zelf tot een belangrijk humanist. In 1504 rondde hij zijn studies af als Meester in de Kunsten. Hij gaf vervolgens les Latijn en filosofie aan het humanistische college De Lelie. Naast het lesgeven, schreef Dorpius toneelgedichten in het Latijn en is daarmee één van de eerste Neolatijnse dramadichters in de Nederlanden. In 1514 werd Dorpius doctor in de theologie. Hij doceerde dit vak aan de universiteit van Leuven en werd in 1519 benoemd tot hoogleraar. Drie jaar later werd hij rector magnificus. Dorpius overleed op 31 mei 1525. Erasmus verzorgde zijn grafschrift.
Links[odis], [wikipedia]

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamLeuven
GemeenteLeuven

Naam - instituut/vereniging

NaamCollegium Trilingue
BeschrijvingIn 1517 overleed de Zuid-Nederlandse jurist Hiëronymus Busleyden onverwachts in Bordeaux. Overeenkomstig met zijn testament werd een aanzienlijk deel van zijn bezittingen gebruikt om een nieuw college te stichten aan de Vismarkt in Leuven, het Collegium Trilingue. Het Drietalencollege was gewijd aan de studie van Latijn, Grieks en Hebreeuws. Desiderius Erasmus, vriend van Busleyden, was in de beginjaren een drijvende kracht achter het college. Zijn wetenschappelijke methode stond centraal in het college. Onder het motto ‘Ad fontes!’ keerden de studenten terug naar de oorspronkelijke bronnen, in plaats van te vertrouwen op uitspraken van ‘autoriteiten’. Het Latijn, Grieks en Hebreeuws waren nodig om die bronnen te onderzoeken. Het Collegium Trilingue kende een bloeiperiode in de 16de eeuw en bracht intellectuelen voort in alle domeinen, niet enkel filologie. De Tachtigjarige Oorlog maakte een einde aan deze bloei. In de 17de en 18de eeuw was er een kleine heropflakkering, maar een grote heropleving kwam er nooit meer. In 1797 werd het college definitief opgeheven onder de Franse Revolutie.
Datering1517-1797
Links[odis], [wikipedia]
NaamUniversiteits- en stadsbibliotheek Keulen
BeschrijvingDe universiteits- en stadsbibliotheek van Keulen is de grootste bibliotheek van Noordrijn-Westfalen. Ze kwam tot stand in 1920 met de oprichting van de nieuwe universiteit van Keulen. De kern van de collectie is afkomstig uit drie instellingen. De oudste van deze drie is de Syndicaatsbibliotheek, opgericht in 1602 door de Raad van Keulen. Het is een referentiebibliotheek met voornamelijk juridische werken. Daarnaast is er de Wallraf-collectie, die teruggaat op Ferdinand Frans Wallraf (1748-1824), de laatste rector van de oude universiteit. Een derde en laatste pijler is de Gymnasiumbibliotheek. Deze bibliotheek heeft zijn wortels in het Jezuïetencollege dat in 1773 werd opgeheven. Na 1794, ten tijde van de Franse bezetting, kwam de collectie bij de Keulse gymnasia terecht. Doorheen de jaren voegde de universiteits- en stadsbibliotheek van Keulen diverse landgoederen en collecties toe aan haar bezittingen.
Datering1920-heden
Links[wikipedia]

Titel - ander werk

TitelTroubles religieux du XVIme siècle au quartier de Bruges 1566-1568
AuteurDe Schrevel, A.C.
Datum1894
PlaatsBruges
UitgeverDe Plancke
TitelThomas à Kempis Navolginge Christi ... / Voormaels vertaelt, en doorgaens met verssen verciert by de heer Cornelis Boey
AuteurThomas a Kempis; Boey, Cornelis
Datum1660
Plaatss-Gravenhage
UitgeverAnthony Johannes; Pieter Tongerloo
TitelThomae Mori, Angliae ornamenti eximii, lucubrationes, ab innumeris mendis repurgatae
AuteurMore, Thomas
Datum1563
PlaatsBasel
UitgeverEpiscopius

Titel27/06/1896, Brugge, Arthur C. De Schrevel aan [Guido Gezelle]
EditeurBirgit Ampe; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderDe Schrevel, Arthur C.
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum27/06/1896
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 212x134
wit
papiersoort: 1 zijde in twee richingen beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6797
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13158
Inhoud
IncipitHertelijk dankbaar over uwe mededeeling.
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.