<Resultaat 1829 van 2307

>

p1
Goede Meester

Ik ben in brief- en santjeswisseling met den Eerw. Heer Van Dale van Merckem. Den Secretaris van 't Bisdom heb ik zelf bedankt

Ik zou aan doctor Joye schryven maar ik kan niet goed zyne woonplaats lezen. Is het Warmen?[1]

Ik hoop dat uwe valling gedaan is, de myne betert stillekens aan.

Waarvoor ik U schryf is meest voor het volgende.

Gy kent mynen ongelukkigen Karel, niet waar. Ik heb verplicht geweest den jongen uit den huize te doen, en ik heb hem met een medegezel gezet in myne villa te Middelkerke. Hy is daar zeer content. Doch zyn medegezel, een mislukt paterken, zal waarschynlyk om reden van gezondheid daar niet kunnen blyven.

Wie zal ik dan in zyne plaats stellen? p2eenen broeder, zegt men my.

Doch waar die vinden? Nu byzonderlyk dat ik zelf nog niet uitga

Men heeft my gesproken van de broeders Van Daele van Kortryk.

U moet die kennen. Zoudt gy zoo goed willen zyn van daar eens naar uit te zien, en te vragen of ik als 't nood doet niet eenen broeder zou kunnen hebben, al was het maar in afwachting? Hy zou in myne villa woonen met Karel en eene oude meid

Later als het volk begint te komen ben ik van zin hem ergens in de Ardenen eene plaats te zoeken.

Ik heb over eenige dagen Fie Weyn doen komen en heur den medewerkerspenning van Biekorf ter hand gesteld. Zy was overgelukkig. Heur baas was byzonderlyk gelukkig, zei ze, waarschynllyk om dat hy ziet dat er van al die oude prullen, waar hy de schouders voor op haalt, toch nog iets komen kan, iets dat tastbaar is p3en klinkende.

Ge moet eens naar hier komen voor eenige dagen en dan zult gy versteld staan van den uitputbaren schat van overleveringen die Fie bezit en onophoudend mededeelt.

Ik heb nog vier schryfboeken vol, gereed voor wie het uit wilt geven.

Wat dunkt u van myn gedacht van een byvoegsel in Biekorf spreek daar eens over, ik en kan het niet doen, want die heeren zyn steeg van antwoord, en weinig vriendelyk. Komt eens dan zullen wy over alles spreken.

Ik verwacht U na de volgende academievergadering schryf het op.

Vergeet toch de boodschap niet by de Broeders Van Daele.

Ik zal er U hertelyk dankbaar voor zyn.

In afwachting, Goede Meester, groet ik U met alle vriendschap.
Alf. Janssens

Noten

[1] Renaat Joye staat in het adresboekje van Guido Gezelle met als woonplaats Woumen.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamJanssens, Alfons J. M.
Datums° Sint-Niklaas, 16/10/1841 - ✝ Luzern, 01/09/1906
GeslachtMannelijk
Beroeppoliticus; dichter; auteur; textielfabrikant
BioAlfons Janssens studeerde aan het Sint-Jozefscollege van Sint-Niklaas. In 1868 was hij sergeant bij de pauselijke zoeaven. Hij huwde in 1872 en nam samen met zijn broer de leiding van de familiale textielfabriek. Hij was de medestichter van de Gilde van Ambachten en Neringen Sint-Niklaas. Vanaf 1885 was hij betrokken bij het Davidsfonds als voorzitter en in het hoofdbestuur. Hij was ook een dichter en auteur en lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Hij was zeer goed bevriend met Guido Gezelle met wie hij uitgebreid correspondeerde. Zo bleef hij bij Janssens overnachten na de zittingen van de Academie. Gezelle maakte drie gedichten voor Janssens die verband houden met deze bezoeken. Op de treinreis terug schreef hij andere gedichten zoals "Hoe helder, zwart op wit, die koe". Janssens zelf leverde bijdragen aan "De Vlaamsche Wacht", "Rond den Heerd", "Loquela", "Het Belfort" en "Vlaamsche Zanten". Als katholiek politicus was hij gemeenteraadslid van Sint-Niklaas (1885-1904 ) en lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in het arrondissement Sint-Niklaas (1892-1900).
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; Rond den Heerd; Loquela; gelegenheidsgedichten

Briefschrijver

NaamJanssens, Alfons J. M.
Datums° Sint-Niklaas, 16/10/1841 - ✝ Luzern, 01/09/1906
GeslachtMannelijk
Beroeppoliticus; dichter; auteur; textielfabrikant
BioAlfons Janssens studeerde aan het Sint-Jozefscollege van Sint-Niklaas. In 1868 was hij sergeant bij de pauselijke zoeaven. Hij huwde in 1872 en nam samen met zijn broer de leiding van de familiale textielfabriek. Hij was de medestichter van de Gilde van Ambachten en Neringen Sint-Niklaas. Vanaf 1885 was hij betrokken bij het Davidsfonds als voorzitter en in het hoofdbestuur. Hij was ook een dichter en auteur en lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Hij was zeer goed bevriend met Guido Gezelle met wie hij uitgebreid correspondeerde. Zo bleef hij bij Janssens overnachten na de zittingen van de Academie. Gezelle maakte drie gedichten voor Janssens die verband houden met deze bezoeken. Op de treinreis terug schreef hij andere gedichten zoals "Hoe helder, zwart op wit, die koe". Janssens zelf leverde bijdragen aan "De Vlaamsche Wacht", "Rond den Heerd", "Loquela", "Het Belfort" en "Vlaamsche Zanten". Als katholiek politicus was hij gemeenteraadslid van Sint-Niklaas (1885-1904 ) en lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in het arrondissement Sint-Niklaas (1892-1900).
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; Rond den Heerd; Loquela; gelegenheidsgedichten

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamSint-Niklaas
GemeenteSint-Niklaas

Naam - persoon

NaamJanssens, Alfons J. M.
Datums° Sint-Niklaas, 16/10/1841 - ✝ Luzern, 01/09/1906
GeslachtMannelijk
Beroeppoliticus; dichter; auteur; textielfabrikant
BioAlfons Janssens studeerde aan het Sint-Jozefscollege van Sint-Niklaas. In 1868 was hij sergeant bij de pauselijke zoeaven. Hij huwde in 1872 en nam samen met zijn broer de leiding van de familiale textielfabriek. Hij was de medestichter van de Gilde van Ambachten en Neringen Sint-Niklaas. Vanaf 1885 was hij betrokken bij het Davidsfonds als voorzitter en in het hoofdbestuur. Hij was ook een dichter en auteur en lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Hij was zeer goed bevriend met Guido Gezelle met wie hij uitgebreid correspondeerde. Zo bleef hij bij Janssens overnachten na de zittingen van de Academie. Gezelle maakte drie gedichten voor Janssens die verband houden met deze bezoeken. Op de treinreis terug schreef hij andere gedichten zoals "Hoe helder, zwart op wit, die koe". Janssens zelf leverde bijdragen aan "De Vlaamsche Wacht", "Rond den Heerd", "Loquela", "Het Belfort" en "Vlaamsche Zanten". Als katholiek politicus was hij gemeenteraadslid van Sint-Niklaas (1885-1904 ) en lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in het arrondissement Sint-Niklaas (1892-1900).
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; Rond den Heerd; Loquela; gelegenheidsgedichten
NaamJoye, Renaat
Datums° Woumen, 27/02/1862 - ✝ Woumen, 03/01/1910
GeslachtMannelijk
Beroeparts
BioRenaat Joye was de zoon van Pieter Francis Joye en Sophia Declerck. Hij studeerde geneeskunde te Leuven en werd dokter te Woumen.
Relatie tot Gezelleadressenboekje Gezelle; correspondent
Bronnen https://search.arch.be/nl/
NaamPeeters, Sophia Elizabeth; Vrouw Weyn; Fie Weyn
Datums° Sint-Pauwels, 30/06/1833 - ✝ Kleibeek, 12/01/ 1916
GeslachtVrouwelijk
Beroepvolkskundige; auteur
BioSophia Elizabeth Peeters was de dochter van een schaapherder. Ze trouwde in 1858 met landbouwer Ludovicus Franciscus Weyn en ze kregen 11 kinderen. Ze stond bekend als Vrouw Weyn en wordt nu gezien als de eerste Wase volkskundige. Ze kreeg weinig scholing, maar begon te schrijven op latere leeftijd. Zo schreef ze tussen 1890 en 1910 over tal van Wase volkskundige onderwerpen, waarbij ze beroep kon doen op haar fenomenaal geheugen. Gezelle zou in 1895 al tijdens de maand juli, met Alfons Janssens, Sophie Weyn op haar hoeve bezocht hebben omdat zij ’oude spreuken, recht- en bijgeloovigheid van ’t volk opschreef’ en naar het tijdschrift 'Biekorf' inzond. Tijdens een van de bezoeken aan Alfons Janssens te Sint-Niklaas zou Gezelle ook in de tuin van Sophia Weyn een reuzendistel bewonderd hebben. Dit feit inspireerde hem tot het schrijven van het gedicht 'Niemandsvriend'. Dit gedicht werd opgenomen in de bundel 'Rijmsnoer'. Over Gezelles bezoek schreef Vrouw Weyns 20 pagina’s vol. Een groot deel van haar manuscripten ging verloren of zijn in privébezit. De Openbare bibliotheek Brugge bezit naast een brief aan Gezelle ook enkele van haar schriftjes.
Relatie tot GezelleBiekorf; gedicht; correspondent
BronnenA. Walgraeve, Het Leven van Guido Gezelle, Deel II p. 269; Caesar Gezelle in ’t Daghet in den Oosten 1910; Guy Van Hoeyland, Wie heeft info over Vrouw Weyn, eerste Wase volkskundige?, in: Het Nieuwblad (15/01/2016)
NaamRembry, Ernest
Datums° Moorsele, 22/01/1835 - ✝ Brugge, 14/05/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; ondersecretaris; secretaris; vicaris-generaal; historicus
BioErnest Rembry, zoon van Jean-Aimé Rembry, geneesheer, en Clementine-Amande Delva, studeerde aan het college te Menen en kerkelijk recht te Leuven waar hij op 11/07/1859 zijn baccalaureaat behaalde. Hij werd op 29/05/1858 tot priester gewijd. Op 09/07/1859 werd hij onderpastoor van Sint-Gillis te Brugge. Hij schreef een geschiedenis van de Sint-Gilliskerk, van haar pastoors en van alle gebeurtenissen en belangrijke personen op deze parochie, door de eeuwen heen. Hij werd op 02/01/1862 ondersecretaris van het bisdom Brugge, op 24/11/1873 erekanunnik en op 29/08/1884 secretaris en officiaal. Op 20/04/1885 werd hij titulair kanunnik en op 31/05/1894 vicaris-generaal. Hoe hoger hij steeg in aanzien en vertrouwen bij de kerkelijke overheid, hoe meer hij ook Gezelle kon helpen. Hij was betrokken bij de stichting van het tijdschrift Rond den Heerd en hij publiceerde ook in het tijdschrift Biekorf.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Verstraeten, De briefwisseling tussen Guido Gezelle en Ernest Rembry 1872-1899, Gent, 1987 (Gentse bijdragen tot de literatuurstudie, nr. 10).
NaamJanssens, Carolus Alphonsus Joannes Maria; Karel
Datums° Sint-Niklaas, 08/05/1877 - ✝ Sleidinge (?),
GeslachtMannelijk
BioKarel Janssens was één van de elf kinderen van Coleta De Schrijver en Alfons Janssens. Hij vertrok uit de Zamanstraat 49, Sint-Niklaas op 11 februari 1908 en was ingeschreven aan de Weststraat 16, Sleidinge op 1 maart 1908 (Volkstelling, 1900). UIt de correspondentie van Alfons Janssens met Guido Gezelle blijkt dat Karel geestelijk gehandicapt was. Als volwassene verbleef hij een tijd in het “Kneippgesticht” te Sleidinge. Vandaag is aan de Weststraat in Sleidinge de VZW Psychiatrisch Centrum Gent-Sleidinge gevestigd.
BronnenGeboorteregister 1877, Volkstelling 1900
NaamVandale
GeslachtMannelijk
BioVandale was een verzamelaar van bidprentjes uit Merkem. Hij was een kennis van Alfons Janssens.

Naam - plaats

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamMerkem
GemeenteHouthulst
NaamMiddelkerke
GemeenteMiddelkerke
NaamSint-Niklaas
GemeenteSint-Niklaas

Naam - instituut/vereniging

NaamCongregatie van de Broeders Van Dale Kortrijk
BeschrijvingDe congregatie Broeders Van Dale werd in 1761 te Kortrijk gesticht door Jozef Van Dale (1716-1781). De congregatie was vooral toegewijd aan het volksonderwijs en de ziekenzorg. Gezelle schreef een prozawerk over de stichter van deze congregatie: Mijn Eerweerden Heer Joseph Ignatius Michaël Van Dale zaliger gedachtenisse, koopman, priester, vader der armen Kortrijk: dankbaarheid 1781-1881 (Kortrijk: Eugène Beyaert, 1881).
Datering1761-heden
Links[odis], [wikipedia]

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelBiekorf. Dat is een leer- en leesblad voor alle verstandige Vlamingen.
Links[gezelle.be]

Titel27/02/1897, Sint-Niklaas, Alfons J. M. Janssens aan [Guido Gezelle]
EditeurKarel Platteau; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2022
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderJanssens, Alfons J. M.
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum27/02/1897
VerzendingsplaatsSint-Niklaas (Sint-Niklaas)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Gepubliceerd inDe briefwisseling tussen Guido Gezelle en enkele leden van de Dietsche Biehalle en Biekorf. Deel 2: Brieven / door Ina Galle. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1984-1985), p.342-343
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 176x113
wit
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden rouwpapier, watermerk: afbeelding, C G & S, Standard Note
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.); op zijde 4 rechtsonder: Janssens (potlood, omgekeerd, hand C. G.[?])
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6852
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13215
Inhoud
IncipitIk ben in brief- en santjeswisseling
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.