<Resultaat 1835 van 2307

>

p1
Eerweerde Heer

Iets over

Pater Makeblyde Societatis Jesu

Zyn leven, zie R.d.H. 22e jaar, bl 177[1] Zynen Catechismus, zie Lambrecht, Inleiding[2] = alsook Godsdienstige week van Vlaanderen 1879 door Kan. Lavaut)

maar over zyne Kerkeboeken weet ik iets, & ’t andere zou ik willen van u of door u te weten komen.

Ik heb dezen kerkeboek:

Den lusthof der geestelyke oeffeningen door Ludovicum Makeblyde, priester der Societeit Jesu t’ Hantwerpen gedrukt by Hieronymus Verdussen 1613.

In het voorwoord zegt hy dat die boek voor gedaagde personen gemaakt is, voegt erby dat hy vroeger nog twee andere heeft laten uitkomenp2a) Kort begryp van acht oeffeningen voor de aankomende kinderen

b) Christelyke maniere van leven of thien oeffeningen voor jonge lieden.

Hebt gy die boeken niet? weet gy niet of zy nog bestaan & waar? – Zou Mynh. Vanderhaeghe van Gent dat niet weten?

In bovengenoemden kerkeboek beveelt hy den christen het lezen aan van de Woestyn des Heeren en van den Bloemhof der Christelycker Ceremonien

Mogelyks zyn dat ook van de zyne.

Met eerbied & by gelegendheid bescheed verwachtende
P Baes
presbyter

Noten

[1] S.E., Pater Lodewijk Makeblyde. In: Rond den Heerd: 22 (1887) 23, p.177-179
[2] Verwijzing naar Lambrecht: S.E., Pater Lodewijk Makeblyde. In: Rond den Heerd: 22 (1887) 23, p.178. Henricus Carolus Lambrecht schreef ook: Verklaring van den Mechelsen Catechismus - Volume 1 en 2, Poelman Mechelen, 1891

Register

Correspondenten

NaamBaes, Pieter Petrus
Datums° Elverdinge, 29/04/1848 - ✝ Izegem, 21/07/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar, schooldirecteur; schoolopziener; auteur
BioPieter Baes was de zoon van Boudewijn Baes, herbergier, en Joanna Ligneel. Hij studeerde aan het Sint-Vincentiuscollege te Ieper en kreeg zijn priesterwijding op 21 december 1872, maar hij was al leraar vanaf september 1872 aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, voor de lessen in koophandel en wiskunde. In november 1873 riep Adolf Duclos Pieter Baes en andere bekenden bijeen om een ‘opstelraad’ voor Rond den Heerd samen te stellen. Baes maakte de stichting mee van de Gilde van Sint-Luitgaarde op 13 februari 1874 en hij bleef tot 1883 secretaris. Op 23 april 1879 kreeg hij een opdracht als docent aan de Staatsnormaalschool voor jongens in Brugge, maar hij werd hetzelfde jaar nog geschorst ingevolge de wet Van Humbeek. Vanaf 17 september 1879 werd hij principaal van het Izegemse Sint-Jozefsgesticht alsook van de vrije lagere school. In 1895 werd hij diocesaan inspecteur. Baes zette zich in voor goede schoolboeken en publicaties voor het onderwijs waaronder "De Taalsleutel of Vlaamsche Spraakregels, Tafelwijze geschikt" en het onderwijskundige tijdschrift "Sint-Canisiusblad".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamBaes, Pieter Petrus
Datums° Elverdinge, 29/04/1848 - ✝ Izegem, 21/07/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar, schooldirecteur; schoolopziener; auteur
BioPieter Baes was de zoon van Boudewijn Baes, herbergier, en Joanna Ligneel. Hij studeerde aan het Sint-Vincentiuscollege te Ieper en kreeg zijn priesterwijding op 21 december 1872, maar hij was al leraar vanaf september 1872 aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, voor de lessen in koophandel en wiskunde. In november 1873 riep Adolf Duclos Pieter Baes en andere bekenden bijeen om een ‘opstelraad’ voor Rond den Heerd samen te stellen. Baes maakte de stichting mee van de Gilde van Sint-Luitgaarde op 13 februari 1874 en hij bleef tot 1883 secretaris. Op 23 april 1879 kreeg hij een opdracht als docent aan de Staatsnormaalschool voor jongens in Brugge, maar hij werd hetzelfde jaar nog geschorst ingevolge de wet Van Humbeek. Vanaf 17 september 1879 werd hij principaal van het Izegemse Sint-Jozefsgesticht alsook van de vrije lagere school. In 1895 werd hij diocesaan inspecteur. Baes zette zich in voor goede schoolboeken en publicaties voor het onderwijs waaronder "De Taalsleutel of Vlaamsche Spraakregels, Tafelwijze geschikt" en het onderwijskundige tijdschrift "Sint-Canisiusblad".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamIzegem
GemeenteIzegem

Naam - persoon

NaamBaes, Pieter Petrus
Datums° Elverdinge, 29/04/1848 - ✝ Izegem, 21/07/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar, schooldirecteur; schoolopziener; auteur
BioPieter Baes was de zoon van Boudewijn Baes, herbergier, en Joanna Ligneel. Hij studeerde aan het Sint-Vincentiuscollege te Ieper en kreeg zijn priesterwijding op 21 december 1872, maar hij was al leraar vanaf september 1872 aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, voor de lessen in koophandel en wiskunde. In november 1873 riep Adolf Duclos Pieter Baes en andere bekenden bijeen om een ‘opstelraad’ voor Rond den Heerd samen te stellen. Baes maakte de stichting mee van de Gilde van Sint-Luitgaarde op 13 februari 1874 en hij bleef tot 1883 secretaris. Op 23 april 1879 kreeg hij een opdracht als docent aan de Staatsnormaalschool voor jongens in Brugge, maar hij werd hetzelfde jaar nog geschorst ingevolge de wet Van Humbeek. Vanaf 17 september 1879 werd hij principaal van het Izegemse Sint-Jozefsgesticht alsook van de vrije lagere school. In 1895 werd hij diocesaan inspecteur. Baes zette zich in voor goede schoolboeken en publicaties voor het onderwijs waaronder "De Taalsleutel of Vlaamsche Spraakregels, Tafelwijze geschikt" en het onderwijskundige tijdschrift "Sint-Canisiusblad".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVander Haeghen, Ferdinand
Datums° Gent, 16/10/1830 - ✝ Gent, 22/01/1913
GeslachtMannelijk
Beroepbibliothecaris; bibliograaf; gemeenteraadslid; grondeigenaar
BioFerdinand was de zoon van Desiderius Vander Haeghen, drukker-uitgever van "Gazette van Gent". Hij was een echte bibliofiel en werd bibliothecaris van de universiteit Gent (1869-1911). Hij woonde op het kasteel Maelte te Sint-Denijs-Westrem, waar Gezelle op bezoek kwam. Hij was gebeten door geschiedenis en publiceerde ook de enorme "Bibliographie Gantoise" (1858-1869). Hij startte in 1859 met de collectie 'Vliegende Bladen', een enorme verzameling losse documenten. Hij verzamelde Gentse drukken en in 1872 werd zijn collectie inclusief handschriften ondergebracht in de Gentse universiteitsbibliotheek. Hij was ook een Gents liberaal gemeenteraadslid (1863-1872). Vanaf 1886 was hij lid van Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en letterkunde.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; aanvrager gelegenheidsgedicht; stichtend lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en LetterkundeKoninklijke Vlaamse Academie
NaamLavaut, Joannes Baptista
Datums° Gent, 17/08/1834 - ✝ Buggenhout, 18/06/1900
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; archivaris; bisschoppelijk secretaris; coadjutor; leraar; onderpastoor; opzichter; pastoor; professor filologie
BioJoannes Lavaut werd op 02/03/1857 privé-leraar bij de Kerckhove d'Oesely. Hij ontving zijn priesterwijding op 19/09/1857. Hij was achtereenvolgens onderpastoor te Oostwinkel (20/03/1863), te Petegem-aan-de-Schelde (24/06/1863) en te Lochristi (08/09/1863). Hij werd professor filologie te Sint-Truiden (25/04/1865), coadjutor te Aspelare (25/09/1865), onderpastoor te Meerbeke (20/11/1866), subregent aan het Justus Lipsiuscollege te Leuven (18/09/1867), onderpastoor te Zele (26/07/1870), pastoor te Michelbeke (17/08/1875), archivaris van het bisdom Gent (09/07/1877) en directeur van de Kapucinessen (09/07/1877-29/01/1883). Te Gent werd hij secretaris van de bisschop (15/12/1877), archivaris (01/07/1880), erekanunnik (23/12/1880) en secretaris (15/02/1881). Tenslotte was hij directeur van de zusters van de Heilige Vincentius a Paul te Buggenhout (30/11/1890). Hij publiceerde een aantal historische en religieuze werken.
Links[odis]
NaamMakeblijde, Lodewijk
Datums° Poperinge, 24/03/1565 - ✝ Voorschoten, 17/08/1630
GeslachtMannelijk
Beroepjezuïet; dichter; leraar; rector; missionaris
VerblijfplaatsNederland
BioMakeblijde deed zijn humaniora in Sint-Omaars (1579-1584), filosofie te Douai (1584-1586) en theologie te Leuven (1595). In 1586 trad hij binnen bij de jezuïeten. Hij was actief als leraar aan het jezuïetencollege te Brugge (1589) en te Ieper (1590-1595). Hij werd tot priester gewijd in december 1597. In 1607 stelde hij een catechismus op voor aartsbisdom Mechelen, de "Mechelse Catechismus". Hij predikte en gaf les op verschillende locaties in de overwegend rooms-katholieke Zuidelijke Nederlanden. In 1611, werd hij als missionaris uitgezonden naar Delft. In 1617 opende hij er een derde schuilkerk. Na zijn overlijden werd Makeblijde begraven in het priesterkoor van de kerk van Voorschoten.
Links[wikipedia]
Bronnen https://www.jesuitica.be/catalogue-author/13861/
NaamLambrecht, Henricus Carolus
Datums° Welden, 26/01/1848 - ✝ Denderleeuw, 02/07/1889
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; directeur; docent; vicaris-generaal; erekanunnik; bisschop
BioHenricus Lambrecht studeerde aan het College van Oudenaarde (1859), het kleinseminarie van Sint-Niklaas (1861), het grootseminarie te Gent (01/10/1866) en theologie aan de universiteit van Leuven, waar hij in 14/07/1875 zijn doctoraat behaalde. Hij werd tot priester gewijd op 08/04/1871 en werd vervolgens docent theologie aan de KUL (29/07/1875), directeur en professor aan het grootseminarie te Gent (27/01/1877), erekanunnik te Gent (23/12/1880) en vicaris-generaal (1884). Aanvankelijk was hij hulpbisschop te Gent (15/02/1886), zijn bisschopswijding volgde op 04/04/1886 en op 17/06/1888 werd hij bisschop van Gent.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Naam - plaats

NaamGent
GemeenteGent
NaamIzegem
GemeenteIzegem

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelRond den Heerd. Een leer-en leesblad voor alle lieden.
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelBloem-hof der kerckelicker cerimonien ...
AuteurDavid, Johannes
Datum1607
PlaatsHandtwerpen
UitgeverTrognaesius
TitelDe woestijne des heeren
AuteurGodefridus, Petrus
Datum1612
PlaatsHantwerpen
UitgeverVerdussen
TitelDen Lusthof der geestelyke Oeffeningen
AuteurMakeblyde, Ludovicus
Datum1613
PlaatsAntwerpen
UitgeverHieronymus Verdussen
TitelGodsdienstige week van Vlaanderen (periodiek)
Datum1868-[1923]
PlaatsGent
UitgeverVander Schelden
Links[odis]
TitelCatechismus dat is de christeliicke leeringhe ghedeylt in neghen-en-viertich lessen voor de catholijcke ionckheydt van de Prouincie des artschbisdoms van Mechelen / achter volghende d'ordinantie van het Concilie Provinciael ghehouden aldaer anno 1607
AuteurMakeblyde, Ludovicus
Datum1607
PlaatsAntwerpen
UitgeverJoachim Trognesius

Titel12/04/1897, Izegem, Pieter Baes aan [Guido Gezelle]
EditeurKarel Platteau; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderBaes, Pieter Petrus
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum12/04/1897
VerzendingsplaatsIzegem (Izegem)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Gepubliceerd inDe briefwisseling tussen Guido Gezelle en enkele leden van de Dietsche Biehalle en Biekorf. Deel 2: Brieven / door P. Deboever. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1984-1985), p.422
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 215x134
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6872
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13234
Inhoud
IncipitIets over
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.