Voor eenige jaren had ik het genoegen enkele brieven met u te wisselen. Uwe welwillendheid te mijwaart toen betoond doet mij hopen, dat ook thans de vraag, die ik zoo vrij ben tot u te richten, een vriendelijk onthaal moge vinden.
Bij het bewerken van het woord Opdienen voor het "Nederlandsche Woordenboek" van De Vries (van welks redactie ik, zooals u misschien bekend is, thans lid ben) wilde ik ook gebruik makenp2van de indertijd door mij uit Biekorf 7, 96 aangeteekende bewijsplaats (voor het opdienen (opzitten, mooi zitten) van een hond)[2] Aldaar vond ik de bron waaruit die aanhaling komt niet opgegeven, doch ik herinnerde mij van dergelijke wonderwerken bij Van Vaernewijck te hebben gelezen. Na een weinig zoeken vond ik dan ook werkelijk in de Historie van Belgis (ed. 1574), fo 140 b, die plaats terug. Daar staat evenwel niet "een hondeken dat opdiende", maar "dat diende". Ook een latere druk van 1665 heeft "diende". Daar de aanhaling in Biekorf ook in andere opzichten eenigszins van de lezing bij Van Vaernewijck afwijkt, vermoed ik[3] dat die ontleend is aan een later schrijver, die voor zijn werk de "Historie van Belgis" heeft gebruikt. Daar ik nu in het Woordenboek dit voorbeeldp3van Opdienen gaarne zou opnemen, zou ik u gaarne vragen aan welk werk van welken schrijver Biekorf zijne aanhaling heeft ontleend.
Tevens is het voor dat doel van belang te weten of Opdienen in dien zin in Vlaanderen nog wordt gebezigd.
Ik heb slechts twee andere bewijsplaatsen, te weten een uit Vondel (uitg. Van Lennep, dl. 9, bl. 519), waar ook van het opdienen (mooi zitten) van een hondje sprake is. De andere, uit de gedichten van den Zeeuw Van Beaumont, luidt:
Hier is de uitdrukking dus op een persoon toegepast. Bij gebrek aan meerdere bewijzen, kan ik niet uitmaken of dit de oorspronkelijke opvatting is, of eene overdrachtelijke toepassing van het opzitten van een om spijs bedelenden, vleienden hond.p4Van deze gelegenheid dat ik u schrijf maak ik meteen gebruik om u te danken voor het genoegen, dat mij de lezing van vele uwer schoone gedichten heeft verschaft en telkens opnieuw verschaft.
Uw dienstwillige dienaar