<Resultaat 1968 van 2074

>

p1
Zeer Eerwaarde Vriend,

Zijt Ge nog altijd niet “verboekt”[1] Als Ge gelegenheid zult hebben om mij de inlichtingen te verstrekken welke ik U laatstelijk gevraagd heb, wilt Ge er dan ook de nevensstaande bijvoegen? Ik tracht zooveel mogelijk de noodige boeken van de Universiteitsbibliotheek te krijgen, maar in Uw apparaat worden er vele geciteerd, die daar niet zijn. Nog dezer dagen vond ik belangrijke, ja ontschatbare citaten met de hand van De Bo, waar geen andere aanwijzing op stond dan: G. de Coninck. Ik ben er na ontzettend veel moeite gelukkig achter gekomen, wat boekje er mede bedoeld wordt.

Dank bij voorbaat en hartelijk gegroet van Uw dienstwilligen dienaar

Willem de Vreese
p2

Wat is de beteekenis en volledige titel van:

F. B Gheysen 1660

Reglement 1767.

De Raadsheer quid[2]

Beurzesnijder[3]

Spieghel 1575

En kunt Ge de volgende boekjes missen (natuurlijk voor zoover Ge ze bezit):

M. Pauli, Beclagingen Christi, Leuven 1624

Barclaius, Vermaening enz. Keulen 1650

De Coninck, Lofzangen der kerk. Gent 1573[4]

David, Tsamenspr. 1609.

J.R.P. Aenleydinge tot het oprecht geloove Loven 1676.

K. v. Houcke, Tract. d. Tribulatie Antw. 1634[5]

Elias, Leven van de E. moeder Anna Antw. 1632

Zend alles via Academiae!

p3
Voor den Eerw. Heer
Dr. G. Gezelle.

Noten

[1] De Vreese verwijst hier naar de verhuizing van Gezelle en zijn bibliotheek van Kortrijk naar Brugge in mei 1899.
[2] quid staat na een grote accolade die de vijf items omspant.
[3] Mogelijk verwijst De Vreese met dit Beurzesnijder naar C. de Bie, Kluchtige behendigheyt van twee Borse-snyders en den verdraeyden Advocaet, Antwerpen 1673 en met De Raadsheer naar P. de Vynck, Wekelyck vermaeck geseyt evangelischen raeds-man, by maniere van 't samen-spraecke, Brugge 1645. Misschien valt hier echter ook de mogelijkheid niet uit te sluiten dat De Vreese De Raadsheer en Beurzesnijder ten onrechte als twee aparte werken beschouwde en dat met die twee aanduidingen verwezen wordt naar de hiervoor genoemde klucht van C. de Bie die in de titel zowel de woorden borse-snyders (beurzesnijder) als advocaet (raadsheer) bevat. Zie ook de brief van Willem de Vreese aan Gezelle van 28/01/1899.
[4] Ghileyn de Coninck, een Poperingse rederijker, was verantwoordelijk voor de Nederlandse teksten; de Latijnse zijn van Karel Wincke, prior van de Predikheren in Ieper.
[5] 1634 is waarschijnlijk een schrijffout voor 1635.

Register

Correspondenten

NaamDe Vreese, Willem Lodewijk
Datums° Gent, 18/01/1869 - ✝ Voorschoten, 10/01/1938
GeslachtMannelijk
Beroeptaalgeleerde; hoogleraar; bibliothecaris; publicist
BioWillem Lodewijk De Vreese, taalgeleerde, hoogleraar, bibliothecaris en publicist, werd geboren in Gent op 18 januari 1869. Na de gemeentelijke school kwam hij in 1881 op het atheneum waar hij medestichter werd van het ‘Taalminnend leerlingengenootschap de Heremanszonen’. In 1887 ging hij naar de universiteit en promoveerde er in 1891 tot doctor Germaanse Filologie met een proefschrift over Boendale. Daarna verhuisde hij naar Leiden, waar hij benoemd was tot redacteur van het Woordenboek der Nederlandsche Taal van De Vries en Te Winkel. Eind 1895 keerde hij terug naar Gent als docent en bibliothecaris aan de universiteit. In 1911 volgde zijn benoeming tot gewoon hoogleraar en hoofdbibliothecaris. Ondertussen was hij in 1896 corresponderend en in 1902 gewoon lid geworden van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Zijn levenswerk was de studie van het Middelnederlands met zijn internationaal gereputeerde Bibliotheca Neerlandica Manuscripta, een collectie van beschrijvingen van om en bij de 15.000 handschriften die verworven werd door de Leidse Universiteitsbibliotheek. Overigens ijverde hij voor taaleenheid tussen Noord en Zuid, ook in de spreektaal, en zette die grootnederlandse gedachte ook door op politiek vlak (lid en later voorzitter van de Raad van Vlaanderen). Eind 1918 moest hij uitwijken naar Nederland, waar hij in augustus 1919 directeur werd van de Gemeentebibliotheek te Rotterdam.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/De_Vreese,_Willem_L.
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamDe Vreese, Willem Lodewijk
Datums° Gent, 18/01/1869 - ✝ Voorschoten, 10/01/1938
GeslachtMannelijk
Beroeptaalgeleerde; hoogleraar; bibliothecaris; publicist
BioWillem Lodewijk De Vreese, taalgeleerde, hoogleraar, bibliothecaris en publicist, werd geboren in Gent op 18 januari 1869. Na de gemeentelijke school kwam hij in 1881 op het atheneum waar hij medestichter werd van het ‘Taalminnend leerlingengenootschap de Heremanszonen’. In 1887 ging hij naar de universiteit en promoveerde er in 1891 tot doctor Germaanse Filologie met een proefschrift over Boendale. Daarna verhuisde hij naar Leiden, waar hij benoemd was tot redacteur van het Woordenboek der Nederlandsche Taal van De Vries en Te Winkel. Eind 1895 keerde hij terug naar Gent als docent en bibliothecaris aan de universiteit. In 1911 volgde zijn benoeming tot gewoon hoogleraar en hoofdbibliothecaris. Ondertussen was hij in 1896 corresponderend en in 1902 gewoon lid geworden van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Zijn levenswerk was de studie van het Middelnederlands met zijn internationaal gereputeerde Bibliotheca Neerlandica Manuscripta, een collectie van beschrijvingen van om en bij de 15.000 handschriften die verworven werd door de Leidse Universiteitsbibliotheek. Overigens ijverde hij voor taaleenheid tussen Noord en Zuid, ook in de spreektaal, en zette die grootnederlandse gedachte ook door op politiek vlak (lid en later voorzitter van de Raad van Vlaanderen). Eind 1918 moest hij uitwijken naar Nederland, waar hij in augustus 1919 directeur werd van de Gemeentebibliotheek te Rotterdam.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/De_Vreese,_Willem_L.

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Naam - persoon

NaamDe Bo, Leonard Lodewijk
Datums° Beveren-Leie, 27/09/1826 - ✝ Poperinge, 25/08/1885
GeslachtMannelijk
Beroephulppriester; leraar; pastoor; deken; auteur; taalkundige; botanicus
BioLeonard Lodewijk De Bo werd geboren als enige zoon van Ludovicus De Bo, landbouwer, en Amelia Lemayeur. Na schitterende middelbare studies aan het College van Tielt begon hij in oktober 1846 zijn seminariestudies aan het grootseminarie te Brugge. Op 15 maart 1851 werd hij te Brugge tot priester gewijd. Van 11 april tot 1 oktober 1851 was hij coadjutor (hulppriester) in de parochie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Ver-Assebroek. Op 1 oktober 1851 werd hij leraar in de poesis- en retoricaklassen van het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, een functie die hij 22 jaar lang zou uitoefenen, tot 9 juli 1873, toen hij werd aangesteld als pastoor van de parochie Sint-Petrus en Sint-Paulus te Elverdinge (09/071873 – 27/09/1882). Nadien werd hij pastoor van de parochie Onze-Lieve-Vrouw te Ruiselede (27/09/1882 – 22/04/1884). Op 22 april 1884 werd hij, hoewel hij al ziek was, nog overgeplaatst naar de parochie Sint-Bertinus te Poperinge waar hij pastoor-deken was, een overplaatsing die hij niet echt zag zitten. Hij overleed overigens al het jaar nadien. Reeds als seminarist verzamelde De Bo de West-Vlaamse woordenschat. Zijn levenswerk, het West-Vlaamsch Idioticon, waarin meer dan 25.000 woorden en uitdrukkingen uit de West-Vlaamse taal verzameld en verklaard worden, verscheen van 1870 tot 1873, gevolgd door een tweede, bijgewerkte uitgave in 1890-1892. De Bo leerde Guido Gezelle in 1850 in het grootseminarie te Brugge kennen; zij werden goede vrienden en werkten hecht samen rond de studie van de West-Vlaamse taal. De Bo werkte actief mee aan o.a. Loquela en Rond den Heerd. Postuum verschenen nog Schatten uit de volkstaal (1887) en De Bo’s Kruidwoordenboek, het resultaat van zijn levenslange botanische activiteiten.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); medewerker Rond den Heerd; medewerker Loquela; gelegenheidsgedichten
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamDe Vreese, Willem Lodewijk
Datums° Gent, 18/01/1869 - ✝ Voorschoten, 10/01/1938
GeslachtMannelijk
Beroeptaalgeleerde; hoogleraar; bibliothecaris; publicist
BioWillem Lodewijk De Vreese, taalgeleerde, hoogleraar, bibliothecaris en publicist, werd geboren in Gent op 18 januari 1869. Na de gemeentelijke school kwam hij in 1881 op het atheneum waar hij medestichter werd van het ‘Taalminnend leerlingengenootschap de Heremanszonen’. In 1887 ging hij naar de universiteit en promoveerde er in 1891 tot doctor Germaanse Filologie met een proefschrift over Boendale. Daarna verhuisde hij naar Leiden, waar hij benoemd was tot redacteur van het Woordenboek der Nederlandsche Taal van De Vries en Te Winkel. Eind 1895 keerde hij terug naar Gent als docent en bibliothecaris aan de universiteit. In 1911 volgde zijn benoeming tot gewoon hoogleraar en hoofdbibliothecaris. Ondertussen was hij in 1896 corresponderend en in 1902 gewoon lid geworden van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Zijn levenswerk was de studie van het Middelnederlands met zijn internationaal gereputeerde Bibliotheca Neerlandica Manuscripta, een collectie van beschrijvingen van om en bij de 15.000 handschriften die verworven werd door de Leidse Universiteitsbibliotheek. Overigens ijverde hij voor taaleenheid tussen Noord en Zuid, ook in de spreektaal, en zette die grootnederlandse gedachte ook door op politiek vlak (lid en later voorzitter van de Raad van Vlaanderen). Eind 1918 moest hij uitwijken naar Nederland, waar hij in augustus 1919 directeur werd van de Gemeentebibliotheek te Rotterdam.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://nevb.be/wiki/De_Vreese,_Willem_L.
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Naam - instituut/vereniging

NaamDe Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde
BeschrijvingDit wetenschappelijk genootschap bestudeert en stimuleert de Nederlandse taal- en literatuur. Na een lange voorgeschiedenis werd het opgericht bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1886 als Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. De activiteiten omvatten onder meer maandelijkse bijeenkomsten met wetenschappelijke en letterkundige besprekingen, prijsvragen en publicaties. Guido Gezelle was één van de stichtende leden. Dit was een belangrijke erkenning van zijn werk. Hij was betrokken bij verschillende prijsvragen en schonk ook een deel van zijn boeken aan de academie.
Datering1886-heden
Links[wikipedia]
NaamUniveristeitsbibliotheek Gent
BeschrijvingDe Universiteitsbibliotheek Gent opende kort na de stichting van de Universiteit Gent in 1817. Geconfisqueerde boeken uit de Franse overheersing (1794-1815) werden aan de bibliotheek geschonken. Tegenwoordig bestaat de collectie uit meer dan 3 miljoen werken, waarvan een deel tot het culturele erfgoed behoort, bijvoorbeeld de middeleeuwse werken Walewein en het schaakbord en de Vita Beatricis. Sinds 2007 wordt i.s.m. het Google Book Search-project een belangrijk deel van de collectie online beschikbaar gesteld. De universiteitsbibliotheek is sinds 1942 ondergebracht in de Boekentoren, een opvallend gebouw ontworpen door de Belgische architect Henry Van de Velde.
Datering1817-heden
Links[wikipedia]

Titel - ander werk

TitelWekelyck vermaeck geseyt evangelischen raeds-man, by maniere van 't samen-spraecke
Auteurde Vynck, P.
Datum1645
PlaatsBrugghe
UitgeverNicolaes Breyghel
TitelVermaening aen de oncatholijken deeses tijds. Van de waere kerk, geloof ende gods-dienst ...
AuteurBarclaius, Ioannes
Datum1650
PlaatsKeulen
UitgeverKinckius
TitelTractaet van de al-ghemeyne ende besondere tribulatien
Auteurde Ribadineira, Petrus
Datum[1635]
Plaats[Antwerpen]
UitgeverAertssens
TitelDen inwendighen ende uytwendighen mensch, dat is
AuteurGheysen, Bonaventura
Datum[1660]
PlaatsIpre
UitgeverRamault
TitelAenleydinge tot het oprecht geloove, door de merck-teekenen der warachtige kerke Christi
AuteurJoannes Roucourt Plebanus
Datum1676
PlaatsLoven
UitgeverNempe
TitelDe beclagingen Christi over de ondanckbaerheyt der Joden ende quade Christenen sermoon-wys wtgheleyt bedeylt in twee stucken ende verciert met dry schoone tafelen
AuteurPauli, Matthias
Datum1624
PlaatsLoven
UitgeverVan Hastens
TitelHet Leven Van de Eerweerdighe Moeder Anna de S. Bartholomaeo Ongheschoeyde carmelitersse. Het welck sy selver….heeft beschreven, ende uyt het Spaensch in ’t Nederlandtsch is overgheset
AuteurElias Van S. Teresa (=J.B. Wils)
Datum1632
PlaatsAntwerpen
UitgeverHendrick Aertssens
TitelHimni, quorum usus est in ecclesiastico dei cultu, una cum aliquot praeclaris canticis, prosis et orationibus, positi in Latino idiomate atque etiam Teutonico opera et studio Fratris Caroli Wynkij Yprensis
Auteurde Coninck, Ghileyn
Datum1573
PlaatsGent
UitgeverGhileyn Manilius
TitelReglement tot goede Regie der vrye Nairynge van de visscherye der stede ende port van Blankenberg - uitgegeven in 1767 onder en geteekend door Maria Teresia
Datum1767
TitelEenen claren Spiegel der warachtiger Christelijcker Maechden
AuteurPutte, Joachim vanden
Datum1575
PlaatsAntwerpen
TitelDialogus oft T'samensprekinghe tusschen eenen Catholiicken priester ende dry Sectarissen ...
AuteurDavid, Joannes
Datum1609
PlaatsAntwerpen
Uitgever[s.n.]
TitelKluchtige behendigheyt van twee Borse-snyders en den verdraeyden Advocaet
Auteurde Bie, C.
Datum1673
PlaatsAntwerpen
UitgeverWed. Thieullieur

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

De Vreese, Willem Lodewijk

Correspondenten

De Vreese, Willem Lodewijk
Gezelle, Guido

Naam - instituut/vereniging

De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde
Univeristeitsbibliotheek Gent

Naam - persoon

De Bo, Leonard Lodewijk
De Vreese, Willem Lodewijk
Gezelle, Guido

Titel - ander werk

Wekelyck vermaeck geseyt evangelischen raeds-man, by maniere van 't samen-spraecke
Vermaening aen de oncatholijken deeses tijds. Van de waere kerk, geloof ende gods-dienst ...
Tractaet van de al-ghemeyne ende besondere tribulatien
Den inwendighen ende uytwendighen mensch, dat is
Aenleydinge tot het oprecht geloove, door de merck-teekenen der warachtige kerke Christi
De beclagingen Christi over de ondanckbaerheyt der Joden ende quade Christenen sermoon-wys wtgheleyt bedeylt in twee stucken ende verciert met dry schoone tafelen
Het Leven Van de Eerweerdighe Moeder Anna de S. Bartholomaeo Ongheschoeyde carmelitersse. Het welck sy selver….heeft beschreven, ende uyt het Spaensch in ’t Nederlandtsch is overgheset
Himni, quorum usus est in ecclesiastico dei cultu, una cum aliquot praeclaris canticis, prosis et orationibus, positi in Latino idiomate atque etiam Teutonico opera et studio Fratris Caroli Wynkij Yprensis
Reglement tot goede Regie der vrye Nairynge van de visscherye der stede ende port van Blankenberg - uitgegeven in 1767 onder en geteekend door Maria Teresia
Eenen claren Spiegel der warachtiger Christelijcker Maechden
Dialogus oft T'samensprekinghe tusschen eenen Catholiicken priester ende dry Sectarissen ...
Kluchtige behendigheyt van twee Borse-snyders en den verdraeyden Advocaet

Titel[01/05/1899 t.p.q.], s.l., Willem Lodewijk De Vreese aan Guido Gezelle
EditeurDirk Geirnaert; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderDe Vreese, Willem Lodewijk
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum[01/05/1899 t.p.q.]
Verzendingsplaatss.l.
AnnotatieT.p.q. gereconstrueerd op basis van briefinhoud: de beginzin van de brief ("Zijt ge nog altijd niet verboekt") verwijst naar de verhuizing van Gezelle en zijn bibliotheek van Kortrijk naar Brugge in mei 1899.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 139x104
wit
papiersoort: 3 zijden beschreven; zijde 3 met adressaat, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle; idem rechts: [Na Juni 1898] (inkt, beide hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7005
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13337
Inhoud
IncipitZijt Ge nog altijd niet "verboekt"?
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.