<Resultaat 1110 van 2074

>

p1
Eerweerde Heer,

Den 13den dezer vind ik in uwen nooit volprezen Duikalmanak, eene spreuk ontleend aan – Vader Algoet[1] ; zulks heeft my hertelyk doen lachen, te meer, omdat ik dien naam draag.

Ondertusschen is by my het gedacht ontstaan Ulieden eens te p2

p3maar niemand is my komen bewyzen welke spelling, ontegensprekelyk, de beste is.

Ik twyfel niet, Eerw. Heer, of gy zult zoo goed zyn, my uw gedacht hierover te kennen te geven; de eenen schryven suikery of suikerei; anderen chicorey. en ik, cichorei.

Het schynt my dat het natuurlykste van al, ware. Bitterpêenpoeijer?….

De kwestie aan uw welwillend onderzoek overlatende, bied ik Ulieden ondertusschen mynen voorafgaanden dank ende groet
A. Algoet.
mariastraat nr 4
Brugge.

20.3.88.
p4

Noten

[1] De brief dateert van 30 maart 1888, en de spreuk van ‘vader Algoet’ verscheen in Duikalmanak van 13 maart. Deze naamgeving van Gezelle is hoogstwaarschijnlijk fictief. Hij legt hem een spreuk in de mond, de naam was niet belangrijk. Daarop alludeert Alphonse, omdat hij als naamdrager dit dubbel grappig vond. Toch had hij van Gezelle gehoord op zijn huwelijk op 19/01/1887, omdat er een gelegenheidsgedicht van Gezelle aan bod kwam op hun feest. Gezelle kende de bruid via zijn relaties met haar familie Beyaert. Hoogstwaarschijnlijk was Alponse cichorei-handelaar en wou hij zijn handelswaar in correct Vlaams aanbieden. Hij vraagt in deze brief naar de juiste benaming ervan.
Tietje Loq. 88 Sporkelegeh.gehoord Brugge ThieltKuddel Loq.Deflou 19 Feb. 88 Zie brief van K. De Flou aan G. Gezelle van 19/02/1888. Doorstreping van G. Gezelle in blauw potlood. Zie brief van K. De Flou aan G. Gezelle van 19/02/1888. Doorstreping van G. Gezelle in blauw potlood.BaloordeZot, met d kop wegOostendeKorte kultingDeflou 88 Mei Zie brief van K. De Flou aan G. Gezelle van 25/05/1888. Zie brief van K. De Flou aan G. Gezelle van 25/05/1888.

Register

Correspondenten

NaamAlgoet, Alfons
Datums° Brugge, 04/09/1847 - ✝ Brugge, 04/08/1906
GeslachtMannelijk
Beroepkoopman
BioAlfons Algoet werd geboren op 4 september 1847 in de Mariastraat te Brugge als kind van Louis Algoet en Coleta Dispersyn. Hij was koopman te Brugge en huwde met Augusta Beyaert (06/09/1856-12/11/1902) op 19 januari 1887. Gezelle schreef het huwelijksgedicht “Al goed is god” dat werd voorgelezen door neef Louis Beyaert, de jongste zoon van Karel Beyaert-Storie. Het koppel kreeg twee zonen, Joseph (°17/09/1888) en Néotère (°12/10/1889), en een dochter Magdalena (°24/05/1891). Alfons Algoet was lid van 'la Sodalité de Notre-Dame des VII Douleurs' en armenmeester van Sint-Salvators te Brugge.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; gelegenheidspoëzie
Bronnendoodsprentje
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamAlgoet, Alfons
Datums° Brugge, 04/09/1847 - ✝ Brugge, 04/08/1906
GeslachtMannelijk
Beroepkoopman
BioAlfons Algoet werd geboren op 4 september 1847 in de Mariastraat te Brugge als kind van Louis Algoet en Coleta Dispersyn. Hij was koopman te Brugge en huwde met Augusta Beyaert (06/09/1856-12/11/1902) op 19 januari 1887. Gezelle schreef het huwelijksgedicht “Al goed is god” dat werd voorgelezen door neef Louis Beyaert, de jongste zoon van Karel Beyaert-Storie. Het koppel kreeg twee zonen, Joseph (°17/09/1888) en Néotère (°12/10/1889), en een dochter Magdalena (°24/05/1891). Alfons Algoet was lid van 'la Sodalité de Notre-Dame des VII Douleurs' en armenmeester van Sint-Salvators te Brugge.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; gelegenheidspoëzie
Bronnendoodsprentje

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamAlgoet, Alfons
Datums° Brugge, 04/09/1847 - ✝ Brugge, 04/08/1906
GeslachtMannelijk
Beroepkoopman
BioAlfons Algoet werd geboren op 4 september 1847 in de Mariastraat te Brugge als kind van Louis Algoet en Coleta Dispersyn. Hij was koopman te Brugge en huwde met Augusta Beyaert (06/09/1856-12/11/1902) op 19 januari 1887. Gezelle schreef het huwelijksgedicht “Al goed is god” dat werd voorgelezen door neef Louis Beyaert, de jongste zoon van Karel Beyaert-Storie. Het koppel kreeg twee zonen, Joseph (°17/09/1888) en Néotère (°12/10/1889), en een dochter Magdalena (°24/05/1891). Alfons Algoet was lid van 'la Sodalité de Notre-Dame des VII Douleurs' en armenmeester van Sint-Salvators te Brugge.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; gelegenheidspoëzie
Bronnendoodsprentje
NaamDeflou, Karel
Datums° Brugge, 09/07/1853 - ✝ Brugge, 27/06/1931
GeslachtMannelijk
Beroephistoricus; filoloog; letterkundige
BioKarel Deflou was de zoon van een antiquaar-prentenhandelaar in de Gruuthusestraat, naast de drukkerij waar Guido Gezelles ‘Jaer 30’ verscheen. Door het overlijden van zijn vader in 1866 kwam er een einde aan het antiquariaat en kon de jonge Karel niet verder studeren. Na zijn basisonderwijs werd hij bediende, en vervolgens beambte bij de provincie West-Vlaanderen. Hij bekwaamde zich op eigen houtje in de Germaanse en oude talen en legde zich toe op taalstudie en geschiedenis. Vooral de toponymie boeide hem. Hij was een schrijver en historicus met een grote werkkracht en een goed geheugen. De eerste bijdrage die van hem in druk kwam, behandelde de Brugse straatnamen. Vanaf 1879 begon hij de toponiemen te verzamelen, een decennialange bezigheid die in zijn monumentale woordenboek zou uitmonden. Vanaf 1887 werd hij lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, en vanaf 1926 ook van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie. Verder was hij ook bestuurslid van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge sinds 1911, en was hij de eerste bibliothecaris van het Willemsfonds te Brugge. Zijn meesterwerk is het 'Woordenboek der Toponymie in Westelijk Vlaanderen', dat in 18 delen verscheen tussen 1914 en 1938. Nog vooraleer het af was, werd hem hiervoor in 1928 een grootse hulde gebracht en verkreeg hij een eredoctoraat van de KUL. Aanvankelijk sloot Deflou aan bij de kring rond Julius Sabbe. Dankzij de taalkundige belangstelling hebben Deflou en Gezelle elkaar pas echt gevonden in de Loquela-periode. De Flou was in 1882 getrouwd met Eulalie Sylvie Verbrugghe, die ooit nog een buurmeisje van Gezelle was geweest aan de Lange Rei/Potterierei.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamOostende
GemeenteOostende
NaamTielt
GemeenteTielt

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelDuikalmanak
Links[gezelle.be]
TitelLoquela
Links[gezelle.be]

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Algoet, Alfons

Correspondenten

Algoet, Alfons
Gezelle, Guido

Naam - persoon

Algoet, Alfons
Deflou, Karel

Naam - plaats

Brugge
Oostende
Tielt

Plaats van verzending

Brugge

Titel - werk van Guido Gezelle

Duikalmanak
Loquela

Titel20/03/1888, Brugge, Alfons Algoet aan [Guido Gezelle]
EditeurKarel Platteau; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2022
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderAlgoet, Alfons
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum20/03/1888
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager 3 enkele vellen, enkel vel 1: 103x131 ; enkel vel 2: 104x131 ; enkel vel 3: 100x132
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat onvolledig: brief verknipt tot meerdere taalkundige fiches en gereconstrueerd; onderkant van vel één ontbreekt
Toevoegingen op blanco zijde 2 rechts: taalkundige notities: Tietje Loq. 88 Sporkel[e?] // Geh. // Brugge Thielt (inkt, verticaal, hand G.G.) ; op blanco zijde 4 links: taalkundige notities: Korte kulting // Deflou 88 Mei (inkt, verticaal, hand G.G.); op blanco zijde 6 linksonder in de zijrand: taalkundige notities: Kuddel Loq. // Deflou 19 Feb. 88 (inkt en blauw potlood, verticaal, hand G.G.); idem rechts in de zijrand: taalkundige notities: Baloorde // Zot, met d kop weg // Oostende> (inkt, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3586, tietje + 3322, K fiche 106 + 7740
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13411
Inhoud
IncipitDen 13den dezer vind ik in
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.