<Resultaat 1429 van 2126

>

p1Klooster van Nazareth Brugge
Cloister of Nazareth Canonesses Regular of Lateran. (Bruges)
Mon reverend Père,[1]

Je viens d’apercevoir sous une gravure représentant le coeur de la Saint Vierge[2] ces mots: sacré coeur de Marie ce mot sacré n’est il pas le propre du coeur de Notre Seigneur.p2Je vous serais bien reconnaissante si vous aviez la bonté de repondre à cette question à votre prochaine instruction.[3]

Votre respectueuse enfant
Marguerite
Bruges, le 6 juillet 1899.

Noten

[1] Guido Gezelle schreef een antwoord aan Marguerite in potlood op zijde 3.
[2] Heilig Hart van Maria is de voorloper van Onbevlekt Hart van Maria, en is een devotionele naam die vooral door rooms-katholieken wordt gebruikt om te verwijzen naar het fysieke hart van Maria als symbool voor haar innerlijke leven: haar vreugde en droefheid, haar deugden en verborgen volmaaktheden en haar liefde. Het feest van het Onbevlekt Hart van Maria werd door Paus Pius XII in 1942 ingesteld voor de gehele Kerk, bij gelegenheid van de 25e verjaardag van de verschijningen te Fátima. Voordien werd het feest hier en daar reeds lokaal gevierd. Deze vrije gedachtenis werd op 22 augustus gevierd, maar werd na de hervorming van de liturgiekalender op het einde van de 20e eeuw verschoven naar een datum die dichter ligt bij de viering van het Heilig Hart van Jezus: op de zaterdag na het Hoogfeest van het Allerheiligste Hart van Jezus wordt nu het feest van het Onbevlekt Hart van Maria gevierd. (Wikipedia)
[3] De meisjes waarderen Gezelle en Gezelle is blij weer les te kunnen geven, zoals destijds in Roeselare. De liturgische kalender vormt een leidraad voor zijn zondagse causerieën. Hij overloopt de sacramenten, onder meer de biecht en het biechtgeheim, de eucharistie. Hij verklaart heel wat woorden etymologisch. Hij laat hen de vier evangelisten lezen en vergelijken. Op vrije dagen neemt hij de meisjes mee naar zijn tuin en toont er zijn lievelingsbloemen. ‘Lavendel geeft zijn geur maar vrij wanneer het fijngewreven wordt.’ Op die manier staat deze bloem symbool voor de menselijke nederigheid (simplicitas cordis) tegenover God. God beminnen en elkander liefhebben is de essentie.

Marie Sonck is een geïnteresseerde en kritische leerling. Dit blijkt uit haar vraag van 6 juli 1899 genoteerd op briefpapier van het Engels klooster en gericht aan Guido Gezelle. Hij antwoordt op de achterzijde van haar brief. Het is een lijst van termen die etymologisch verwant zijn met het woord ‘sacré’. Dit document is de enige autograaf van Guido Gezelle omtrent zijn godsdienstlessen in het Engels Klooster.

Op 1 augustus 1899 worden prijzen toegekend voor de resultaten van de examens. De uitreiking is een feestelijk gebeuren met muziek (piano en viool), zang en poëzie, gebracht door leerlingen. Dat jaar worden zelfs vier prijzen voor het vak religie uitgereikt.

Waarschijnlijk heeft Marguerite nog de twee laatste godsdienstlessen van Gezelle gevolgd tijdens de eerste weken van het nieuwe schooljaar dat begon op 15 oktober. Vanaf 15 november wordt Guido Gezelle ziek en sterft hij op 27 november 1899. Mogelijks hebben de leerlingen hun leermeester een laatste groet gebracht.

Op 8 december 1900 ontvangt Marguerite de titel ‘kind van Maria’, een erkenning voor haar vroomheid, regeltucht, gedienstigheid, beleefdheid, vriendelijkheid op school en in het pensionaat. Chère Mére, de directrice, speldt een breed lint met de medaille vast op beide schouders. Aldus wordt Marguerite lid van de Maria-congregatie en haar naam staat genoteerd in een gulden boek en op een paneel.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamSonck, Marguerite Marie Josephine
Datums° Denderleeuw, 16/08/1882 - ✝ Willemstad (Curaçao), 14/04/1924
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsNederland; Curaçao
BioMarguerite (Marie Josephine) Sonck werd geboren op 16 augustus 1882 in Denderleeuw. Zij was de dochter van brouwer Hendrik/Henri Sonck (°1848) en Maria Van der Stichele (°1860). Hendrik Sonck was burgemeester van Denderleeuw van 1875 tot 1897. Marguerite was de oudste van acht kinderen en had nog een halfzus uit een vorig huwelijk van haar vader met Marie Thérèse Virginie Van Langenhaecke (+1877). Marguerite Sonck verbleef als leerling in het Engels Klooster van 1 oktober 1897 tot 2 augustus 1900. Vanaf 4 mei 1899 was Guido Gezelle er de geestelijke leidsman van de zusters. ’s Zondags gaf hij de meisjes uit het pensionaat godsdienstles. Marguerite Sonck was één van hen. Ze volgde Gezelles laatste twee lessen in oktober-november 1899. Op 8 december 1900 ontving ze de eretitel 'kind van Maria' voor moreel hoogstaande leerlingen. Ze kreeg een medaille opgespeld en werd opgenomen in de Maria-congregatie van het Engels Klooster. Ze huwde op 20 mei 1908 in Sint-Lambrechts-Woluwe met Achille (Louis Marie Gustave) Van der Stichele (°1868). Ze weken in 1909 kortstondig uit van Brussel naar Rotterdam. Haar echtgenoot was op dat ogenblik onderconsul. Op 26 april van dat jaar werd in Rotterdam hun enige dochter Jeanne Marguerite Marie Van der Stichele geboren. Op 24 december 1912 liet het gezin zich uitschrijven uit Rotterdam en vestigde zich in Brussel. Marguerite Marie Josephine Sonck overleed op 14 april 1924 in Willemstad, Curaçao, Nederlandse Antillen. Haar echtgenoot Achille Van der Stichele stierf op 9 juli 1933 in Brussel als diplomatieke vertegenwoordiger (gevolmachtigd minister) van België in het buitenland. Dit verklaart waarom Marie in het buitenland sterft. Guido Gezelle dichtte in 1884 een gedicht voor het bidprentje van een veertienjarig nichtje van Marguerite. Ze heette Maria Josephina Joanna Rollier en was de dochter van de oudere zus van haar vader.
Relatie tot Gezellecorrespondent; leerling van Gezelle Engels Klooster

Briefschrijver

NaamSonck, Marguerite Marie Josephine
Datums° Denderleeuw, 16/08/1882 - ✝ Willemstad (Curaçao), 14/04/1924
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsNederland; Curaçao
BioMarguerite (Marie Josephine) Sonck werd geboren op 16 augustus 1882 in Denderleeuw. Zij was de dochter van brouwer Hendrik/Henri Sonck (°1848) en Maria Van der Stichele (°1860). Hendrik Sonck was burgemeester van Denderleeuw van 1875 tot 1897. Marguerite was de oudste van acht kinderen en had nog een halfzus uit een vorig huwelijk van haar vader met Marie Thérèse Virginie Van Langenhaecke (+1877). Marguerite Sonck verbleef als leerling in het Engels Klooster van 1 oktober 1897 tot 2 augustus 1900. Vanaf 4 mei 1899 was Guido Gezelle er de geestelijke leidsman van de zusters. ’s Zondags gaf hij de meisjes uit het pensionaat godsdienstles. Marguerite Sonck was één van hen. Ze volgde Gezelles laatste twee lessen in oktober-november 1899. Op 8 december 1900 ontving ze de eretitel 'kind van Maria' voor moreel hoogstaande leerlingen. Ze kreeg een medaille opgespeld en werd opgenomen in de Maria-congregatie van het Engels Klooster. Ze huwde op 20 mei 1908 in Sint-Lambrechts-Woluwe met Achille (Louis Marie Gustave) Van der Stichele (°1868). Ze weken in 1909 kortstondig uit van Brussel naar Rotterdam. Haar echtgenoot was op dat ogenblik onderconsul. Op 26 april van dat jaar werd in Rotterdam hun enige dochter Jeanne Marguerite Marie Van der Stichele geboren. Op 24 december 1912 liet het gezin zich uitschrijven uit Rotterdam en vestigde zich in Brussel. Marguerite Marie Josephine Sonck overleed op 14 april 1924 in Willemstad, Curaçao, Nederlandse Antillen. Haar echtgenoot Achille Van der Stichele stierf op 9 juli 1933 in Brussel als diplomatieke vertegenwoordiger (gevolmachtigd minister) van België in het buitenland. Dit verklaart waarom Marie in het buitenland sterft. Guido Gezelle dichtte in 1884 een gedicht voor het bidprentje van een veertienjarig nichtje van Marguerite. Ze heette Maria Josephina Joanna Rollier en was de dochter van de oudere zus van haar vader.
Relatie tot Gezellecorrespondent; leerling van Gezelle Engels Klooster

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamSonck, Marguerite Marie Josephine
Datums° Denderleeuw, 16/08/1882 - ✝ Willemstad (Curaçao), 14/04/1924
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsNederland; Curaçao
BioMarguerite (Marie Josephine) Sonck werd geboren op 16 augustus 1882 in Denderleeuw. Zij was de dochter van brouwer Hendrik/Henri Sonck (°1848) en Maria Van der Stichele (°1860). Hendrik Sonck was burgemeester van Denderleeuw van 1875 tot 1897. Marguerite was de oudste van acht kinderen en had nog een halfzus uit een vorig huwelijk van haar vader met Marie Thérèse Virginie Van Langenhaecke (+1877). Marguerite Sonck verbleef als leerling in het Engels Klooster van 1 oktober 1897 tot 2 augustus 1900. Vanaf 4 mei 1899 was Guido Gezelle er de geestelijke leidsman van de zusters. ’s Zondags gaf hij de meisjes uit het pensionaat godsdienstles. Marguerite Sonck was één van hen. Ze volgde Gezelles laatste twee lessen in oktober-november 1899. Op 8 december 1900 ontving ze de eretitel 'kind van Maria' voor moreel hoogstaande leerlingen. Ze kreeg een medaille opgespeld en werd opgenomen in de Maria-congregatie van het Engels Klooster. Ze huwde op 20 mei 1908 in Sint-Lambrechts-Woluwe met Achille (Louis Marie Gustave) Van der Stichele (°1868). Ze weken in 1909 kortstondig uit van Brussel naar Rotterdam. Haar echtgenoot was op dat ogenblik onderconsul. Op 26 april van dat jaar werd in Rotterdam hun enige dochter Jeanne Marguerite Marie Van der Stichele geboren. Op 24 december 1912 liet het gezin zich uitschrijven uit Rotterdam en vestigde zich in Brussel. Marguerite Marie Josephine Sonck overleed op 14 april 1924 in Willemstad, Curaçao, Nederlandse Antillen. Haar echtgenoot Achille Van der Stichele stierf op 9 juli 1933 in Brussel als diplomatieke vertegenwoordiger (gevolmachtigd minister) van België in het buitenland. Dit verklaart waarom Marie in het buitenland sterft. Guido Gezelle dichtte in 1884 een gedicht voor het bidprentje van een veertienjarig nichtje van Marguerite. Ze heette Maria Josephina Joanna Rollier en was de dochter van de oudere zus van haar vader.
Relatie tot Gezellecorrespondent; leerling van Gezelle Engels Klooster

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - instituut/vereniging

NaamEngels Klooster
BeschrijvingHet Engels Klooster is gevestigd aan de Carmersstraat en wordt sinds de stichting in 1629 bewoond door de Kanunnikessen van Windesheim, met een korte onderbreking in de Franse tijd. De van oorsprong Nederlandse congregatie ontstond eind veertiende eeuw onder invloed van de moderne devotie en kreeg al gauw bijhuizen in Vlaanderen. Tijdens de vervolgingen in Engeland ontving het klooster in Leuven zoveel Engelse roepingen dat daar in 1609 een eerste Engels klooster is opgericht. Op 14 september 1629 kwamen vanuit Leuven vijf Engelse zusters het Klooster van Nazareth in Brugge stichten. Pas in 1886 kon een klooster in Engeland worden gevestigd: Our Lady’s Priory (tot in 1978 te Hayward’s Heath). De religieuzen leven volgens de regel van Sint-Augustinus. Van bij de aanvang tot 1973 hielden ze een pensionaat open waar ze Engelse katholieke meisjes opleiden. Guido Gezelle was vanaf 30 maart 1899 tot zijn dood rector van het Engels Klooster en leraar aan de kostschool.
Datering14/09/1629-heden
Links[wikipedia]

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Sonck, Marguerite Marie Josephine

Correspondenten

Gezelle, Guido
Sonck, Marguerite Marie Josephine

Naam - instituut/vereniging

Engels Klooster

Naam - persoon

Sonck, Marguerite Marie Josephine

Naam - plaats

Brugge

Plaats van verzending

Brugge

Titel06/07/1899, Brugge, Marguerite [Marie Josephine Sonck] aan [Guido Gezelle]
EditeurMiet Hubrechts; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Sonck, Marguerite Marie Josephine]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum06/07/1899
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieAdressant gereconstrueerd op basis van: Gezelles Godsdienslessen in het Engels Klooster / door Robert Lagrain. - Brugge : Van de Wiele, 1983, p.134 en 136 ; adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 180x110
wit, gelijnd
papiersoort: 2 zijden beschreven ; bijlage: 1 zijde beschreven, inkt ; bijlage: potlood
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papier met tekening: Cloister of Nazareth // Canonesses Regular of Lateran. (Bruges)
op zijde 3 brief van Guido Gezelle aan Marguerite
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan Guido Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7138
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13474
Inhoud
IncipitJe viens d'apercevoir
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.