Brugge den 7 November
Eerw. Heer,
Ik ben spijtig U te moeten vragen om verontschuldiging. Ik heb vastgezeten door een onvoorzien en dringend geval: bij ‘t avondlicht zou ik aan uwen arm slecht werk verrichten. Ware het U mogelijk morgen rond 91/2 u. te komen in mijnp2Klein Gesticht[1] Raamstraat n° 3 (nevens de brouwerij van Mr Van Houtryve)? Ik heb daar alles aan de hand en zou des te gemakkelijker werken. Zoo niet, mag ik morgen ter uwent komen rond 9 uren?
Ik verzoek U nogmaals, Eerw. Heer, mij te willen verontschuldigen en bied U de verzekering mijner eerbied volle gevoelens
D L Verhoef