<Resultaat 118 van 2074

>

p1
Westmoreland Place 6
Westbourne Grove (North)
Bayswater.

Reverend Mr Gazelle

There is Adoration[1] at this Church on Sunday, so if you come here for the High Mass at eleven, will you kindly come across the Road[2] to take a little dinner with my Brother & self. we dine at half past one, as Edmund likes to go to the French Chapel[3] to High Mass.

I remain Reverend Sir,
with great respect
your very obedient
Elisa G Robinson
Sept 17th[4]

Noten

[1] Met ‘adoratie’ wordt in de katholieke kerk bedoeld de aanbidding van de eucharistie buiten de context van de mis. De hostie wordt tentoongesteld in een monstrans op het altaar zodat de gelovigen kunnen bidden in aanwezigheid van Christus.
[2] Aan de overkant van de straat lag de katholieke kerk St. Mary of the Angels , waar Guido Gezelle de mis wilde bijwonen. Nicholas Wiseman had in deze kerk de Oblaten geïnstalleerd in 1857, met hun overste en stichter Henry Manning. Manning leidde deze gemeenschap van Oblaten in Bayswater van 1857 tot 1868.
[3] Er was een Franse kerk in het district Marylebone waar veel Franse immigranten, oorspronkelijk Hugenoten, maar na de herroeping van het Edict van Nantes en de Revolutie vooral katholieken (priesters), royalisten en aristocraten, zich vestigden. In 1798 werd er een locatie voor een permanente kapel gevonden in Little George Street (later omgedoopt in Carton Street, naar een personage uit Dickens' A tale of two cities). In 1868 werd de kerk van Notre Dame de France in Leicester Square het voornaamste Franse gebedshuis. Dit verminderde het belang van de kapel die dan ook in 1911 haar deuren sloot.
[4] Voor de datering baseren we ons op de Engelandreizen van Guido Gezelle en zijn ontmoeting met Henry Manning. Het moet over een van de eerste drie reizen van Gezelle naar Engeland gaan, toen Elisa nog in Engeland woonde en in leven was. Ze verhuisde in 1865 naar Brugge en stierf voor Gezelles latere reizen. Deze reizen vonden telkens plaats in september (1861, 1862, 1863).

De derde reis in 1863, kan worden uitgesloten. Gezelle schreef zijn brief aan Eugeen Van Oye van 8 september 1863 vanuit Bayswater. Vermoedelijk heeft hij in het klooster verbleven. Op 9 september bevond Gezelle zich evenwel al in Arundel waar hij tot 27 september 1863 pastoor John Butt verving als huiskapelaan van de hertogin van Norfolk. Op 17 en 22 september 1863 kan hij dus onmogelijk nog in Bayswater geweest zijn.

De tweede Engelandreis ondernam Gezelle van 9 tot 25 september 1862. Hij verving er Ernest Lelièvre, de geestelijk directeur van de Little Sisters of the Poor, op het adres 6 Sutherland Gardens, Maida Hill, Londen. Dat adres is wel dicht bij de verblijfplaats van de Robinsons. Maar De Mûelenaere vermoedt dat Gezelle als suply van Lelièvre weinig tijd zal hebben gehad voor tochtjes. Het jaar 1862 kan, maar lijkt minder waarschijnlijk.

De eerste Engelandreis vond plaats in september 1861. Gezelle verbleef in toen het huis van kardinaal Wiseman. Gedurende deze reis ondernam hij heel veel uitstappen en ontmoette hij veel mensen. Volgens het artikel van J. De Mûelenaere, Rond Gezelles reizen naar Engeland. In: Gezelliana: 11 (1981) bezocht Guido Gezelle Manning in St. Mary of the Angels te Bayswater, across the road’ van de Robinsons. Dat zou dan gebeurd kunnen zijn op zondag 22 september 1861 aangezien de brief van Elisa Robinson van 17 september (1861) verwijst naar de zondag daarop. Uit de brief van Elisa Robinson kan je ook opmaken dat Gezelle info heeft opgevraagd over de diensten in St. Mary of the Angels. Dat kan erop wijzen dat hij nog minder vertrouwd was met Londen, aangezien het de eerste keer was dat hij er was. De voorkeur van datering gaat dus uit naar 1861.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamRobinson, Elisa Georgine
Datums° Londen, 1808 - ✝ Brugge, 13/10/1876
GeslachtVrouwelijk
Beroeprentenier
VerblijfplaatsEngeland
BioElisa Robinson werd geboren in 1808 te Londen als dochter van Henry Robinson (Whittingham, 1770 – Londen, 07/02/1837) en Françoise Clavering (Whittingham, 07/04/1774 – Londen, 02/06/1853). Ze was de zus van Arthur en Edmund Robinson en woonde samen met haar broer Edmund in Bayswater. van 1857 tot 18 november 1865 verbleven ze in de Vlamingstraat 34 te Brugge samen met hun schoonbroer Pierce Netterville, hun zus Julia Robinson en hun neefje Cuthbert Robinson. Daarna verhuizen Elisa en Edmund naar Vlamingstraat 27, het latere Sint-Jorisstraat 37, het Engels weeshuis van hun broer Arthur Robinson. . Tussenin verbleven ze in Bayswater, Londen. Elisa bleef ongehuwd en overleed in Arthurs weeshuis, in de Sint-Jorisstraat te Brugge.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://search.arch.be/nl/ ; Ancestry; Findmypast; Archiefbankbrugge

Briefschrijver

NaamRobinson, Elisa Georgine
Datums° Londen, 1808 - ✝ Brugge, 13/10/1876
GeslachtVrouwelijk
Beroeprentenier
VerblijfplaatsEngeland
BioElisa Robinson werd geboren in 1808 te Londen als dochter van Henry Robinson (Whittingham, 1770 – Londen, 07/02/1837) en Françoise Clavering (Whittingham, 07/04/1774 – Londen, 02/06/1853). Ze was de zus van Arthur en Edmund Robinson en woonde samen met haar broer Edmund in Bayswater. van 1857 tot 18 november 1865 verbleven ze in de Vlamingstraat 34 te Brugge samen met hun schoonbroer Pierce Netterville, hun zus Julia Robinson en hun neefje Cuthbert Robinson. Daarna verhuizen Elisa en Edmund naar Vlamingstraat 27, het latere Sint-Jorisstraat 37, het Engels weeshuis van hun broer Arthur Robinson. . Tussenin verbleven ze in Bayswater, Londen. Elisa bleef ongehuwd en overleed in Arthurs weeshuis, in de Sint-Jorisstraat te Brugge.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://search.arch.be/nl/ ; Ancestry; Findmypast; Archiefbankbrugge

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBayswater

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamManning, Henry Edward
Datums° Totteridge, 15/07/1808 - ✝ Londen, 14/01/1892
GeslachtMannelijk
Beroepdominee; deken; aartsdiaken; universiteitspredikant; priester; superior; aartsbisschop; kardinaal
VerblijfplaatsEngeland
BioHenry Edward Manning werd geboren op 15 juli 1808 te Totteridge als zoon van William Manning, lid van het Lagerhuis namens de Britse Conservatieven, en Mary Hunter, zijn tweede echtgenote. Hij studeerde te Harrow (1822-1827) en aan het Balliol en Merton College van de Universiteit te Oxford waar hij in 1833 zijn Master of Arts-graad haalde. Op 23 december 1832 ontving hij de anglicaanse wijding en in december 1832 werd hij ook dominee te Lovington, te Sussex en op 16 september 1833 rector te Graffham. Hij huwde in november van hetzelfde jaar met Caroline Sargent. In 1837, toen hij deken van Midhurst was, overleed zijn vrouw na vier jaar huwelijk. In 1841 werd hij aartsdiaken van Chichester en in 1844 universiteitspredikant in plaats van Newman. Hij was net als Nicholas Newman actief binnen de Oxford Movement. In 1848 had hij een privé-audiëntie met paus Pius IX te Rome. Op 6 april 1851 werd hij te Rome in de rooms-katholieke Kerk opgenomen. Op 14 juni 1851 werd hij tot priester gewijd door Nicolas Wiseman. Hij studeerde te Rome (1851-1854) en werd in 1854 doctor in de theologie. Datzelfde jaar nam kardinaal Wiseman hem op in het domkapittel van Westminster en werd hij pauselijk huisprelaat. Van 31 mei 1857 tot 1865 was hij superior van de oblaten van St. Charles. Hij werd op 30 april 1865 aartsbisschop van Westminster en primaat van de Rooms-Katholieke Kerk in Engeland. Pius IX wijdde hem in maart 1875 tot kardinaal. Manning was een invloedrijk figuur binnen de katholiek kerk en genoot het vertrouwen van paus Pius IX. Hij had nauwe banden met Belgische bisschoppen, waaronder J. Faict. Via Wiseman maakte hij ook kennis met Guido Gezelle en ontwikkelde hij een vriendschap met hem. Manning overleed te Londen op 14 januari 1892. Aanvankelijk vond de begrafenis plaats op St Mary's Roman Catholic Cemetery in Kensal Green. In 1907 werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar de crypte van Westminster Cathedral. Lytton Strachey portretteerde Kardinaal Manning als een van de opmerkelijke figuren in zijn boek "Eminent Victorians".
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.newadvent.org/cathen/09604b.htm; Edmund Sheridan Purcell, Life of Cardinal Manning Archbishop of Westminster. Volume I. Manning as an Anglican, New York/Londen, 1896
NaamRobinson, Elisa Georgine
Datums° Londen, 1808 - ✝ Brugge, 13/10/1876
GeslachtVrouwelijk
Beroeprentenier
VerblijfplaatsEngeland
BioElisa Robinson werd geboren in 1808 te Londen als dochter van Henry Robinson (Whittingham, 1770 – Londen, 07/02/1837) en Françoise Clavering (Whittingham, 07/04/1774 – Londen, 02/06/1853). Ze was de zus van Arthur en Edmund Robinson en woonde samen met haar broer Edmund in Bayswater. van 1857 tot 18 november 1865 verbleven ze in de Vlamingstraat 34 te Brugge samen met hun schoonbroer Pierce Netterville, hun zus Julia Robinson en hun neefje Cuthbert Robinson. Daarna verhuizen Elisa en Edmund naar Vlamingstraat 27, het latere Sint-Jorisstraat 37, het Engels weeshuis van hun broer Arthur Robinson. . Tussenin verbleven ze in Bayswater, Londen. Elisa bleef ongehuwd en overleed in Arthurs weeshuis, in de Sint-Jorisstraat te Brugge.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://search.arch.be/nl/ ; Ancestry; Findmypast; Archiefbankbrugge
NaamRobinson, Edmund Fitzeustache
Datums° Cowes, 20/09/1811 - ✝ Brugge, 26/11/1884
GeslachtMannelijk
Beroeprentenier
VerblijfplaatsEngeland
BioEdmund Robinson werd geboren op het eiland Wight op 20 september 1811 als zoon van Henry Robinson (Whittingham, 1770 – Londen, 07/02/1837) en Françoise Clavering (Whittingham, 07/04/1774 – Londen, 02/06/1853). Hij woonde met zijn zus Elisa in Bayswater. van 1857 tot 18 november 1865 verbleven ze in de Vlamingstraat 34 te Brugge samen met hun schoonbroer Pierce Netterville, hun zus Julia Robinson en hun neefje Cuthbert Robinson. Daarna verhuizen Elisa en Edmund naar Vlamingstraat 27, het latere Sint-Jorisstraat 37, het Engels weeshuis van hun broer Arthur Robinson. Tussenin verbleven ze in Bayswater, Londen. Alhoewel Edmund officieel gedomicilieerd was in Londen, overleed hij ongehuwd op 26 november 1884 in de Sint Jorisstraat 37 te Brugge.
Bronnen http://www.familysearch.org; Ancestry; Findmypast; Archiefbankbrugge

Naam - plaats

NaamBayswater

Titel17/09/[1861], Bayswater, Elisa Georgine Robinson aan [Guido Gezelle]
EditeurGuido Spyns; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderRobinson, Elisa Georgine
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum17/09/[1861]
VerzendingsplaatsBayswater
AnnotatieJaartal gereconstrueerd op basis van de brieftekst en contextuele gegevens: datering op basis van Gezelles Engelandreizen en zijn ontmoeting met Henry Manning, het gaat over de eerste drie Engelandreizen, toen Elisa nog in Engeland woonde (verhuis 1865) en in leven was. De derde reis in 1863, kan worden uitgesloten: op 9 september bevond Gezelle zich al in Arundel. Op de tweede Engelandreis van 9 tot 25 september 1862 had hij te weinig tijd zal hebben voor tochtjes. De eerste Engelandreis vond plaats in september 1861. Gezelle verbleef in toen het huis van kardinaal Wiseman. Gedurende deze reis ondernam hij heel veel uitstappen en ontmoette hij veel mensen. Volgens het artikel van J. De Mûelenaere, Rond Gezelles reizen naar Engeland. In: Gezelliana: 11 (1981) bezocht Guido Gezelle Manning in St. Mary of the Angels te Bayswater, across the road' van de Robinsons. De voorkeur van datering gaat dus uit naar 1861 ; adressaat gereconstrueerd op basis van de aanhef.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.II, p.284
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 180x115
wit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7357
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13555
Inhoud
IncipitThere is adoration at this
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.