<Resultaat 907 van 2074

>

p1

Boekhandel

van

HENRI CLAES.

Kleine Markt 9, Antwerpen.

Bureel van

DE BELGISCHE ILLUSTRATIE.

Den Wel Eerw: Heer Guido Gezelle
lid der Vlaamsche Akademie
onderpastoor
Kortrijk

Wel Eerwaarde Heer

Voornemens zijnde in mijne uitgave “De Nieuwe Belgische Illustratie” de portretten der leden der Vlaamsche Akademie

door de chemigraphie gereproduceerd over te nemen, neem ik de vrijheid U bij deze te verzoeken mij ten spoedigste een photographisch portret[1] van UEd te laten geworden.

Ik verzoek U tevens deze mijne onbescheidenheid te verontschuldigen en intusschen de verzekering mijner bijzondere hoogachting te aanvaarden
UEd dienstwillige dienaar
Henri Claes
p2

Noten

[1] De portretten werden gemaakt op basis van foto’s. Er zijn er een aantal verschenen in het tijdschrift, startend rond de periode van de brief begin oktober 1886 met Jan de Delaet. Er verschenen een tiental portretten, maar de reeks werd niet beëindigd. Het is niet duidelijk of Gezelle zijn foto stuurde., maar zijn portret werd niet gepubliceerd.
kraam/oprochtente vierewaards 63° ronsenHerodis heeft geronst 64

Register

Correspondenten

NaamClaes, Henri
Datums° Antwerpen, 06/06/1849 - ✝ Antwerpen, 21/09/1889
GeslachtMannelijk
Beroepboekhandelaar; provincieraadslid; letterkundige; uitgever
BioHendrik Claes was in navolging van zijn vader, boekbinder Petrus Claes, boekhandelaar. Hij huwde met Philomena De Boey en vestigde zich in Antwerpen. Hij was er politiek actief in de gemeenteraad vanaf 1872 en in de provincieraad vanaf 1876. Hij was verder ook uitgever van "De nieuwe Belgische illustratie", een tijdschrift gesticht door August Snieders. Het was een verdienstelijke poging om de Nederlandstalige Vlamingen te voorzien van een tijdschrift met dezelfde opzet als het Franse "L'Illustration" en het Brusselse Franstalige "L'Illustration Européenne". Henri Claes vroeg Gezelle om een foto ter publicatie in zijn tijdschrift. Claes overleed te Antwerpen op 21 september 1889.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamClaes, Henri
Datums° Antwerpen, 06/06/1849 - ✝ Antwerpen, 21/09/1889
GeslachtMannelijk
Beroepboekhandelaar; provincieraadslid; letterkundige; uitgever
BioHendrik Claes was in navolging van zijn vader, boekbinder Petrus Claes, boekhandelaar. Hij huwde met Philomena De Boey en vestigde zich in Antwerpen. Hij was er politiek actief in de gemeenteraad vanaf 1872 en in de provincieraad vanaf 1876. Hij was verder ook uitgever van "De nieuwe Belgische illustratie", een tijdschrift gesticht door August Snieders. Het was een verdienstelijke poging om de Nederlandstalige Vlamingen te voorzien van een tijdschrift met dezelfde opzet als het Franse "L'Illustration" en het Brusselse Franstalige "L'Illustration Européenne". Henri Claes vroeg Gezelle om een foto ter publicatie in zijn tijdschrift. Claes overleed te Antwerpen op 21 september 1889.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamAntwerpen
GemeenteAntwerpen

Naam - persoon

NaamClaes, Henri
Datums° Antwerpen, 06/06/1849 - ✝ Antwerpen, 21/09/1889
GeslachtMannelijk
Beroepboekhandelaar; provincieraadslid; letterkundige; uitgever
BioHendrik Claes was in navolging van zijn vader, boekbinder Petrus Claes, boekhandelaar. Hij huwde met Philomena De Boey en vestigde zich in Antwerpen. Hij was er politiek actief in de gemeenteraad vanaf 1872 en in de provincieraad vanaf 1876. Hij was verder ook uitgever van "De nieuwe Belgische illustratie", een tijdschrift gesticht door August Snieders. Het was een verdienstelijke poging om de Nederlandstalige Vlamingen te voorzien van een tijdschrift met dezelfde opzet als het Franse "L'Illustration" en het Brusselse Franstalige "L'Illustration Européenne". Henri Claes vroeg Gezelle om een foto ter publicatie in zijn tijdschrift. Claes overleed te Antwerpen op 21 september 1889.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Naam - plaats

NaamAntwerpen
GemeenteAntwerpen
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - instituut/vereniging

NaamDe Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde
BeschrijvingDit wetenschappelijk genootschap bestudeert en stimuleert de Nederlandse taal- en literatuur. Na een lange voorgeschiedenis werd het opgericht bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1886 als Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. De activiteiten omvatten onder meer maandelijkse bijeenkomsten met wetenschappelijke en letterkundige besprekingen, prijsvragen en publicaties. Guido Gezelle was één van de stichtende leden. Dit was een belangrijke erkenning van zijn werk. Hij was betrokken bij verschillende prijsvragen en schonk ook een deel van zijn boeken aan de academie.
Datering1886-heden
Links[wikipedia]

Titel - ander werk

TitelDe Belgische Illustratie (periodiek)
Datum1868-1894
PlaatsAntwerpen
Uitgever[s.n.]

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Claes, Henri

Correspondenten

Claes, Henri
Gezelle, Guido

Naam - instituut/vereniging

De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde

Naam - persoon

Claes, Henri
Gezelle, Guido

Naam - plaats

Antwerpen
Kortrijk

Plaats van verzending

Antwerpen

Titel - ander werk

De Belgische Illustratie

Titel05/10/1886, Antwerpen, Henri Claes aan Guido Gezelle
EditeurKarel Platteau
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderClaes, Henri
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum05/10/1886
VerzendingsplaatsAntwerpen (Antwerpen)
Fysieke bijzonderheden
Drager 2 enkele vellen, enkel vel 1: 102x132 ; enkel vel 2: 102x132
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven; zijde 1 met adres, inkt
Staat volledig: brief verknipt tot twee taalkundige fiches en gereconstrueerd
Vormelijke bijzonderheden papier met briefhoofd: Boekhandel // van // Henri Claes. // Kleine Markt 9, Antwerpen. // Bureel van // De Belgische Illustratie.
Toevoegingen op blanco zijde 2 links en op blanco zijde 4 rechtsboven: taalkundige notities: 1) ronsen // Herodis heeft geronst // 64 2) kraam/opr[o?]chten // te vierewaards // 63° (inkt, verticaal)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7852 + 3586, kraam oprechten
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13562
Inhoud
IncipitVoornemens zijnde in mijne uitgave
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.