<Resultaat 2266 van 2307

>

p1
Couvent de Spermalie
Bruges

Reverend and dear Sir -

I thank you for your letter very much - in the first place because there are very many truths in it, which may be serviceable for me to refer to from time to time & secondly because it proves that you gave the matter much consideration & spoke your mind freely even if the truth were more severe & distasteful and it is only such friends I value - but but (there is always a but or an if they say in the direction of Women) Are you quite sure that I was influenced so much by thep2wishes of the children as by your own opinion expressed on former occasions & by the opinion of Mr Algar who said “A person’s own language was a necessity, but a foreign language was only an accomplishment” - dont you think that might have had the greater weight of the two - besides which are you sure that you grasp the whole question involved - - & bear in mind that my children have Protestant Guardians[1] that they are children of a Protestant Father, that we are only in a Foreign country on sufferance that at the end of 2 or 3 years at most my childrens’ Guardians will expect to have themp3returned with a full knowledge of French & German & Commercial Education besides their own language - & not Latin & Greek - that they have allowed them to leave their native land by the sanction of their Protestant Solicitor for that purpose - depending on my judgement to carry out that object - now as far as I can form a judgement Namur offers the advantages of French German & Commerce above any place in Belgium besides the improvement in their Maternal language - So much for the educational part of the business - & now as regardsp4the fancies of the children as regards health &C - Poor Edward had an illness 3 years since when he received the last Sacraments, and when the Physician decided that the thing to save his life would be an elevated spot or as he expressed it pure mountain air - now in as much as their Fatherdied of consumption & their Sister the 2 little ones[2] are both pronounced of consumptive tendency - am I justified in keeping them in a low rheumatic neighbourhood or transferring them to one - With regard to Richard I admit every word of your letter applies with full force - but I plead forp5the little ones, that is rather severe - believe me they have better judgements than Richard. With regard to placing them at a distance from me I am not sure but that your views are right - & we will discuss that another time - Excuse any thing that may seem selfwilled, I am so accustomed to to argue every point with my Trustees[3] elder Sons[4] Lawyers it is hard to take a more submissive tone, but you understand my meaning to be very respectful

Yours truly in Christ
Jemima Hazeland

Noten

[1] Deze ’guardians‘ waren een soort ’morele beschermers’, belast met het protestants opvoeden van kinderen. Volgens de Engelse wet stond de vader in voor de religieuze educatie van zijn kinderen. Indien hij stierf, moest de moeder er niet alleen voor zorgen dat haar kinderen verder volgens dit geloof werden opgevoed. Maar als zijzelf een ander geloof aanhing, kon de rechtbank voogden aanstellen die hierop toezagen. Aangezien Jemima in 1853 tot het katholicisme bekeerd was, waren er in haar geval dus dergelijke voogden aangesteld. (L.M. Friedman, The Parental Right to Control the Religious Education of a Child. In: Harvard Law Review, 29 (maart 1916) 5, p.485-500).
[2] De twee jongste kinderen: Edward en Alfred.
[3] Trustees of gevolmachtigden hebben onafhankelijke controle over organisaties, zoals kerken en liefdadigheidsinstellingen, en de meeste belangrijke beslissingen vallen onder hun verantwoordelijkheid. Eén van hun belangrijkste verantwoordelijkheden is om het doel van de organisatie, te beschermen en te helpen bevorderen. Ze geven vaak financiële steun.
[4] Jemima Stroud had in totaal 8 zonen. De zonen van haar eerste man Matthew Hazeland waren: John, Adam Wragg en Matthew. De zonen van haar tweede man Abraham Hazeland waren: Abraham, Samuel, Richard, Edward en Alfred. Hier verwijst ze naar de zonen van haar eerste man.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/

Briefschrijver

NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamAlgar, Joseph Cox
Datums° Hume-Bristol, 12/12/1819 - ✝ Roeselare, 21/12/1881
GeslachtMannelijk
Beroepleraar
VerblijfplaatsEngeland
BioJoseph Algar was de zoon van een vooraanstaande dominee. Hij studeerde theologie aan het Magdalen College te Oxford en behaalde er de graad van Master of Arts. Om gezondheidsredenen moest hij zijn studies staken en werd hij een rondtrekkende privé-leraar. Hij gaf les aan de zonen van de anglicaanse aartsbisschop van Dublin en aan de kinderen van de Engelse ambassadeur in Stockholm. Onder invloed van diens vrouw dacht hij aan bekering tot het katholicisme. Terug in Engeland zocht hij John Henry Newman (1801-1890) op, zelf een bekeerling en toekomstig kardinaal. Die stuurde hem naar Faict, anglofiel en professor aan het grootseminarie te Brugge (1847-'48). Nadat Faict superior was geworden te Roeselare (1849), kwam Algar ook naar het kleinseminarie (april 1850) om er leraar Engels te worden (1851). In 1854 werd hij professor voor de afdeling van de Engelsen. Algar werd er de goede vriend van Gezelle, wie hij raad gaf voor alles wat de Engelse letterkunde betrof. Samen gingen ze te Brugge het Engels College leiden (oktober 1860 - maart 1861). Na de mislukking van dat experiment keerde Algar naar Roeselare terug waar hij tot aan zijn dood verantwoordelijk was voor de Engelse afdeling. Gezelle droeg hem postuum zijn vertaling van Longfellows Song of Hiawatha (1886) op.
Relatie tot Gezellecorrespondent; collega
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamHazeland, Alfred Henry; Alfred Henry
Datums° Shaw, Melksham, Wiltshire, 10/1847 - ✝ Lutterworth, 17/03/1940
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; erekanunnik
VerblijfplaatsEngeland
BioAlfred Henry Hazeland werd in oktober 1845 te Shaw geboren als zoon van Abraham Hazeland (1804-1848) en Jemima Stroud (1812-1892). Tijdens de jaren 1850 was hij leerling aan het Clifton Wood College en tijdens het schooljaar 1860-1861 leerling aan de jongerenafdeling (7 tot 13 jaar) van het college te Melle. Op 20/06/1861 werd hij ingeschreven aan het College Notre Dame de la Paix te Namen, samen met zijn broer Edward. Hij volgde er de leergangen van het vijfde leerjaar in 1861-1862 en wordt slechts éénmaal vermeld in de palmares van 1862-1863. In 1862 liep hij weg uit school naar Brugge, waar hij opgevangen werd door Guido Gezelle die zijn hotelkosten op zich nam. Hij werkte zes jaar in een architectenbureau, maar hernam zijn studies theologie aan het Prior Park College te Bath, waar hij les kreeg van onder meer aartsbisschop Errington. In 1873 werd hij gewijd tot rooms-katholiek priester, en was van 1873 tot 1879 leraar aan het Prior Park College, alsook curate in de St. Nichlas’ Church in Bristol. In 1880 werd hij parochiepriester in Lutterworth. Hij bouwde er op eigen kosten de katholieke kerk. In 1930, naar aanleiding van vijftig jaar priester in Lutterworth, kreeg hij de titel van erekanunnik. Hij overleed tien jaar later op zijn parochie.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/
NaamHazeland, Edward
Datums° Shaw, Melksham, Wiltshire, 1846 - ✝ Clitherou, Lancashire, 1925
GeslachtMannelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioEdward Herbert Hazeland werd in oktober 1846 geboren in Shaw als zoon van Abraham Hazeland (1804-1848) en Jemima Stroud (1812-1892). Hij werd gedoopt op 11 oktober 1846. Tijdens het schooljaar 1860-1861 was hij leerling aan de afdeling van 13- tot 16-jarigen van het college te Melle. Op 20/06/1861 werd hij ingeschreven aan het Collège Notre Dame de Ia Paix te Namen, samen met zijn broer Alfred. Hij volgde in 1861- 1862 de voorbereidende klassen en in 1862-1863 de vijfde klas. Hij trouwde op 14 juli 1879 in Bristol met Elizabeth Anna May. Later werd hij lekenbroeder.
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/
NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/
NaamHazeland, Richard
Datums° Shaw, Melksham, Wiltshire, 04/1845
GeslachtMannelijk
Beroeppriester
VerblijfplaatsEngeland
BioRichard William Hazeland werd in april 1845 te Shaw geboren als zoon van Abraham Hazeland (1804-1848) en Jemima Stroud (1812-1892), en op 4 juni 1845 in Shaw and Whitley, Christchurch, Wiltshire gedoopt. In 1855 studeerde hij in Frankrijk aan het 'Collège Communal de Hazebrouck'. Tijdens het schooljaar 1860-1861 was hij leerling aan de jongerenafdeling (7 tot 13 jaar) van het college te Melle. In mei 1861 werd hij leerling aan het Sint-Jozefscollege te Turnhout. Hij bleef er tot juli 1864. Hij wilde dan graag naar het Engels Seminarie te Brugge maar wordt nergens vermeld in de archieven. Hij zou in 1866 gestudeerd hebben aan de universiteit van Brussel, verbleef aan het St. Mary's College, Oscott (1866-1868), en werd op 18 december tot 1868 rooms-katholiek priester gewijd. Hij was werkzaam in de parochies van St. Osmund's, Salisbury, Wiltshire in het diocees Clifton (1870-1871) en zou in 1876 aan het Bangor Theological Seminary verbleven hebben.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/
NaamHazeland, Samuel
Datums° Devizes, 01/1842 - ✝ Cornwall, 16/03/1900
GeslachtMannelijk
Beroepuitvinder
VerblijfplaatsEngeland; Duitsland
BioSamuel Searle Hazeland werd in januari 1842 te Devizes geboren als zoon van Abraham Hazeland (1804-1848) en Jemima Stroud (1812-1892). Op 12 november 1843 werd hij gedoopt in Shaw and Whitley, Christchurch, Wiltshire, maar als dertienjarige jongen werd hij op 23 maart 1855 katholiek herdoopt in Bristol. Vóór 1861 verbleef hij zestien maanden bij de maristen, zes maanden te Sedgeley Park en twee jaar bij de katholieke schoolmeester Mr. Dunn te Clifton. In 1851 verbleef hij samen met zijn broer Abraham Hazeland in een boardingschool onder leiding van Richard Smith in Melksham, Wiltshire, die toen gevestigd was in Shaw House. Hij woonde in de jaren 1860-1861 samen met zijn moeder in Brugge, waar ze een geschikte school voor hem zocht. Zo leerde hij ook Guido Gezelle kennen. Hij gaf Samuel een tijdje twee maal in de week Franse les. Vanaf april 1861 verbleef hij voor zes maanden in Bonn. Hazeland werkte er in de winkel van Mr. Mertens, waar hij samen verbleef met Vital Trogh. Beiden werden naar Bonn gelokt door Heinrich Schmitz met de belofte om er voor een welgestelde koopman te werken, maar in werkelijkheid betrof het een kleine zaak en waren ze winkelbedienden. In oktober 1861 verliet hij Bonn omdat zijn moeder ziek was. Hij ging bij haar wonen in Namen en liep er school in de stad, met vermelding in het palmares van het College Notre Dame de la Paix. Op 22 november 1870 trouwde hij in Wiltshire met Maria Louisa Jacobs (Stapleton, Bristol, 25 december 1845 – Bodmin, Cornwall, ca. 26 maart 1920), de dochter van zijn stiefvader Thomas Jacobs en diens eerste vrouw Elizabeth Williams (°1816). Hij verwierf vanaf 1880 verschillende patenten voor uitvindingen. Hij overleed op 16 maart 1900 in Cornwall.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/;
NaamHazeland, Matthew
Datums° ca. 1800 - ✝ Devizes, 31/03/1838
GeslachtMannelijk
Beroephandelaar
VerblijfplaatsEngeland
BioMatthew Hazeland was een handelaar in kool, zout en leisteen. Hij werd in 1800 geboren en overleed in 1838 in Devizes, Wiltshire, in Engeland. Op 29 maart 1834 huwde hij met Jemima Stroud in de Anglicaanse kerk Saint Mark, Kennington, Londen. Het was een ongelukkig huwelijk vanwege het alcoholmisbruik van Matthew. Samen kregen ze vier kinderen: Adam Wragg (Devizes, 16 september 1835 – Devizes, 4 december 1880), Matthew (Devizes, 17 juli 1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 6 januari 1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die vrij snel stierf (°Devizes, 6 januari 1837).
Bronnen https://www.ancestry.co.uk/ ; https://nl.geneanet.org/
NaamHazeland, Abraham
Datums° Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 - ✝ Devizes, Wiltshire, 23/10/1848
GeslachtMannelijk
Beroepbrouwer; handelaar
VerblijfplaatsEngeland
BioAbraham Hazeland Sr. werd op 15 april 1804 geboren in Devizes, Wiltshire, in Engeland. In 1838 huwde hij in Schotland met de weduwe Jemima Hazeland, die voorheen met zijn oudere broer - Matthew - gehuwd was. Omdat dit door de Engelse wet niet werd goedgekeurd, wou Jemima haar huwelijk met Abraham laten ontbinden. Daarop liet Abraham haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze voor drie maanden in een gesticht dichtbij Bristol werd opgenomen. Abraham en Jemima kregen samen zes kinderen: Abraham (Devizes, 1840 - Leyton Hawse, 16/10/1848), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857), Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Abraham was mouter en handelaar in hop, en beheerde tussen 1841 en januari 1845 een brouwerij in Shaw, Melksham samen met Robert Manning. Nadien zette hij de brouwerij alleen verder totdat hij op 16 oktober 1848 in zijn brouwerij overleed aan de gevolgen van een hartziekte. Hij werd op 23 oktober 1848 begraven in St. Mary, Devizes, Wiltshire.
Bronnen https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/
NaamHazeland, Abraham Jr.
Datums° Devizes, Wiltshire, 1840 - ✝ Leyton Hawse, 30/11/1860
GeslachtMannelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioAbraham Hazeland Jr. werd in 1840 geboren in Devizes, Wiltshire als oudste zoon van Abraham Hazeland (1804-1848) en Jemima Stroud (1812-1892). Hij werd protestants gedoopt op 12 november 1843, maar werd op 12 december 1854 als veertienjarige jongen katholiek herdoopt. In 1851 verbleef hij samen met zijn broer Samuel Hazeland in een boardingschool onder leiding van Richard Smith in Melksham, Wiltshire, die toen gevestigd was in “Shaw House. Hij werd overreden door een wagen met paard in Leyton Hawse, Lancashire en overleed ten gevolge van dit accident op 30 november 1860.
Bronnen https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/; Salisbury and Winchester Journal: (08/12/1860)
NaamHazeland, Adam Wragg
Datums° Devizes, Wiltshire, 16/08/1835 - ✝ Devizes, Wiltshire, 04/12/1880
GeslachtMannelijk
Beroepdierenarts
VerblijfplaatsEngeland
BioAdam Wragg Hazeland werd geboren op 16 augustus 1835 in Devizes, Wiltshire, als oudste zoon van Matthew Hazeland (1800-1838) en Jemima Stroud (1812-1892). Hij werd op 22 september 1836 in Saint Mary, Devizes, gedoopt. Omwille van financiële schulden trok hij naar Australië waar hij van 12 augustus tot 4 oktober 1854 in het ziekenhuis in Adelaide werd opgenomen. Hij werkte er voor de East India Transport Service. Volgens een krantenbericht dat hij in 1875 liet plaatsen was hij een voormalig dierenarts. In juli 1880 huwde hij met Emily Young Griffin (1854-1901), maar datzelfde jaar overleed hij 1880 in het Cottage Hospital van Devizes.
Bronnen https://www.ancestry.co.uk/ ; https://www.findmypast.co.uk/image-viewer?issue=BL%2F0002221%2F18750605&page=2&article=030&stringtohighlight=adam+hazeland+india; https://www.findmypast.co.uk/image-viewer?issue=BL%2F0001557%2F18801211&page=8&article=120&stringtohighlight=adam+hazeland+india
NaamHazeland, Matthew (jr)
Datums° Devizes, Wiltshire, 17/07/1836 - ✝ Londen, 09/1898
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat
VerblijfplaatsEngeland
BioMatthew Hazeland werd op 17 juli 1836 geboren in Devizes, Wiltshire als tweede zoon van Matthew Hazeland (1800-1838) en Jemima Stroud (1812-1892). Hij werd gedoopt op 6 januari 1837 in St. Mary's Church. Volgens verschillende censussen woonde hij steeds als huurder bij een ander koppel of gezin. Zo stelde de census van 1861 vast dat hij bij een gezin in Saffron Walden, Essex, verbleef, en dat hij klerk was bij een advocaat. In 1871 woonde hij in Islington, Londen, en was hij niet alleen een advocatenklerk, maar ook zelf een ‘admitted solicitor’. In 1881 verbleef hij in St. Pancras, Londen, waar werd geregistreerd dat hij advocaat en ‘managing clerk’ was. Volgens de census van 1891 keerde hij terug naar Islington, en was hij nog steeds advocaat. Telkenmale werd hij als alleenstaande geregistreerd. Hij stierf in september 1898 in Londen.
Bronnen https://www.ancestrylibrary.com/search/?name=Matthew_Hazeland&event=_devizes-wiltshire-england-united+kingdom_88246&location=3257.3250&priority=english
NaamHazeland, John
Datums° Devizes, Wiltshire, 06/01/1838 - ✝ Oslo, 04/05/1889
GeslachtMannelijk
Beroepleerkracht; handelaar; bankier
VerblijfplaatsEngeland; Noorwegen
BioJohn Joseph Hazeland werd op 6 januari 1838 in Devizes geboren als zoon van Jemima Stroud (1812-1892) en Matthew H. Hazeland (1800-1838). Hij werd op 24 februari 1838 in St. Mary the Virgin in Devizes gedoopt. John groeide deels op in Engeland en deels in het Evangelische brotherhood te Zeist, nabij Utrecht. Hij was anderhalf jaar actief in London als handelaar en bankier. In 1857 bezocht hij Noorwegen en later bleef hij daar in korte intervallen, eerst in de bergen van Stavanger, en vanaf 1863 in Kristiania. Daar werkte hij als leerkracht Engels deels privaat en deels in de openbare scholen waaronder een jaar in een oorlogsschool. Hij trouwde met Severine Larsen op 18 mei 1858 en kreeg twee kinderen: Arnholt (Arnold) Mesiang (1859-1945) en Mildred (°1863). Hij stierf op 4 mei 1889 in Oslo en werd er op 10 mei begraven.
Bronnen https://www.geni.com/photo/view?album_type=photos_of_me&id=6000000018849962922&photo_id=6000000044191637798&position=0; http://ancestrylibrary.com
NaamHazeland, Catharine Jemima
Datums° Shaw, 12/1843 - ✝ Londen, 04/1857
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioCatharine Jemima Hazeland werd geboren in april 1843 in Shaw als dochter van Jemima Stroud en Abraham Hazeland. Catherine was het derde kind dat uit dat tweede huwelijk van Jemima voortkwam, ze was ook de enige dochter van het echtpaar. Ze overleed mogelijk aan tuberculose in april 1857 in Londen.

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - instituut/vereniging

NaamZusters van de Kindsheid van Maria ter Spermalie
BeschrijvingIn 1836 stichtte kanunnik Charles Carton een school waar aangepast onderwijs werd gegeven aan blinde en dove kinderen. De school was ondergebracht in het voormalige jezuïetencollege aan de Spiegelrei 13 te Brugge. De zorg voor de kinderen werd toevertrouwd aan de daartoe nieuw opgerichte Congregatie van de Zusters van de Kindsheid van Maria, waarvan de eersten werden geprofest in 1838. In 1940 kocht Carton de voormalige abdij van Spermalie in de Snaggaardstraat te Brugge (nu vzw De Kade). Hierin vestigde hij in 1842 een meisjespensionaat en de eerste kleuterschool van Brugge. Om extra inkomsten te genereren, werd er tevens een rusthuis voor oudere dames geopend. In 1862 kon het instituut uitbreiden dankzij het verwerven van aanpalende gronden tussen Lang Gotje en Oliebaan. Daardoor verhuisde in 1868 het doven- en blindeninstituut eveneens naar de Snaggaardstraat. Toch bleef ook de vestiging in de Spiegelrei bestaan, en had deze tot 1880 zelfs een eigen overste. In 1952 sloot de kleuter- en lagere school de deuren, en werd de Hotelschool Spermalie geopend. Het meisjespensionaat hield op te bestaan in 1957, en in 1968 werd de V.Z.W. Gehoor- en Spraakrevalidatiecentrum opgericht.
Datering1836-heden
Links[odis]
NaamCollège Notre Dame de la Paix, Namen
BeschrijvingHet Collège Notre Dame de la Paix is een jezuïetenbasisschool en -middelbare school in Namen. De stad Namen had al een jezuïetencollege, het Collège de Namur, opgericht in 1610 en gesloten in 1773 toen de Sociëteit van Jezus werd opgeheven. In 1814 werd de Sociëteit van Jezus algemeen heropgericht. Het duurde echter tot de Belgische onafhankelijkheid vooraleer de Jezuïeten naar Namen terugkeerden en een nieuw college openden. In 1831 begonnen de lessen in de gebouwen van de voormalige benedictijnenabdij van La Paix-Notre-Dame. De eerste zeven jaar waren alle studenten kostgangers. In 1838 werden op aandringen van Mgr. Dehesselle, bisschop van Namen, de deuren van het college geopend voor dagstudenten. De middelbare school werd in 1971 overgebracht naar nieuwe gebouwen in Erpent, aan de zuidoostelijke rand van de stad. Samen met negen andere instellingen maakt het deel uit van de vereniging van de vereniging der ‘Collèges et Instituts Jésuites de Belgique francophone’.
Datering1610-1773, 1831-heden
Links[wikipedia]

Titel[01/05/1861 t.p.q.- 20/06/1861 t.a.q.], Brugge, [Jemima Stroud] (= Mevrouw Jemima Hazeland) aan [Guido Gezelle]
EditeurIda De Boodt; Amber Sonck; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Stroud, Jemima]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum[01/05/1861 t.p.q.- 20/06/1861 t.a.q.]
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieT.p.q. en t.a.q. gereconstrueerd op basis van de brieftekst en brief nr. 7275 , deze brief volgt op brief 7275; adressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.I, p.225-226
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel en enkel vel, 210x135
wit
papiersoort: 5 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden rouwpapier
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7273
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13656
Inhoud
IncipitI thank you for your
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.