<Resultaat 146 van 2074

>

p1
27 Rue St Jacques
Namur

Reverend and dear Sir

Many Thanks for your kind letter, and your kindness towards my little imbecile Alfred [1] He has taken it into his head to become a Merchant or a Shopkeeper or a Workman but whether that caprice will last it remains to be seen - I leave him in your hands to decide as you see his dispositions are for one thing or the other - You know I am a great advocate for Writing andp2Cyphering - How would it be to put him to the Xaverien Brothers or to the Brothers of Charity for a week to reflect - He can be received at Namur Collège if he likes because it is not known - I think had he been at Turnhout or Alost his Vocation for a Priest would have lasted but Namur is too grandiose - I know you are a friend of the Jesuits and so am I in all but their neglect of Writing and account keeping - If he still thinks p3of being a Shopkeeper - it is necessary he learns Writing and Arithmatic, and he could try the Xaveriens at Bruges or the Josephites at Louvain or the Brothers of Misericorde at Mechlin - Your discretion will not permit you to offer him all these for his selection - but you will kindly try and ascertain his wishes for his future establishment in life - and propose what you think best -p4I write to him by this post also,[2] and hope he will see that he has acted in a way unworthy of him - I can not express my feelings of gratitude sufficiently for your kindness to him, and I trust you will be able to accomplish much for him by your advice -

Hoping to hear very soon & leaving every thing to your discretion
believe me to remain
Your ever Obliged friend
Jemima Hazeland
p5

It is much better he should prepare for commerce by learning Writing & Cyphering but I do not despair of his becoming a Priest yet - but I would not push the Vocation just now - By the bye can you tell me if you have any apartments now free at Bruges Madame Claeys or at Spermalie Convent -

Noten

[1] Alfred is weggelopen uit het College van Namen naar Brugge zonder iets tegen zijn moeder te zeggen om een job te zoeken als handelaar of werkman. Gezelle heeft hem opgevangen en zijn rekening betaald van Hotel Londres in Brugge.
[2] Het gaat over de brief van Jemima aan Alfred waarin ze haar teleurstelling in hem duidelijk maakte.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/

Briefschrijver

NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamNamen

Naam - persoon

NaamHazeland, Alfred Henry; Alfred Henry
Datums° Shaw, Melksham, Wiltshire, 10/1847 - ✝ Lutterworth, 17/03/1940
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; erekanunnik
VerblijfplaatsEngeland
BioAlfred Henry Hazeland werd in oktober 1845 te Shaw geboren als zoon van Abraham Hazeland (1804-1848) en Jemima Stroud (1812-1892). Tijdens de jaren 1850 was hij leerling aan het Clifton Wood College en tijdens het schooljaar 1860-1861 leerling aan de jongerenafdeling (7 tot 13 jaar) van het college te Melle. Op 20/06/1861 werd hij ingeschreven aan het College Notre Dame de la Paix te Namen, samen met zijn broer Edward. Hij volgde er de leergangen van het vijfde leerjaar in 1861-1862 en wordt slechts éénmaal vermeld in de palmares van 1862-1863. Hij werkte zes jaar in een architectenbureau, maar hernam zijn studies theologie aan het Prior Park College te Bath, waar hij les kreeg van onder meer aartsbisschop Errington. In 1873 werd hij gewijd tot rooms-katholiek priester, en was van 1873 tot 1879 leraar aan het Prior Park College, alsook curate in de St. Nichlas’ Church in Bristol. In 1880 werd hij parochiepriester in Lutterworth. Hij bouwde er op eigen kosten de katholieke kerk. In 1930, naar aanleiding van vijftig jaar priester in Lutterworth, kreeg hij de titel van erekanunnik. Hij overleed tien jaar later op zijn parochie.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/
NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/
NaamInghels, Silvie Marie Sophie
Datums° Brugge, 06/09/1827 - ✝ Brugge, 20/11/1905
GeslachtVrouwelijk
Beroephospita
BioSylvie Marie Sophie Inghels werd geboren te Brugge op 6 november 1827. Ze trad er in het huwelijk op 27 februari 1851 met Louis François Jean Claeys (Brugge, 02/08/1820 – Brugge, 29/03/1888), een meester-zadelmaker, die later uitgroeide tot een vooraanstaand meester-rijtuigmaker. Zijn firma bevond zich in de Sint-Jacobsstraat 3 te Brugge. Op dat adres verhuurde Sylvie ook kamers o.m. aan Jemima Hazeland en haar gezin. Louis en Sylvie hadden verschillende kinderen: Achille Pierre Louis (Brugge, 06/11/1851 – Brugge, 20/12/1883), Alphonse Joseph Ubald Brandin (Brugge, 26/05/1853 – Brugge, 30/11/1925), Hector Pierre Julien (Brugge, 30/11/1854 – Brugge, 14/10/1871), Alida Aimé Honoré Marie (Brugge, 26/02/1857-), Jerôme Joseph Louis (Brugge, 14/04/1859 – Brugge, 24/12/1861), Emile (°Brugge, 30 juni 1861-); Hélène (Brugge, 16/10/1863 – Brugge, 18/10/1929), SN Claeys (Brugge, 29/10/1865 – Brugge, 30/10/1865) en Etienne (Brugge, 11/10/1866 – Oudenaarde, 10/07/1941). Sylvie overleed te Brugge op 20 november 1905.
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/; Rijksregister; Historische kranten Brugge

Naam - plaats

NaamNamen

Naam - instituut/vereniging

NaamZusters van de Kindsheid van Maria ter Spermalie
BeschrijvingIn 1836 stichtte kanunnik Charles Carton een school waar aangepast onderwijs werd gegeven aan blinde en dove kinderen. De school was ondergebracht in het voormalige jezuïetencollege aan de Spiegelrei 13 te Brugge. De zorg voor de kinderen werd toevertrouwd aan de daartoe nieuw opgerichte Congregatie van de Zusters van de Kindsheid van Maria, waarvan de eersten werden geprofest in 1838. In 1940 kocht Carton de voormalige abdij van Spermalie in de Snaggaardstraat te Brugge (nu vzw De Kade). Hierin vestigde hij in 1842 een meisjespensionaat en de eerste kleuterschool van Brugge. Om extra inkomsten te genereren, werd er tevens een rusthuis voor oudere dames geopend. In 1862 kon het instituut uitbreiden dankzij het verwerven van aanpalende gronden tussen Lang Gotje en Oliebaan. Daardoor verhuisde in 1868 het doven- en blindeninstituut eveneens naar de Snaggaardstraat. Toch bleef ook de vestiging in de Spiegelrei bestaan, en had deze tot 1880 zelfs een eigen overste. In 1952 sloot de kleuter- en lagere school de deuren, en werd de Hotelschool Spermalie geopend. Het meisjespensionaat hield op te bestaan in 1957, en in 1968 werd de V.Z.W. Gehoor- en Spraakrevalidatiecentrum opgericht.
Datering1836-heden
Links[odis]
NaamCollège Notre Dame de la Paix, Namen
BeschrijvingHet Collège Notre Dame de la Paix is een jezuïetenbasisschool en -middelbare school in Namen. De stad Namen had al een jezuïetencollege, het Collège de Namur, opgericht in 1610 en gesloten in 1773 toen de Sociëteit van Jezus werd opgeheven. In 1814 werd de Sociëteit van Jezus algemeen heropgericht. Het duurde echter tot de Belgische onafhankelijkheid vooraleer de Jezuïeten naar Namen terugkeerden en een nieuw college openden. In 1831 begonnen de lessen in de gebouwen van de voormalige benedictijnenabdij van La Paix-Notre-Dame. De eerste zeven jaar waren alle studenten kostgangers. In 1838 werden op aandringen van Mgr. Dehesselle, bisschop van Namen, de deuren van het college geopend voor dagstudenten. De middelbare school werd in 1971 overgebracht naar nieuwe gebouwen in Erpent, aan de zuidoostelijke rand van de stad. Samen met negen andere instellingen maakt het deel uit van de vereniging van de vereniging der ‘Collèges et Instituts Jésuites de Belgique francophone’.
Datering1610-1773, 1831-heden
Links[wikipedia]
NaamSint-Jozefscollege, Turnhout
BeschrijvingHet Sint-Jozefscollege Turnhout ontstond in 1845 onder leiding van de jezuïeten nadat zij het sinds het begin van de 17de eeuw bestaande Latijnse college overnamen. Deze jongensschool werd tot 1844 geleid door Pierre-Jean Denef. Na zijn dood verzocht diens dochter Maria de jezuïeten om het roer in handen te nemen. Het eerste schooljaar ving aan op 7 oktober 1845, waarbij 128 leerlingen ingeschreven waren in de Grieks-Latijnse humaniora. In de eeuw erna groeide de school sterk, inclusief het internaat.
Datering1845-heden
Links[odis], [wikipedia]
NaamSint-Franciscus-Xaveriusinstituut, Brugge
BeschrijvingIn juni 1839 ging de 42-jarige Nederlandse schoenmaker Theodoor Jacobus Rijken samen met drie ambachtslui samenwonen in een gehuurd huis in de Ezelsstraat in Brugge. Theodoor was missionaris en wilde een onderwijzende lekencongregatie oprichten. Hiervoor kreeg hij op 1 oktober 1840 de goedkeuring van de Brugse bisschop Frans René Boussen. De groep kreeg als naam de Congregatie van Broeders van Sint-Franciscus Xaverius. Twee jaar later, in 1841, verhuisde de groep naar een domein in de Sint-Jorisstraat. Daar openden ze een bewaarschool. In september 1843 startten ze met een lagere school. In november 1844 werd aan het Sint-Salvatorskerkhof een lagere betalende burgerschool gestart, deze verhuisde daarna naar het Onze-Lieve-Vrouwekerkhof. In 1852 werd een internaat opgericht. Het lerarenkorps en de studentenbevolking kregen hierdoor een internationaler karakter. De Engelse groep vormde in 1863 bijvoorbeeld een aparte sectie. De Xaverianen broeders breidden uit over Brugge en gingen ook buiten de stad scholen oprichten. De vakken handel, wiskunde, Frans, Engels en Duits bezorgden de intussen opgerichte middelbare school afdeling haar faam. In 1873 werd een cursus in stenografie onderwezen, en sinds 1897 werd ook dactylo-onderricht gegeven. In 1899 werd een oud-leerlingenvereniging opgericht.
Datering1839-heden
Links[odis], [wikipedia]
NaamHeilige-Drievuldigheidscollege, Leuven
BeschrijvingHet Heilige-Drievuldigheidscollege, gelegen in het hart van Leuven, is een katholieke onderwijsinstelling die werd opgericht door de Congregatie van de Jozefieten. Deze congregatie, toegewijd aan onderwijs en opvoeding, heeft vestigingen verspreid over België, waaronder Melle, Leuven, Geraardsbergen en Houtaing. In 1843 werd het Heilige-Drievuldigheidscollege te Leuven gesticht door kanunnik Constant Van Crombrugghe, de bezieler van de Congregatie van de Jozefieten. Van Crombrugghe startte in 1817 de Zonen van de Heilige Jozef, ook bekend als Josephieten (Congregatio Josephitarum, CJ), in Geraardsbergen. Zijn voornaamste doel was het tegengaan van de seculariserende invloed van het Franse regime en het beleid van Willem I. Tevens streefde hij naar de (her)verspreiding van het katholieke geloof in de samenleving. In Geraardsbergen boden de Josephieten onderwijs aan arme kinderen, maar hun inspanningen werden aanvankelijk niet erkend door de overheid. Van Crombrugghe zag zich genoodzaakt zijn onderwijsinstelling meerdere malen te sluiten. Na de onafhankelijkheid van België in 1830 veranderde het maatschappelijke klimaat. In 1842 namen de Josephieten het college aan de Oude Markt in Leuven over op verzoek van kardinaal Sterckx. De nabijheid van de universiteit leidde ertoe dat veel fraters seminariestudies begonnen te volgen. Vanaf dat moment streefde Van Crombrugghe naar een transformatie van zijn congregatie, met als doel zowel broeders als priesters te omvatten. In 1897 erkende de paus deze verandering, en de congregatie werd officieel een priestercongregatie. Begin 2019 besloot de inrichtende macht met een plan ‘perron3000’ naar buiten te komen. Men had het voorstel om het Sint-Pieterscollege, het Heilige-Drievuldigheidscollege en het Paridaensinstituut te laten fusioneren tot één school. Uiteindelijk werd na veel protest het plan opgegeven door de inrichtende macht. De school heeft een basisschool die tegen 2025 zal verdwijnen wegens te weinig inschrijvingen.
Datering1843-heden
Links[wikipedia]
NaamSint-Jozefscollege, Aalst
BeschrijvingHet Sint-Jozefscollege in Aalst is een onderwijsinstelling gesticht in 1620 door de Jezuïetenorde. In 1620 vestigden zich eerst twee, dan zeven jezuïeten in Aalst in een gehuurd huis in de Nieuwstraat, waar zij ook les begonnen te geven. Twee jaar later, in 1622, begon de opbouw van een schoolcomplex in de Pontstraat waardoor ook hun onderwijsaanbod uitgebreid kon worden. De gebouwen bleven als school gebruikt worden tussen 1773 en 1831, een periode waarin de Jezuïetenorde afgeschaft was. Na de terugkeer van de Jezuïeten in 1831 namen ze ook weer de leiding van het Sint-Jozefscollege op zich. Het schoolcomplex bleef voortdurend uitbreiden. In 2005 namen de Jezuïeten afscheid van de stad Aalst en droegen ze het college over aan de lokale collegegemeenschap.
Datering1620-heden
Links[odis], [wikipedia]
NaamSchool van de broeders van O.-L.-V. Van Barmhartigheid, Mechelen
BeschrijvingOp 25 januari 1839 werd de Broeders van Onze-Lieve-Vrouw van Barmhartigheid opgericht door Victor Scheppers, die zich toelegde op de zorg voor gevangenen. Met de erfenis van zijn vader kocht hij in 1841 een oud klooster aan de Melaan, dat de zetel van de congregatie werd en waar hij in 1845 ook een gratis dagschool oprichtte. In 1851 stichtte Scheppers samen met zijn broedercongregatie een kostschool aan de Melaan in Mechelen, het Scheppersinstituut, voorheen bekend als het Pensionnat Saint Vincent de Paul. Ondanks groeiende aantallen internen bracht het succes ook uitbreidingsproblemen met zich mee, waardoor delen van het klooster van de Arme Klaren werden gekocht, samen met aangrenzende panden en gebouwen in de Thaborstraat. In 1858 werd een nieuw gebouw opgetrokken. Broeder Vincentius leidde de school met vakmanschap, waarop zijn opvolgers voortbouwden met een eigen pedagogisch concept gericht op religieuze opvoeding, discipline en moderne talen. De school bood een warme en familiaire omgeving en bereidde studenten voor op het Franstalige administratieve en economische leven van de 19e eeuw.
Datering1851-heden
Links[wikipedia]

Titelxx/[05?/1862], Namen, [Jemima Stroud] (= mevrouw Hazeland) aan [Guido Gezelle]
EditeurEmma Marchau; Amber Sonck; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Stroud, Jemima]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatumxx/[05?/1862]
VerzendingsplaatsNamen
AnnotatieJaartal gereconstrueerd op basis van de brieftekst; adressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.I, p.321-322
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel en enkel vel, 210x135
wit
papiersoort: 5 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden rouwpapier
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7288
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13661
Inhoud
IncipitMany thanks for
Samenvatting vlucht van Alfred Hazeland uit het College van Namen naar Brugge om er handelaar of werkman te worden
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.