<Resultaat 125 van 2074

>

p1
Couvent des Annonceades
Boulogne Sur Mer
France

Reverend and dear Sir -

I have been hesitating whether to write you a letter, and remind you of my existence, or whether I should not do so, and the result is as you see by this letter, in favor of the 1st determination I came here last Wednesday week and had a fatiguing & expensive journey - at present I think I may say I am a little better in some respects - but the difference is not very great - next week I hope to take the warm Sea Baths & perhaps they will improve me more - I have written to the Abbé Carton to give up my room because I think it uncertain whether, or when I may return to the Convent[1] although I hope to see Bruges again some day - I hope to remain here until October, & thenp2the time is too distant to say what step I may take - now I must say something of the Convent - It is by no means so free and easy as Spermalie, indeed under no circumstances (save severe illness) can any one be admitted to your rooms - The order is very very rigid & we have nothing scarcely to do with the religious - This Evening there is a Sermon in the parish Church[2] (which is under the same roof as the Convent) at 8 O Clock - but I cannot go, because the doors will be locked before it is finished - I do not know that I am more in love with convent life than before I left Belgium - but being alone it is perhaps the most respectable thing but I still hope to receive my friends again in Apartments, By the bye how could you act so unkindly as not to come & say farewell & give me your parting benediction - I suppose you had forgotten all about it - however I will not say anything more aboutp3disagreeable subjects - but proceed to tell you that I go to Confession to L’Abbé Le Roy a French Priest who understands English & the Reverend Mother has reproved me gently for saying - “Je l’aime beaucoup” - but really he is a dear old Man His hair is perfectly like Silver, as white as snow - and he is so gentle and so grave and so dignified withal one can never forget that he is a Priest of God - although he is not stiff, he shakes hands with his penitents at least he has with me - He gives his Instruction in French to me, and I believe he invited me to go & see him - I should think he was very strict he gives the most extraordinary penances, for many days in succession and his absolution is so slow & solemn it almost frightened me - What will you say to me for saying that in outward respects the French Priests at Boulogne are infinitely superior in reverence to the generality of Flemish Priests. that at the devotion every one kneels on the floor not on their chairsp4& that spitting on the floor is I think a thing passed and gone - Monsieur Le Roy thinks I had better not pass the Winter in Boulogne it is so fearfully cold - but there is plenty of time to decide that point - We have only 5 Ladies - one of them is Sister[3] to some Countess in Brussels Peneranda I think is the name They are very civil to me & one of them is going with me to Mr Le Roy - They are a different class (entirely) of Ladies to Spermalie - I find it rather triste; the atmosphere is too religious perhaps but I think it is decidedly more favorable for my spiritual advancement than Spermalie - but less bodily comforts the stairs are steep. the furniture meagre the restraints very very great - but I think I may say they all like me - Now may I ask a nice long letter from you, dont forget me at the Holy Sacrifice[4] and I will think of you in my poor prayers - that when you are an old man you may be like my newp5Confessor What a difference between him and some old Men - dear Mr Le Roy seems like a dear Father - and you seem like a Younger Brother - to me so dont take offence if I express myself with a sort of nonchalance (is that the word) - in writing to you - I feel just the same respect to any good Priest but age claims a different manner from us - and I dont respect you one whit less than Monsieur Le Royp6Now I must say Good Bye - & if it be the will of God I hope we may meet again I will write to you from time to time if I may & wishing you every blessing for Eternity & as much earthly comfort as would be good for you

I remain
Ever Yours in the hearts of Jesus & Mary
Jemima Hazeland

Noten

[1] Hier verbleef ze eerder dat jaar.
[2] Nadat de Onze-Lieve-Vrouwkathedraal van Boulogne-sur-Mer aan het einde van de 18e eeuw vernield was, nam de kapel van het annonciadenklooster van 1803 tot 1868 de functie van parochiekerk over. (F. Debussche, K Jay & S. Boucher, Laisser-vous conter les Annonciades, ancien couvent et bibliothèque. Villes et Pays d’art et d’histoire Boulogne-sur-Mer. Ville de Boulogne-sur-Mer, 2012)
[3] Het gaat met grote waarschijnlijkheid om Mary Laetitia Spong. Later verhuisde ze naar Brugge, waar ze in 1874 in Spermalie overleed, waar ook Jemima verbleven had.
[4] De Holy Sacrifice refereert hier aan de katholieke misviering, waarbij men de kruisdood van Jezus (zijn Offer) met een offermaaltijd van brood en wijn (lichaam en bloed van Jezus) herdenkt.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/

Briefschrijver

NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBoulogne-sur-Mer

Naam - persoon

NaamCarton, Charles Louis
Datums° Pittem, 03/06/1802 - ✝ Brugge, 19/09/1863
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; coadjutor; directeur; kapelaan; historicus
BioCharles Carton werd op 17/08/1825 tot priester gewijd te Mechelen. Hij was coadjutor te Maldegem en Ichtegem (22/10/1825), kapelaan te Wielsbeke (1826) en te Ardooie (1829-1835). Hij was de bezieler van het doven- en blindenonderwijs, waarvoor hij een eigen methode ontwikkelde. Zo richtte hij te Brugge het Spermalie-instituut op voor doven en blinden (juli 1835) en, ook in 1835, de Congregatie van de Zusters der Kindsheid van Maria. Hij ondernam diverse buitenlandse reizen om het blindenonderwijs te bestuderen. Als historicus was hij in 1839 medestichter van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge (Société d'émulation). In 1840 stichtte hij de eerste 'bewaarschool' (voorloper van de kleuterklas).
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT)
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/
NaamLeroy, Etienne
Datums° 1800 - ✝ Boulogne-sur-mer, 11/1864
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; aalmoezenier
VerblijfplaatsFrankrijk
BioEtienne Leroy werd geboren in 1800 en zou al sinds de stichting van het Collège Haffreingue (rond 1813 en geleid door Mgr. Benoît-Agathon Haffreingue) in Boulogne-sur-Mer verbonden zijn geweest aan de instelling. Hij werd er aalmoezenier. Hij sprak Engels en stond katholieken uit Groot-Brittannië en Ierland bij die in de buurt woonden. Hij nam er ook de biecht af van Engelsen in de Alphonsuskapel, gehecht aan het klooster van Redemptoristen in de Rue Barrière St. Michel 5. Hij overleed in november 1864 in Boulogne-sur-Mer en werd begraven in Bazinghen.
BronnenThe Catholic Directory, Ecclesiastical Register, and Almanac. Londen: Burns and Lambert (1856, 1858); Battersby’s catholic Directory, Almanac, and Registry of the whole catholic world. Dublin: John Mullany, 1860; D. Haignieré, Recueil historique du Boulonnais (notices, articles, éphémérides) 1845-1893. Boulogne-sur-Mer: G. Hamain, 1897 (https://archive.org/details/recueilhistoriq00haiggoog/page/n354/mode/2up?q=leroy); https://nazareth-haffreingue.com/college-haffreingue/presentation/notre-histoire/
NaamSpong, Rosamond; de Peñaranda, Rosamond
Datums° Southwark, Londen, 20/04/1797 - ✝ Sint-Michiels, Brugge, 25/07/1872
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioRosamond Spong, dochter van de Engelse jonkheer en grootgrondbezitter John Walter Spong (1770-1828) en Mary Laetitia Sarah Halfhead (1774-1852), werd op 20 april 1797 in Southwark, Londen, geboren, en Anglicaans gedoopt op 21 mei 1797 in St. Saviour's, Denmark Park, Southwark. Haar ouders kregen in totaal 13 kinderen. Toen hun dochter Emma op 3 juni 1818 op negenjarige leeftijd overleed, woonde het gezin Spong-Halfhead in Brussel. Rosamond trouwde op 26 oktober 1824 in Aylesford, Kent met de Belgische grootgrondbezitter, graaf Désiré Charles Marie Joseph Ghislain de Peñaranda de Dufilée (Brugge, 26/07/1799 – Brussel, 26/01/1863). Het huwelijk werd nog eens overgedaan in Brugge op 20 juli 1825. Het echtpaar vestigde zich in Brussel. Rosamond Spong bekeerde zich kort na haar huwelijk tot het katholicisme. Ze overleed in Sint-Michiels Brugge op 25 juli 1872 en werd in Zandvoorde bij Ieper begraven. Het echtpaar de Peñaranda-Spong had acht kinderen die allen in Brussel geboren werden, onder wie twee zoons die respectievelijk jezuïet en missionaris in Indië werden.
Bronnen https://search.arch.be/nl/zoeken-naar-personen/zoekresultaat/q/persoon_voornaam_t_0/rosamonde/q/zoekwijze/s?M=0&V=0&O=0&persoon_0_periode_geen=0; https://gw.geneanet.org/rogerpg?lang=nl&n=spong&nz=thijs&oc=0&p=rosamonde&pz=roger+pierre+gustaaf&type=tree; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.archiefbankbrugge.be/archiefbank;
NaamSpong, Mary Laetitia
Datums° Snodland, Kent, 16/07/1795 - ✝ Brugge, 10/02/1874
GeslachtVrouwelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioMary Laetitita Spong werd op 16 juli 1795 geboren in Snodland, Kent als dochter van de Engelse jonkheer en grootgrondbezitter John Walter Spong (1770-1828) en Mary Laetitia Sarah Halfhead (1774-1852). Haar ouders kregen in totaal 13 kinderen. Toen hun dochter Emma op 3 juni 1818 op negenjarige leeftijd overleed, woonde het gezin Spong-Halfhead in Brussel. Vermoedelijk verbleef Mary Laetitia enige tijd (ca. 1861) in het klooster van de annunciaten te Boulogne-sur-Mer. Bij haar overlijden op 10 februari 1874 woonde ze in de Snaggaardstraat 19: het klooster Spermalie.
Bronnen https://gw.geneanet.org/geoffvds?n=spong&oc=&p=mary+laetitia; https://search.arch.be/nl/zoeken-naar-personen/zoekresultaat/q/persoon_achternaam_t_0/spong/q/persoon_voornaam_t_0/laetitia/q/zoekwijze/s?M=0&V=0&O=0&persoon_0_periode_geen=0; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.archiefbankbrugge.be/archiefbank;
NaamGruselle, Heloise Geneviève
GeslachtVrouwelijk
Beroepmoederoverste; kloosterzuster
VerblijfplaatsFrankrijk
BioHeloïse Gruselle trad in 1843 toe tot het klooster van de Annonciades, gelegen in Boulogne-sur-Mer, onder de kloosternaam Marie Heloise des Dix Vertus. Ze bekleedde later de functie van moeder-overste van dit klooster. Helaas werden er geen verdere gegevens over haar gevonden.
Relatie tot Gezellecorrespondent

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamBrussel
GemeenteBrussel
NaamBoulogne-sur-Mer

Naam - instituut/vereniging

NaamZusters van de Kindsheid van Maria ter Spermalie
BeschrijvingIn 1836 stichtte kanunnik Charles Carton een school waar aangepast onderwijs werd gegeven aan blinde en dove kinderen. De school was ondergebracht in het voormalige jezuïetencollege aan de Spiegelrei 13 te Brugge. De zorg voor de kinderen werd toevertrouwd aan de daartoe nieuw opgerichte Congregatie van de Zusters van de Kindsheid van Maria, waarvan de eersten werden geprofest in 1838. In 1940 kocht Carton de voormalige abdij van Spermalie in de Snaggaardstraat te Brugge (nu vzw De Kade). Hierin vestigde hij in 1842 een meisjespensionaat en de eerste kleuterschool van Brugge. Om extra inkomsten te genereren, werd er tevens een rusthuis voor oudere dames geopend. In 1862 kon het instituut uitbreiden dankzij het verwerven van aanpalende gronden tussen Lang Gotje en Oliebaan. Daardoor verhuisde in 1868 het doven- en blindeninstituut eveneens naar de Snaggaardstraat. Toch bleef ook de vestiging in de Spiegelrei bestaan, en had deze tot 1880 zelfs een eigen overste. In 1952 sloot de kleuter- en lagere school de deuren, en werd de Hotelschool Spermalie geopend. Het meisjespensionaat hield op te bestaan in 1957, en in 1968 werd de V.Z.W. Gehoor- en Spraakrevalidatiecentrum opgericht.
Datering1836-heden
Links[odis]
NaamCouvent des Annonceades, Boulogne-sur-Mer
BeschrijvingHoewel de oorsprong van het klooster van de annunciaten (annuntiaten of annonciaden) in Boulogne-sur-Mer teruggaat tot de 13e eeuw, was het in 1636 dat de toen aanwezige franciscaner zusterorde zich aansloot bij de contemplatieve orde van de annunciaten. Voluit de ‘Orde van de Annunciatie van de Gezegende Maagd Maria’ genoemd, richt deze katholieke kloosterorde voor vrouwen zich op de verering van de Maagd Maria. Het klooster kent een woelige geschiedenis; aan het einde van de 18e eeuw werd het klooster opgeëist als nationaal bezit en diende het gebouw als gevangenis, ziekenhuis en munitieopslagplaats vooraleer de zusters het pand opnieuw claimden. Ze wijdden zich voortaan aan de opleiding van jonge meisjes. In 1904 verlieten ze het klooster definitief en trokken naar Engeland. Ondertussen is het pand gerenoveerd en doet het tegenwoordig dienst als bibliotheek.
Datering1636-1904

Titelxx/[09/1861], Boulogne-sur-Mer, [Jemima Stroud] (= mevrouw Jemima Hazeland) aan [Guido Gezelle]
EditeurEmma Marchau; Amber Sonck; Marc Carlier (research); Peter Debates (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Stroud, Jemima]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatumxx/[09/1861]
VerzendingsplaatsBoulogne-sur-Mer
AnnotatieJaartal, maand en adressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.I, p.270-272
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel en enkel vel, dubbel vel: 212x135 ; enkel vel: 105x135
wit
papiersoort: 6 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papier met briefhoofd in reliëf: Pensionat // de // Spermalie // Bruges[?]
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7285
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13664
Inhoud
IncipitI have been hesitating whether
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.