<Resultaat 130 van 2074

>

p1
26 Rue Fossés Fleurés
Namur
Belgique

Reverend and dear Sir -

You will perceive by the address that I am once more in Belgium - I left Boulogne 5 Weeks since and am now living with Samuel in apartments for the Winter In the Spring if all goes well he will return to Germany - he is working very hard,[1] writing 5 Hours a day - and has a Master 3 times per Week - he says very frequently - “I wish Mr Gezelle would come in for an hour or so - don’t you” - As for myself I like Bruges - but as my health is very bad, and as they tell me, no place where there is much water is suitable - I suppose I mustp2not think of it at present - I had one fearful attack at Boulogne - and am very suffering here - I have just seen a Lady here, whose husband suffered for 8 years in the same way - They had a Novena,[2] and the 9th day he passed some Gall Stones & has been well ever since - now I think I have said enough about the miseries of illness & will proceed to ask you about your visit to England and I shall expect a nice long account of your visit there Your opinion about the place & people Namur is a beautiful country, and I much wish you could come & see us for a day or two - The Scenery is they say almost equal to the Rhine - The Rivers Sambre & Meuse are very beautiful - by the bye I must tell you for some time past there has been a celebrated band of Brigands[3] infesting the neighbourhood, but they are now captured 14 & are in Monsp3Prison - The King’s address[4] has given great dissatisfaction to the Catholics at Namur - and I am becoming a politician I make it a duty to translate “L’Ami de l’ordre” daily - but at present I do not speak French fluently - I did not like the Convent in Boulogne but still I miss the Chapel very much - It will be an impossibility for me now to receive Holy Communion frequently - I bought many nice books in France which I am sure you would like very much - Père Le Roy was a very holy man he made a pelgrimage to Notre dame de Liesse[5] brought me a silver medal a picture & a book as a present - I really believe I was a favorite - for he told me he prayed for me very much at Liesse - I dont feel nearly so devout since I have left France and Père le Roy - He was I believe a Saint - such a dear venerable oldp4Priest - his hair was like silver - I think he was perfection - I have not found a second Père Le Roy or Mr Gezelle at present in Namur - The Jesuits[6] say that Edward and Alfred are 2 angels they are so good and edify every one now I should think you might during Christmas or Easter if all goes well make a little trip and come and see us Samuel and I should very much like to see you - The walks and rides around Namur are magnificent. but I hope to receive a long letter very soon - I have a very nice book written upon devotion to the 9 Choirs of Angels[7] Have you seen it? - It recommends Praying to the Guardian angels of your Friends, especially your Director,

Hoping that you will pray for me
I remain
very Truly Yours in Christ
Jemima Hazeland

Kind regards from Samuel who expects a letter very soon

Noten

[1] Samuel Hazeland studeerde in Namen aan het College Notre Dame de la Paix.
[2] Een noveen is een spirituele reeks van negen dagen waarop men op een bijzondere wijze tot God bidt, ter verkrijging van een gunst of ter voorbereiding op een belangrijke feestdag.
[3] Begin oktober 1861 berichtten meerdere Belgische kranten over het grote assisenproces van de beruchte ‘Bande noire’, zo genaamd vanwege het feit dat ze hun gezichten met houtskool kleurden. De bende bestond uit twaalf leden, waarvan velen familie van elkaar waren, onder leiding van Auguste Leclercq. Ze pleegden een vijftigtal overvallen in de regio van Charleroi en Namen, soms met dodelijke gevolgen. Volgens berichtgeving werd een volledig afdeling van de gevangenis van Bergen afgesloten om ervoor te zorgen dat de bende optimaal bewaakt kon worden. Verder werd gesteld dat het proces een van de meeste aangrijpende rechtszaken van de afgelopen 50 jaar zou worden. La Meuse: (03/10/1861); Le Bien Public: (07/10/1861).
[4] Deze speech verwijst naar de Troonrede van november 1861 waarin het programma van het liberale kabinet Frère werd voorgesteld. Er stonden drie hoofdpunten op de agenda: de bestrijding van electorale fraude, de herziening van de verdeling van stichtingsbeurzen en de beurzen voor de kerkfabrieken. Hoewel de speech heel positief werd onthaald door de liberale pers, spraken Antwerpse kranten zich eerder teleurgesteld uit over het tekort aan aandacht voor de problemen in verband met de haven. Daarbovenop vielen katholieke kranten de speech ook hard aan. Zo werd het liberale kabinet beschreven als “iconoclasten van een andere eeuw” die alleen maar doelen op vernieling en fundamentele wetten niet respecteren. De koning werd volgens hen verplicht om aan de groeiende eisen van de liberalen te voldoen terwijl de katholieken zich buitengesloten voelden.
[5] Al sinds de 12de eeuw is Liesse-Notre-Dame in Frankrijk een trekpleister voor bedevaarders die de Zwarte Maagd, het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Liesse, willen eren. Het beeld zou verwijzen naar de legende van Ismeria, dochter van een sultan van Caïro. Ismeria redde ten tijde van de Kruistochten het leven van de ridders van Eppes en bekeerde zich vervolgens tot het christendom. Ze trouwde uiteindelijk met Robert van Eppes. Onder de bedevaarders bevonden zich ook koningen (Lodewijk XI, Frans I en Lodewijk XIII) en Jean d’Arc. Lodewijk XIII en Anna van Oostenrijk gingen er meermaals naartoe om de geboorte van een erfgenaam te vragen aan de Madonna. Deze erfgenaam werd uiteindelijk Louis XIV. (wikipedia)
[6] Het onderwijs in het Collège Notre Dame de la Paix werd gegeven door jezuïeten.
[7] Jemima verwijst hier mogelijk naar La Dévotion Aux Neuf Choeurs des Saints Anges Et En Particulier Aux Ss. Anges Gardiens, uitgebracht in Parijs in 1816 en vertaald naar het Engels in 1869.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/

Briefschrijver

NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamNamen

Naam - persoon

NaamDessein, Petrus Ludovicus
Datums° Wervik, 13/11/1811 - ✝ Brugge, 11/03/1891
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; professor; rector; president; kanunnik; aartsdiaken
BioPierre Dessein, zoon van Leonard Dessein, landbouwer, en Marie Colpaert, was leraar wijsbegeerte aan het grootseminarie van Brugge op 01/10/1833. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 20/12/1834 en erekanunnik op 20/08/1841. Hij was achtereenvolgens leraar ethica aan het grootseminarie te Brugge (01/10/1849), lid van de bisschoppelijke raad (18/10/1856), de overste van Gezelle als rector van het Engels Seminarie te Brugge van 27/01/1859 tot 17/06/1869, doctor in de godgeleerdheid (1862), titulair kanunnik en president van het grootseminarie van Brugge (17/06/1869-16/11/1884) en huisprelaat van de Paus (januari 1870). Op 21/02/1885 werd hij aartsdiaken van het kapittel van de kathedraal. Gezelle schreef het studentikoze gezelschapslied De Paus, de Paus ach zwijgt ervan voor het doctoraat van Dessein en het gedicht De Paus Triomf gevierd, den boom geprezen, op vraag van de Brugse seminaristen voor de viering van Dessein op woensdag 15/10/1884 t.g.v. zijn 50-jarige professoraat aan het grootseminarie. Hij overleed in zijn woning in de Zilverstraat D 33 te Brugge.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamHazeland, Alfred Henry; Alfred Henry
Datums° Shaw, Melksham, Wiltshire, 10/1847 - ✝ Lutterworth, 17/03/1940
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; erekanunnik
VerblijfplaatsEngeland
BioAlfred Henry Hazeland werd in oktober 1845 te Shaw geboren als zoon van Abraham Hazeland (1804-1848) en Jemima Stroud (1812-1892). Tijdens de jaren 1850 was hij leerling aan het Clifton Wood College en tijdens het schooljaar 1860-1861 leerling aan de jongerenafdeling (7 tot 13 jaar) van het college te Melle. Op 20/06/1861 werd hij ingeschreven aan het College Notre Dame de la Paix te Namen, samen met zijn broer Edward. Hij volgde er de leergangen van het vijfde leerjaar in 1861-1862 en wordt slechts éénmaal vermeld in de palmares van 1862-1863. Hij werkte zes jaar in een architectenbureau, maar hernam zijn studies theologie aan het Prior Park College te Bath, waar hij les kreeg van onder meer aartsbisschop Errington. In 1873 werd hij gewijd tot rooms-katholiek priester, en was van 1873 tot 1879 leraar aan het Prior Park College, alsook curate in de St. Nichlas’ Church in Bristol. In 1880 werd hij parochiepriester in Lutterworth. Hij bouwde er op eigen kosten de katholieke kerk. In 1930, naar aanleiding van vijftig jaar priester in Lutterworth, kreeg hij de titel van erekanunnik. Hij overleed tien jaar later op zijn parochie.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/
NaamHazeland, Edward
Datums° Shaw, Melksham, Wiltshire, 1846 - ✝ Clitherou, Lancashire, 1925
GeslachtMannelijk
VerblijfplaatsEngeland
BioEdward Herbert Hazeland werd in oktober 1846 geboren in Shaw als zoon van Abraham Hazeland (1804-1848) en Jemima Stroud (1812-1892). Hij werd gedoopt op 11 oktober 1846. Tijdens het schooljaar 1860-1861 was hij leerling aan de afdeling van 13- tot 16-jarigen van het college te Melle. Op 20/06/1861 werd hij ingeschreven aan het Collège Notre Dame de Ia Paix te Namen, samen met zijn broer Alfred. Hij volgde in 1861- 1862 de voorbereidende klassen en in 1862-1863 de vijfde klas. Hij trouwde op 14 juli 1879 in Bristol met Elizabeth Anna May. Later werd hij lekenbroeder.
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/
NaamStroud, Jemima; Jemima Strout; Jemima Hazeland; Jemima Jacobs
Datums° Brentford, 1812 - ✝ Devizes, 05/01/1892
GeslachtVrouwelijk
Beroepbrouwer; onderwijzer
VerblijfplaatsEngeland
BioJemima Hazeland werd in 1812 geboren als Jemima Maria Stroud in Brentford, Middlesex (ze werd gedoopt op 24 mei 1812). Ze was de dochter van bakker Richard Stroud (1793-1832) en Ann Searle. Ze trouwde op 29 maart 1834 te Kennington, Londen met Matthew Hazeland (°ca. 1800), een handelaar in kolen, zout en leisteen uit Devizes, Wiltshire. Jemima was onderwijzeres en had tot in 1836 een partnerschap met een collega Mary Grantham. In 1838 overleed Matthew op 31 maart na een slepende ziekte. Het echtpaar had drie zonen en één dochter: Adam Wragg (Devizes, 16/09/1835 – Devizes, 04/12/1880), Matthew (Devizes, 17/07/1836 – Islington, Londen, 1896), John Joseph (Devizes, 06/01/1838 – Kristian, Oslo, Noorwegen, 1889) en een dochter die niet lang leefde (°Devizes, 06/01/1837). Al snel, op 20 september 1838, hertrouwde Jemima met haar schoonbroer, de brouwer Abraham Hazeland (Devizes, Wiltshire, 15/04/1804 – Leyton Hawse, 16/10/1848). Omdat dit niet kon volgens de Engelse wet, bleef dit feit haar kwellen. Het maakte haar zo nerveus dat ze het huwelijk wou laten ontbinden. Haar man liet haar door een aantal dokters krankzinnig verklaren, zodat ze in 1845 voor drie maanden opgenomen werd in een gesticht bij Bristol. Drie jaar later, op 16 oktober 1848, stierf hij aan een hartziekte. Na de dood van haar echtgenoot was Jemima alleen verantwoordelijk voor de brouwerij en een huishouden dat was aangevuld met zes kinderen uit het tweede huwelijk: Abraham (Devizes, 1840 -30/11/1860), Samuel Searle (Devizes, 01/1842 – Cornwall, 16/03/1900), Catharina Jemima (Shaw, 12/1843 – Londen, 04/1857). Richard William (°Shaw, 04/1845). Edward Herbert (Shaw 1846 – Clitherou, 1925), en Alfred Henry (Shaw, 12/1847 – Lutterworth, 17/03/1940). Op 25 maart 1853 liet Jemima zich katholiek dopen in het nabijgelegen Clifton, een suburb van Bristol. Ze werd opnieuw ziek en de voogden van de familie lieten haar opnieuw opnemen voor twee weken, dit keer in Longwood House, een psychiatrische instelling in Somerset. Even overwoog ze een derde huwelijk met Thomas Jacobs, die voor haar de brouwerij, gevestigd in Shaw, beheerde. Uiteindelijk verbrak ze de verloving vanwege zijn protestants geloof. Rond 1860-1861 verbleef ze met enkele van haar kinderen in Brugge. De oudste kinderen van haar eerste echtgenoot bleven in Engeland onder het gezag van Protestantse curatoren. Ze woonde eerst op de Grote Markt 1 en op kamers in de Sint-Jacobsstraat 3. Later verhuisde ze naar een verblijf in Spermalie. Aangespoord door de Engelse bisschop Thomas Grant nam ze kort na haar aankomst te Brugge contact op met Gezelle. Hij zou na het vertrek van William Leadbitter haar biechtvader worden. Met zo’n veertigtal brieven vormt de briefwisseling met Jemima Hazeland en haar kinderen een van de grotere in het Gezellearchief. Ze schreef vooral over haar jongere kinderen Samuel, Richard, Edward en Alfred. Ze stuurde hem ook haar eigen poëzie en prozateksten op. Jemima was een onrustige ziel die omwille van haar eigen gezondheid regelmatig andere oorden opzocht en in kloosters verbleef. In de zomer van 1861 was ze in Wiesbaden om te kuren en in september-oktober 1861 was ze in een klooster in Boulogne-sur-Mer. Eind 1861 ging ze naar Namen. Najaar 1862 was ze in Parijs en de daaropvolgende winter opnieuw in Namen. Uiteindelijk keerde ze terug naar Engeland waar ze op 11 februari 1864 in Clifton (toch) trouwde met Thomas Jacobs (°Stapleton, Bristol 1806). Kort daarna werd het contact met Gezelle verbroken. Thomas zou uiteindelijk 20 jaar beheerder zijn van de Shaw Brewery totdat hij stierf op 4 april 1872. Jemima was erna nog 20 jaar weduwe. De census van 1881 vermeldt haar in Bathwick, Somerset als huiseigenaar. Haar zoon Edward Herbert en haar schoondochter Elizabeth Anne May woonden bij haar in. Ze overleed op 5 januari 1892 en werd begraven op het kerkhof van Devizes.
Relatie tot Gezellecorrespondente; biechtelinge
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://familysearch.org; http://westcountrybottles.co.uk/mike4/Companies/Shaw.html; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/
NaamHazeland, Samuel
Datums° Devizes, 01/1842 - ✝ Cornwall, 16/03/1900
GeslachtMannelijk
Beroepuitvinder
VerblijfplaatsEngeland; Duitsland
BioSamuel Searle Hazeland werd in januari 1842 te Devizes geboren als zoon van Abraham Hazeland (1804-1848) en Jemima Stroud (1812-1892). Op 12 november 1843 werd hij gedoopt in Shaw and Whitley, Christchurch, Wiltshire, maar als dertienjarige jongen werd hij op 23 maart 1855 katholiek herdoopt in Bristol. Vóór 1861 verbleef hij zestien maanden bij de maristen, zes maanden te Sedgeley Park en twee jaar bij de katholieke schoolmeester Mr. Dunn te Clifton. In 1851 verbleef hij samen met zijn broer Abraham Hazeland in een boardingschool onder leiding van Richard Smith in Melksham, Wiltshire, die toen gevestigd was in Shaw House. Hij woonde in de jaren 1860-1861 samen met zijn moeder in Brugge, waar ze een geschikte school voor hem zocht. Zo leerde hij ook Guido Gezelle kennen. Hij gaf Samuel een tijdje twee maal in de week Franse les. Vanaf april 1861 verbleef hij voor zes maanden in Bonn. Hazeland werkte er in de winkel van Mr. Mertens, waar hij samen verbleef met Vital Trogh. Beiden werden naar Bonn gelokt door Heinrich Schmitz met de belofte om er voor een welgestelde koopman te werken, maar in werkelijkheid betrof het een kleine zaak en waren ze winkelbedienden. In oktober 1861 verliet hij Bonn omdat zijn moeder ziek was. Hij ging bij haar wonen in Namen en liep er school in de stad, met vermelding in het palmares van het College Notre Dame de la Paix. Op 22 november 1870 trouwde hij in Wiltshire met Maria Louisa Jacobs (Stapleton, Bristol, 25 december 1845 – Bodmin, Cornwall, ca. 26 maart 1920), de dochter van zijn stiefvader Thomas Jacobs en diens eerste vrouw Elizabeth Williams (°1816). Hij verwierf vanaf 1880 verschillende patenten voor uitvindingen. Hij overleed op 16 maart 1900 in Cornwall.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/; https://www.findmypast.co.uk/;
NaamLeroy, Etienne
Datums° 1800 - ✝ Boulogne-sur-mer, 11/1864
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; aalmoezenier
VerblijfplaatsFrankrijk
BioEtienne Leroy werd geboren in 1800 en zou al sinds de stichting van het Collège Haffreingue (rond 1813 en geleid door Mgr. Benoît-Agathon Haffreingue) in Boulogne-sur-Mer verbonden zijn geweest aan de instelling. Hij werd er aalmoezenier. Hij sprak Engels en stond katholieken uit Groot-Brittannië en Ierland bij die in de buurt woonden. Hij nam er ook de biecht af van Engelsen in de Alphonsuskapel, gehecht aan het klooster van Redemptoristen in de Rue Barrière St. Michel 5. Hij overleed in november 1864 in Boulogne-sur-Mer en werd begraven in Bazinghen.
BronnenThe Catholic Directory, Ecclesiastical Register, and Almanac. Londen: Burns and Lambert (1856, 1858); Battersby’s catholic Directory, Almanac, and Registry of the whole catholic world. Dublin: John Mullany, 1860; D. Haignieré, Recueil historique du Boulonnais (notices, articles, éphémérides) 1845-1893. Boulogne-sur-Mer: G. Hamain, 1897 (https://archive.org/details/recueilhistoriq00haiggoog/page/n354/mode/2up?q=leroy); https://nazareth-haffreingue.com/college-haffreingue/presentation/notre-histoire/

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamBoulogne-sur-Mer
NaamNamen
NaamBergen
NaamLiesse-Notre-Dame
GemeenteLiesse-Notre-Dame

Naam - instituut/vereniging

NaamCollège Notre Dame de la Paix, Namen
BeschrijvingHet Collège Notre Dame de la Paix is een jezuïetenbasisschool en -middelbare school in Namen. De stad Namen had al een jezuïetencollege, het Collège de Namur, opgericht in 1610 en gesloten in 1773 toen de Sociëteit van Jezus werd opgeheven. In 1814 werd de Sociëteit van Jezus algemeen heropgericht. Het duurde echter tot de Belgische onafhankelijkheid vooraleer de Jezuïeten naar Namen terugkeerden en een nieuw college openden. In 1831 begonnen de lessen in de gebouwen van de voormalige benedictijnenabdij van La Paix-Notre-Dame. De eerste zeven jaar waren alle studenten kostgangers. In 1838 werden op aandringen van Mgr. Dehesselle, bisschop van Namen, de deuren van het college geopend voor dagstudenten. De middelbare school werd in 1971 overgebracht naar nieuwe gebouwen in Erpent, aan de zuidoostelijke rand van de stad. Samen met negen andere instellingen maakt het deel uit van de vereniging van de vereniging der ‘Collèges et Instituts Jésuites de Belgique francophone’.
Datering1610-1773, 1831-heden
Links[wikipedia]
NaamCouvent des Annonceades, Boulogne-sur-Mer
BeschrijvingHoewel de oorsprong van het klooster van de annunciaten (annuntiaten of annonciaden) in Boulogne-sur-Mer teruggaat tot de 13e eeuw, was het in 1636 dat de toen aanwezige franciscaner zusterorde zich aansloot bij de contemplatieve orde van de annunciaten. Voluit de ‘Orde van de Annunciatie van de Gezegende Maagd Maria’ genoemd, richt deze katholieke kloosterorde voor vrouwen zich op de verering van de Maagd Maria. Het klooster kent een woelige geschiedenis; aan het einde van de 18e eeuw werd het klooster opgeëist als nationaal bezit en diende het gebouw als gevangenis, ziekenhuis en munitieopslagplaats vooraleer de zusters het pand opnieuw claimden. Ze wijdden zich voortaan aan de opleiding van jonge meisjes. In 1904 verlieten ze het klooster definitief en trokken naar Engeland. Ondertussen is het pand gerenoveerd en doet het tegenwoordig dienst als bibliotheek.
Datering1636-1904

Naam - gebeurtenis Guido Gezelle

Gebeurtenis1e Engelandreis
Periode13/09/1861
BeschrijvingEerste Engelandreis van Gezelle, liep van 13 september tot 15 oktober of 16 oktober. Hij logeert in de aartsbisschoppelijke residentie, York Place 8. Baker Street London.

Titel - ander werk

TitelL'Ami de l'Ordre (periodiek)
Datum1839-1918
PlaatsNamur
UitgeverF. Douxfils; T. L. V. Douxfils; A. Charneux-Douxfils; V. Delvaux
Links[wikipedia]
TitelLa Dévotion Aux Neuf Choeurs des Saints Anges Et En Particulier Aux Ss. Anges Gardiens
AuteurBoudon, Henri-Marie
Datum1816
PlaatsParijs

Titelxx/[11/1861], Namen, [Jemima Stroud] (= mevrouw Jemima Hazeland) aan [Guido Gezelle]
EditeurBeau Serrus; Amber Sonck; Peter Debaets (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Stroud, Jemima]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatumxx/[11/1861]
VerzendingsplaatsNamen
AnnotatieDatum gereconstrueerd op basis van de brieftekst: net na terugkeer van Samuel Hazeland uit Bonn eind oktober 1861; en na vertrek uit Boulogne-sur-Mer; adressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.I, p.285-286
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 210x135
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven; zijde 4 in twee richtingen beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papier met briefhoofd in reliëf: Pensionat // de // Spermalie // Bruges[?]
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7286
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13665
Inhoud
IncipitYou will perceive by
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.