<Resultaat 2092 van 2126

>

p1
Couvent de St Amand,
Sweveghem,

Dear Father Gezelle,

I send you by this post, as being the most convenient, the Weekly Register. You will read with pleasure, I am sure, the beautiful poem “The Chapel in the Grail”[1] therein, from the pen of an Irish poetess, Miss Tynan of Dublin.

This lady has already published two volumes[2] of brilliant and sparkling verse, and is regarded in London as one of the most promising of our present English poets.

She is especially remarkable for the richness and dashing originality of her ideas, while at the same time she combines all the sweetness of Tennyson with the muscular energy of Shakespeare.

I hope you have already written to Boston about the illustrations. As I informed you,p2you are sure to receive a quick reply from Mr O’Reilly. [3]

With kindest regards,
I remain,
dear Father Gezelle,
yours very sincerely,
Patrick J. Ryan.

P.S.

I should feel extremely thankful for some few Masses if you have any on hands.

PJR.

Of course you may keep all the papers I send you.[4]

Noten

[1] ‘The Chapel of the Grail’ verscheen in het katholieke tijdschrift: Merry England: (November 1887) 10, p.408-410. Het werd al aangekondigd in: The Tablet: (5 november 1887) waarin een advertentie is afgedrukt voor “Merry England” met een korte inhoud van het nummer van november 1887. Later werd het gepubliceerd in de bundel: Ballads and Lyrics By Katharine Tynan. London: Kegan Paul, Trench, Trübner & Co., Ltd. p.139-142. Het gedicht behoort tot de post-middeleeuwse Arthuriaanse literatuur, aangezien op het einde de graalridders Galahad en Percival genoemd worden (Howey, A. F, Reimer, S. R, & Reimer, S. Ray. (2006). A Bibliography of Modern Arthuriana (1500-2000). Boydell & Brewer, p.438).
[2] Louise de la Vallière en Shamrocks.
[3] Er waren contacten tussen Ryan en O’Reilly: In “The Pilot”, waar John Boyle O'Reilly, hoofdredacteur was te Boston, van 30 december 1882 staat een uitgebreid verslag van een meeting in steun van de Irish National Land League die plaats vond op 26 november 1882 in St. Mullins, waar Ryan actief was als onderpastoor. Patrick Ryan zat de meeting voor waarop 4000 tot 5000 man afkwamen. The Pilot drukte een opruiende speech af die tijdens deze meeting werd uitgesproken door een zekere Healy tegen de plaatselijke grootgrondbezitter Kavanagh waarvoor Healy voor de rechter moest verschijnen. Mogelijk was deze meeting ook de reden voor Ryans overplaatsing naar Timahoe.
[4] Mogelijk poëzie: op zijde 1 linksboven staat deze notitie: from a poet: fr. Ryan
who sent me his poems one
day (rode inkt, schuin).

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamRyan, Patrick Joseph
Datums° Gormana of Tomard, Leighlinbridge, county Carlow, 1847, 1851, 1852 ? - ✝ Clonegal, 1905
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; dichter
VerblijfplaatsIerland; Engeland
BioOver de geboorteplaats en - datum van Patrick J. Ryan weten we weinig met zekerheid. De census van 1901 vermeldt dat hij omstreeks 1851 of 1852 geboren zou zijn. Een andere bron zegt evenwel dat hij geboren zou zijn in Gormana of in Tomard, Leighlinbridge, county Carlow omstreeks 1847. Hij liep school in Carlow College tussen 1864 en 1870. Volgens een derde bron was hij dan weer de zoon van landbouwers uit Killeen, in de toenmalige Queen's County, maar slechts op vijf mijl van de stad Carlow gelegen. Wat helemaal zeker is, is dat hij met de census van 1901 als rooms-katholiek priester bij zijn zus Mary in Carlow inwoonde en dat hij overleed in 1905 in Clonegal waar hij onderpastoor was. Hij was de broer van Joseph Valentine Ryan, een befaamde dokter (1861-03/10/1923). Omstreeks 1876 werd Patrick J. Ryan politiek actief. Hij werd de secretaris van en de drijvende kracht achter de County Carlow Registration Association. Deze vereniging ijverde ervoor om met het oog op de parlementsverkiezingen van 1880 zoveel mogelijk katholieke kiezers te registreren. Dat leidde tot de verkiezingsnederlaag van twee plaatselijke grootgrondbezitters die al jaren lid waren van het Britse parlement en als een soort potentaten de streek domineerden. Veel parochiepriesters steunden de County Carlow Registration Association. Op meetings sprak Patrick J. Ryan de menigte toe. Hij engageerde zich vervolgens in Carlow in de in 1879 opgerichte Land League, een Ierse landbouworganisatie die onder meer een eerlijke en vaste pacht nastreefde. Hij werd secretaris. Toen op 8 oktober 1882 de Irish National Land League werd opgericht werd Ryan de secretaris van de afdeling van St. Mullins waar hij onderpastoor was. De organisatie ijverde met de steun van Charles Stewart Parnell, een nationalistische volksvertegenwoordiger, voor nationaal en lokaal zelfbestuur en voor een landhervorming. Ryans politieke activiteit in de county Carlow eindigde abrupt toen hij door zijn oversten overgeplaatst werd naar Timahoe in Queen's County. Omdat dit niet kon verhinderen dat hij politiek actief bleef, werd hij in 1886 geschorst. Een nazaat wist in een Ierse krant te vertellen dat hij "was sent to Belgium". Hij werd gedurende twee jaar, van 10 juni 1886 tot 11 juni 1888, verbannen naar het Sint-Amandusgesticht in Zwevegem, vermoedelijk na bemiddeling van Gezelle bij kanunnik Petrus Johannes Maes op vraag van Ryans oversten. Na zijn straf mocht hij naar Ierland terugkeren. Hij publiceerde omstreeks 1880-1885 onder pseudoniem gedichten in Ierse nationalistische kranten en tijdschriften als United Ireland, Irish Fireside, Hibernia en The Shamrock. Van zijn hand werd een lied opgenomen in de in 1887 in Dublin verschenen bundel “Songs for Campaigners”, een bundel met (strijd)liederen voor Land Leaguers.
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefschrijver

NaamRyan, Patrick Joseph
Datums° Gormana of Tomard, Leighlinbridge, county Carlow, 1847, 1851, 1852 ? - ✝ Clonegal, 1905
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; dichter
VerblijfplaatsIerland; Engeland
BioOver de geboorteplaats en - datum van Patrick J. Ryan weten we weinig met zekerheid. De census van 1901 vermeldt dat hij omstreeks 1851 of 1852 geboren zou zijn. Een andere bron zegt evenwel dat hij geboren zou zijn in Gormana of in Tomard, Leighlinbridge, county Carlow omstreeks 1847. Hij liep school in Carlow College tussen 1864 en 1870. Volgens een derde bron was hij dan weer de zoon van landbouwers uit Killeen, in de toenmalige Queen's County, maar slechts op vijf mijl van de stad Carlow gelegen. Wat helemaal zeker is, is dat hij met de census van 1901 als rooms-katholiek priester bij zijn zus Mary in Carlow inwoonde en dat hij overleed in 1905 in Clonegal waar hij onderpastoor was. Hij was de broer van Joseph Valentine Ryan, een befaamde dokter (1861-03/10/1923). Omstreeks 1876 werd Patrick J. Ryan politiek actief. Hij werd de secretaris van en de drijvende kracht achter de County Carlow Registration Association. Deze vereniging ijverde ervoor om met het oog op de parlementsverkiezingen van 1880 zoveel mogelijk katholieke kiezers te registreren. Dat leidde tot de verkiezingsnederlaag van twee plaatselijke grootgrondbezitters die al jaren lid waren van het Britse parlement en als een soort potentaten de streek domineerden. Veel parochiepriesters steunden de County Carlow Registration Association. Op meetings sprak Patrick J. Ryan de menigte toe. Hij engageerde zich vervolgens in Carlow in de in 1879 opgerichte Land League, een Ierse landbouworganisatie die onder meer een eerlijke en vaste pacht nastreefde. Hij werd secretaris. Toen op 8 oktober 1882 de Irish National Land League werd opgericht werd Ryan de secretaris van de afdeling van St. Mullins waar hij onderpastoor was. De organisatie ijverde met de steun van Charles Stewart Parnell, een nationalistische volksvertegenwoordiger, voor nationaal en lokaal zelfbestuur en voor een landhervorming. Ryans politieke activiteit in de county Carlow eindigde abrupt toen hij door zijn oversten overgeplaatst werd naar Timahoe in Queen's County. Omdat dit niet kon verhinderen dat hij politiek actief bleef, werd hij in 1886 geschorst. Een nazaat wist in een Ierse krant te vertellen dat hij "was sent to Belgium". Hij werd gedurende twee jaar, van 10 juni 1886 tot 11 juni 1888, verbannen naar het Sint-Amandusgesticht in Zwevegem, vermoedelijk na bemiddeling van Gezelle bij kanunnik Petrus Johannes Maes op vraag van Ryans oversten. Na zijn straf mocht hij naar Ierland terugkeren. Hij publiceerde omstreeks 1880-1885 onder pseudoniem gedichten in Ierse nationalistische kranten en tijdschriften als United Ireland, Irish Fireside, Hibernia en The Shamrock. Van zijn hand werd een lied opgenomen in de in 1887 in Dublin verschenen bundel “Songs for Campaigners”, een bundel met (strijd)liederen voor Land Leaguers.
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamZwevegem
GemeenteZwevegem

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamRyan, Patrick Joseph
Datums° Gormana of Tomard, Leighlinbridge, county Carlow, 1847, 1851, 1852 ? - ✝ Clonegal, 1905
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; dichter
VerblijfplaatsIerland; Engeland
BioOver de geboorteplaats en - datum van Patrick J. Ryan weten we weinig met zekerheid. De census van 1901 vermeldt dat hij omstreeks 1851 of 1852 geboren zou zijn. Een andere bron zegt evenwel dat hij geboren zou zijn in Gormana of in Tomard, Leighlinbridge, county Carlow omstreeks 1847. Hij liep school in Carlow College tussen 1864 en 1870. Volgens een derde bron was hij dan weer de zoon van landbouwers uit Killeen, in de toenmalige Queen's County, maar slechts op vijf mijl van de stad Carlow gelegen. Wat helemaal zeker is, is dat hij met de census van 1901 als rooms-katholiek priester bij zijn zus Mary in Carlow inwoonde en dat hij overleed in 1905 in Clonegal waar hij onderpastoor was. Hij was de broer van Joseph Valentine Ryan, een befaamde dokter (1861-03/10/1923). Omstreeks 1876 werd Patrick J. Ryan politiek actief. Hij werd de secretaris van en de drijvende kracht achter de County Carlow Registration Association. Deze vereniging ijverde ervoor om met het oog op de parlementsverkiezingen van 1880 zoveel mogelijk katholieke kiezers te registreren. Dat leidde tot de verkiezingsnederlaag van twee plaatselijke grootgrondbezitters die al jaren lid waren van het Britse parlement en als een soort potentaten de streek domineerden. Veel parochiepriesters steunden de County Carlow Registration Association. Op meetings sprak Patrick J. Ryan de menigte toe. Hij engageerde zich vervolgens in Carlow in de in 1879 opgerichte Land League, een Ierse landbouworganisatie die onder meer een eerlijke en vaste pacht nastreefde. Hij werd secretaris. Toen op 8 oktober 1882 de Irish National Land League werd opgericht werd Ryan de secretaris van de afdeling van St. Mullins waar hij onderpastoor was. De organisatie ijverde met de steun van Charles Stewart Parnell, een nationalistische volksvertegenwoordiger, voor nationaal en lokaal zelfbestuur en voor een landhervorming. Ryans politieke activiteit in de county Carlow eindigde abrupt toen hij door zijn oversten overgeplaatst werd naar Timahoe in Queen's County. Omdat dit niet kon verhinderen dat hij politiek actief bleef, werd hij in 1886 geschorst. Een nazaat wist in een Ierse krant te vertellen dat hij "was sent to Belgium". Hij werd gedurende twee jaar, van 10 juni 1886 tot 11 juni 1888, verbannen naar het Sint-Amandusgesticht in Zwevegem, vermoedelijk na bemiddeling van Gezelle bij kanunnik Petrus Johannes Maes op vraag van Ryans oversten. Na zijn straf mocht hij naar Ierland terugkeren. Hij publiceerde omstreeks 1880-1885 onder pseudoniem gedichten in Ierse nationalistische kranten en tijdschriften als United Ireland, Irish Fireside, Hibernia en The Shamrock. Van zijn hand werd een lied opgenomen in de in 1887 in Dublin verschenen bundel “Songs for Campaigners”, een bundel met (strijd)liederen voor Land Leaguers.
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamTynan-Hinkson, Katherine
Datums° Dublin, 23/01/1859 - ✝ London, 02/04/1931
GeslachtVrouwelijk
Beroepdichter; auteur
VerblijfplaatsIerland; Engeland
BioBehoorde tot een groep dichters die bijdroegen tot de Ierse literaire heropbloei. In haar eerste werken werd ze beïnvloed door de prerafaëlieten, in haar godsdienstige poëzie vertoonde ze gelijkenis met de rooms-katholieke dichters. Ze verbond haar poëzie met de traditie van de Ierse religieuze lyriek. Enkele werken: Shamrocks (1887), Ballads and Lyrics ( 1891 ), Irish Poems ( 1913 ).
Links[wikipedia]
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamShakespeare, William
Datums° Stratford-upon-Avon, rond 23/04/1564 - ✝ Stratford-upon-Avon, 23/04/1616
GeslachtMannelijk
Beroeptoneelschrijver; dichter; acteur
VerblijfplaatsEngeland
BioWilliam Shakespeare studeerde waarschijnlijk aan de Stratford Grammar School, waar Latijnse grammatica en literatuur een belangrijk onderdeel vormde van het curriculum. Op 18-jarige leeftijd trouwde hij met Anne Hathaway, met wie hij drie kinderen kreeg. Omstreeks 1588 vertrok hij naar Londen, waarna het nog vier jaar duurde voor hij succesvol werd als acteur en schrijver. Hij zou er tot de volgende acteergezelschappen hebben behoord: Lord Strange's Men, Lord Admiral's Men, The Earl of Pembroke's Men en The Earl of Sussex’s Men. Later werd hij mede-eigenaar van The Lord Chamberlain's Men. Shakespeare wordt doorgaans beschouwd als de eerste moderne toneelschrijver. Hij schreef tragedies, historische stukken en komedies; in totaal 38 toneelstukken. Zijn werken worden nog steeds vertaald, opgevoerd, verfilmd… Daarnaast was ook zijn poëzie heel populair: hij schreef 154 sonnetten en een aantal langere gedichten.
Links[wikipedia]
NaamTennyson, Alfred
Datums° Somersby, 06/08/1809 - ✝ Lurgashall, 06/10/1892
GeslachtMannelijk
Beroepdichter
VerblijfplaatsEngeland
BioAlfred Tennyson was een Engelse dichter. Hij werd op 6 augustus 1809 geboren in een welgestelde middenklassefamilie als zoon van een dominee. Zijn opleiding genoot hij in Louth en nadien in Cambridge, waar hij aan het Trinity College studeerde. Nadat hij in 1827 samen met zijn broer Charles een dichtbundel publiceerde, verscheen in 1830 zijn eerste solowerk ‘Poems Chiefly Lyrical’. Hoewel zijn werk weleens als te sentimenteel werd omschreven, genoot Tennyson een grote populariteit. Hij was bekend bij befaamde collega's, zoals Samuel Taylor Coleridge, en was een inspiratiebron voor de Prerafaëlieten, waaronder Dante Gabriel Rossetti en William Holman Hunt. Het toppunt van zijn roem bereikte Tennyson in 1850, wanneer hij tot ‘Poet Laureate’ (hofdichter) werd benoemd door koningin Victoria. Deze functie bleef hij tot aan zijn dood in 1892 bekleden, waarmee hij de hofdichter met de langste staat van dienst is. Tot op de dag van vandaag zijn diverse regels van hem zeer bekend, zoals "Tis better to have loved and lost / Than never to have loved at all" en "Knowledge comes, but Wisdom lingers".
Links[wikipedia]
NaamO'Reilly, John Boyle
Datums° Dowth, 28/06/1844 - ✝ Hull, Massachusetts, 10/08/1890
GeslachtMannelijk
Beroepdichter; journalist; auteur; activist
VerblijfplaatsIerland; Amerika; Australië
BioDe dichter, journalist, schrijver en activist John Boyle O’Reilly werd in 1844 geboren in Ierland, waar hij in 1864 toetrad tot de ‘Irish Republican Brotherhood’. Deze geheime rebellenbeweging, ook gekend onder de naam ‘Fenians’, streed voor de Ierse republiek, onafhankelijk van Engeland. Dit leidde er toe dat hij in 1866 gearresteerd werd en gedeporteerd werd naar Australië. Hij ontsnapte echter uit de strafkolonie, en na enkele omzwervingen arriveerde hij in 1870 in Boston, Amerika. Daar zette hij zijn carrière als journalist en schrijver verder, iets waarin hij reeds als tiener en zelfs tijdens zijn deportatie actief geweest was. In 1873 publiceerde hij met ‘Songs from the Southern Seas’ zijn eerste dichtbundel, en uiteindelijk groeide hij uit tot een van de meest bekende en gerespecteerde journalisten en schrijvers in de Verenigde Staten. Ook omwille van zijn burgerrechtenactivisme werd en wordt hij nog steeds geprezen. In 1896 – zes jaar na zijn dood – werd in Boston een standbeeld ter zijner eer onthuld. Nog steeds bestaan er meerdere verenigingen die gewijd zijn aan hem en zijn gedachtengoed.
Links[wikipedia]

Naam - plaats

NaamZwevegem
GemeenteZwevegem
NaamLonden
NaamDublin
NaamBoston

Naam - instituut/vereniging

NaamSint-Amandushospitaal Zwevegem
BeschrijvingHet Sint-Amandushospitaal in Zwevegem werd in 1874 opgericht door kanunnik Petrus Joannes Maes (Zwevegem, 1806 - Brugge, 1877), de directeur van Sint-Juliaan in Brugge en de oprichter van de psychiatrische instellingen van Kortenberg (1850) en Burgess-Hill bij Londen (1866). In tegenstelling tot Sint-Juliaan, Kortenberg en Burgess-Hill ging het in Zwevegem niet om een psychiatrische instelling maar om een bejaardentehuis. Zwevegem was het geboortedorp van kanunnik Maes. Er was een klooster aan verbonden want de verzorging van de bejaarden gebeurde door de Zusters van de Bermhertigheid Jesu, dezelfde congregatie die de patiënten in Sint-Juliaan en Kortenberg verzorgde.
Datering1874-heden

Titel - ander werk

TitelThe Weekly Register (periodiek)
AuteurKent, Charles (ed) en vervolgens Meynell, Wilfrid (ed.)
Datum1881-1902
PlaatsLondon
Uitgever[s.n.]
Links[wikipedia]
TitelLouise de la Vallière
AuteurTynan Hinkson, Katharine
Datum1885
PlaatsLondon
UitgeverKegan, Paul, Trench & Co
TitelShamrocks
AuteurTynan Hinkson, Katharine
Datum1887
PlaatsLondon
UitgeverKegan, Paul, Trench & Co

Titel[xx/xx/1887 t.p.q. - 11/06/1891 t.a.q.], Zwevegem, Patrick Joseph Ryan aan [Guido Gezelle]
EditeurLouise Snauwaert; Marc Carlier; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderRyan, Patrick Joseph
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum[xx/xx/1887 t.p.q. - 11/06/1891 t.a.q.]
VerzendingsplaatsZwevegem (Zwevegem)
AnnotatieT.p.q. en t.a.q. gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens (t.a.q. einde verblijf van Ryan in Zwevegem); adressaat gereconstrueerd op basis van de aanhef.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.II, p.298
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 210x135
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 linksboven: from a poet: fr.[?] Ryan // who sent me his poems one // day (rode inkt, schuin)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7361
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13716
Inhoud
IncipitI send you by this
Samenvatting de poëzie van Katharine Tynan, verschenen in "The Weekly Register"; verwijzing naar Tennyson en Shakespeare
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.