<Resultaat 1481 van 2074

>

p1
Monsieur,

Je vous remercie infiniment de la réponse que vous avez bien voulu m'adresser au sujet de l'excursion de Mardi,[1] et j'espère bien que si Mr le Curé a besoin d'un remplaçant pour le sermon des Dames,[2] une personne complaisante comme Mr Prévost ou autre ferait bien cet intérim pour une fois, seulement je m'aperçois aujourd'hui que je n'ai pas donné les explications voulues, pour que vous puissiez arranger à votre guise ce petit voyage, n'ayant jusqu'à présent pas eu de réponse de Mr le Curé de p2Notre Dame j'ignore ses arrangements Mr le Curé de St Eloi et, Paul Delva professeur ont accepté. Je voudrais savoir à quelle heure on peut vous prendre à la station d'Ypres. le diner est fixé après la confirmation qui commence à midi, donc à 2h, soit que vous veniez à 6 h du matin ou à 8 h ou à 11.h il y a toujours assez de logement ici pour retourner le lendemain, à Courtrai, donc Monsieur, et veuillez avoir la bonté de prévenir ces autres Messieurs, pourvu que je connaisse votre arrivée à Ypres en temps pour vous faire prendre; tout me convient.

Attendant alors, un mot de réponse agréez je vous prie, Monsieur, l'assurance de mes sentiments bien respectueux Gustave se joint à moi
Marie Bruneel

Noten

[1] Mogelijk gaat dit over de uitnodiging vermeld in brief van Marie Sophie Joséphine Delva aan Guido Gezelle van mei-juni 1892. 21 juni 1892 viel in elk geval op een dinsdag.
[2] Guido Gezelle stond destijds pastoor Vyncke bij bij het leiden van de Congrégation du Saint-Nom de Marie te Kortrijk (oorspronkelijk La congrégation des Dames et Demoiselles). Daarnaast was Marie Delva zelf lid van een andere Mariacongregatie genaamd ‘Les Dames de la Miséricorde’. Het is niet duidelijk voor welke congregatie Guido Gezelle op die dag vervanging nodig had.

Register

Correspondenten

NaamDelva, Marie Sophie Joséphine
Datums° Kortrijk, 08/11/1840 - ✝ Ieper, 28/07/1930
GeslachtVrouwelijk
BioMarie Sophie Joséphine Delva werd geboren te Kortrijk op 8 november 1840 als dochter van Pierre François Fidèle Delva (Wervik, 30/08/1804 – Kortrijk, 02/09/1883), voorzitter van de handelsrechtbank van Kortrijk en van de Kortrijkse Kamer van Koophandel, en Sophie Josèphe Marie Catulle (Kortrijk, 02/09/1818 – Kortrijk, 29/01/1887). Ze huwde op 16 oktober 1861 met de handelaar in meststoffen en granen Louis-Marie Bruneel (Kortrijk, 09/06/1834 – Kortrijk, 18/03/1880). Bruneel was in 1873 bestuurslid van de Burgerlijke Godshuizen en van de Berg van Barmhartigheid in Kortrijk. Louis Bruneel en Marie Sophie Delva waren gefortuneerde grondeigenaars. Ze kregen twee zonen: Gustave (Kortrijk, 15/01/1863 –Kemmel, 18/10/1932) en Hubert (Kortrijk, 01/11/1866 – Kortrijk, 02/09/1918). Eind 1884 kocht de weduwe Marie-Sophie Delva een kasteel in Kemmel langs de Reningelsstraat, waar ze samen met haar zoon Gustave woonde. Marie Sophie overleed te Ieper op 28 juli 1930.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen https://nl.geneanet.org; F. Santy, De Dames de la Misericorde. In: De Leiegouw: 43 (2001) 3-4, p.219-240; K. Baert, Kemmel voorwaarts. In: Histories van Heuvelland (2011), p.1-8
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamDelva, Marie Sophie Joséphine
Datums° Kortrijk, 08/11/1840 - ✝ Ieper, 28/07/1930
GeslachtVrouwelijk
BioMarie Sophie Joséphine Delva werd geboren te Kortrijk op 8 november 1840 als dochter van Pierre François Fidèle Delva (Wervik, 30/08/1804 – Kortrijk, 02/09/1883), voorzitter van de handelsrechtbank van Kortrijk en van de Kortrijkse Kamer van Koophandel, en Sophie Josèphe Marie Catulle (Kortrijk, 02/09/1818 – Kortrijk, 29/01/1887). Ze huwde op 16 oktober 1861 met de handelaar in meststoffen en granen Louis-Marie Bruneel (Kortrijk, 09/06/1834 – Kortrijk, 18/03/1880). Bruneel was in 1873 bestuurslid van de Burgerlijke Godshuizen en van de Berg van Barmhartigheid in Kortrijk. Louis Bruneel en Marie Sophie Delva waren gefortuneerde grondeigenaars. Ze kregen twee zonen: Gustave (Kortrijk, 15/01/1863 –Kemmel, 18/10/1932) en Hubert (Kortrijk, 01/11/1866 – Kortrijk, 02/09/1918). Eind 1884 kocht de weduwe Marie-Sophie Delva een kasteel in Kemmel langs de Reningelsstraat, waar ze samen met haar zoon Gustave woonde. Marie Sophie overleed te Ieper op 28 juli 1930.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen https://nl.geneanet.org; F. Santy, De Dames de la Misericorde. In: De Leiegouw: 43 (2001) 3-4, p.219-240; K. Baert, Kemmel voorwaarts. In: Histories van Heuvelland (2011), p.1-8

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamKemmel
GemeenteHeuvelland

Naam - persoon

NaamDelva, Marie Sophie Joséphine
Datums° Kortrijk, 08/11/1840 - ✝ Ieper, 28/07/1930
GeslachtVrouwelijk
BioMarie Sophie Joséphine Delva werd geboren te Kortrijk op 8 november 1840 als dochter van Pierre François Fidèle Delva (Wervik, 30/08/1804 – Kortrijk, 02/09/1883), voorzitter van de handelsrechtbank van Kortrijk en van de Kortrijkse Kamer van Koophandel, en Sophie Josèphe Marie Catulle (Kortrijk, 02/09/1818 – Kortrijk, 29/01/1887). Ze huwde op 16 oktober 1861 met de handelaar in meststoffen en granen Louis-Marie Bruneel (Kortrijk, 09/06/1834 – Kortrijk, 18/03/1880). Bruneel was in 1873 bestuurslid van de Burgerlijke Godshuizen en van de Berg van Barmhartigheid in Kortrijk. Louis Bruneel en Marie Sophie Delva waren gefortuneerde grondeigenaars. Ze kregen twee zonen: Gustave (Kortrijk, 15/01/1863 –Kemmel, 18/10/1932) en Hubert (Kortrijk, 01/11/1866 – Kortrijk, 02/09/1918). Eind 1884 kocht de weduwe Marie-Sophie Delva een kasteel in Kemmel langs de Reningelsstraat, waar ze samen met haar zoon Gustave woonde. Marie Sophie overleed te Ieper op 28 juli 1930.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen https://nl.geneanet.org; F. Santy, De Dames de la Misericorde. In: De Leiegouw: 43 (2001) 3-4, p.219-240; K. Baert, Kemmel voorwaarts. In: Histories van Heuvelland (2011), p.1-8
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamPrevost, Hendrik
Datums° Bergues, 11/08/1834 - ✝ Kortrijk, 20/11/1900
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; coadjutor; geestelijk directeur; onderpastoor; auteur
BioHendrik Prevost ontving zijn priesterwijding te Brugge op 22/12/1860. Hij werd daarna coadjutor van de St.-Michielskerk te Roeselare (1861), onderpastoor van O.-L.-Vrouw te Kortrijk (24/01/1862) en directeur van de Dames van Sint-Nicolaas te Kortrijk (1872). Hij publiceerde artikels in 't Jaer 70 en verder nog een aantal werken (o.a. Tractatus de legibus (1873), Histoire nouvelle de Sainte Philomène et de son culte (1887).
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamVan De Walle, Leo
Datums° Aarsele, 02/07/1832 - ✝ Gullegem, 02/01/1906
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; pastoor; subregent
BioLeo Van de Walle werd geboren te Aarsele op 2 juli 1832. Hij was de zoon van Bernard, landbouwer, en Anne-Marie Van den Driessche. In 1857 was hij subregent aan het college van Diksmuide. Hij werd tot priester gewijd op 19 oktober 1857 te Brugge. Hij was achtereenvolgens onderpastoor te Veurne (vanaf 27 augustus 1860), te Handzame (vanaf 23 december 1861) en te Ingelmunster (vanaf 22 april 1865). Op 6 september 1877 werd hij de eerste pastoor van de Sint-Elooisparochie te Kortrijk. Hij liet er de oude kapel vervangen door een nieuwe kerk. Deze werd gewijd op de feestdag van St. Elooi op 1 december 1886. Ter gelegenheid van zijn verjaardag schreef Guido Gezelle op 4 juli 1886 over hem het gedicht ''t Is wonder, 'k heb het nog gezeid'. Gezelle besteld ook een revolver voor hem bij zijn broer Romaan. Op 11 november 1891 werd Leo Van de Walle pastoor van de Sint-Amandskerk te Gullegem, hij bleef er tot zijn overlijden op 2 januari 1906.
Links[odis]
Relatie tot Gezellegelegenheidsgedichten
NaamVyncke, Edward
Datums° Beveren (Roeselare), 23/10/1822 - ✝ 05/03/1894
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; pastoor
BioEdward Vyncke werd in 1846 leraar aan het college van Torhout. Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 19/12/1846. Hij werd pastoor te Sint-Baafs-Vijve (22/04/1865) en pastoor te Ingelmunster (09/12/1869). Hij werd op 18/09/1874 pastoor van de O.L.Vrouwekerk te Kortrijk, waar hij Guido Gezelle als onderpastoor had.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; collega
NaamBruneel de la Warande, Gustave Eugène Louis Marie
Datums° Kortrijk, 16/01/1863 - ✝ Kemmel, 18/10/1932
GeslachtMannelijk
Beroeppoliticus; landeigenaar; burgemeester; provincieraadslid; senator
BioGustave Bruneel, genaamd Bruneel de la Warande de Montpellier, werd geboren in Kortrijk op 15 januari 1863 als zoon van Louis-Marie Bruneel (Kortrijk, 09/06/1834 – Kortrijk, 18/03/1880) en Marie Sophie Joséphine Delva (Kortrijk, 08/11/1840 – Ieper, 28/07/1930). Hij trouwde op 15 mei 1889 in Namen met Marie-Thérèse de Montpellier (1864-1945), dochter van de gouverneur van Namen. Op 19 december 1898 werd hij tot de adelstand verheven. In 1929 kreeg hij toelating om 'de la Warande' aan de familienaam toe te voegen. Op eigen houtje voegde hij er ook de naam van zijn echtgenote aan toe, zodat hij voortaan als familienaam gebruikte: Bruneel de la Warande de Montpellier. Hij woonde op zijn kasteel in Kemmel langs de Reningelststraat. Het ging om een 17de-eeuws kasteel dat in 1907-1908 door hem grondig verbouwd werd. Eerder was een Lourdesgrot gebouwd op het kasteeldomein. Voor de inhuldiging ervan schreef Guido Gezelle in 1892 een "Beevaartlied ter eere van O.L.V. van Lourdes te Kemmel", getiteld 'O lieflijke bergen'. Gustave bouwde ook een politieke loopbaan uit: op 25 mei 1890 werd hij verkozen tot katholiek provincieraadslid voor het kanton Mesen en bleef dit tot aan zijn ontslag op 8 juli 1914. In 1890 werd hij raadslid in Kemmel en op 16 november 1897 werd hij benoemd tot burgemeester van Kemmel. Hij bleef burgemeester tot in 1921. Op 16 november 1919 werd hij verkozen tot katholiek senator voor het arrondissement Kortrijk-Ieper, verloor het mandaat in 1921 en heroverde het op 26 mei 1929 tot aan zijn dood in Kemmel op 18 oktober 1932.
Links[odis], [wikipedia]
Bronnen https://nl.geneanet.org ; Luc Schepens, De provincieraad van West-Vlaanderen 1836/1921, Tielt, 1976, p.416-417
NaamDelva, Paul Aimé Marie
Datums° Wervik, 18/09/1849 - ✝ Wervik, 06/04/1922
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; directeur; leraar; pastoor
BioPaul Aimé Marie Delva werd geboren op 18 september 1849 in Wervik. Hij was de zoon uit het tweede huwelijk van Pierre François Fidèle Delva met Marie-Jeanne Vandenberghe. Zij hadden tien kinderen. Zo was Paul de (half)neef van Marie Sophie Joséphine Delva. Hij werd leraar aan het Sint-Amandscollege in Kortrijk-Harelbeke van 15 september 1872 tot 7 mei 1890. Ondertussen was hij tot priester gewijd te Brugge op 7 juni 1873. Op 7 mei 1890 werd hij benoemd tot pastoor van Vivenkapelle. Daar bleef hij tot 22 juli 1895 waarna hij directeur werd van de Zusters van de Heilige Vincentius in Anzegem. Hij nam ontslag op 28 juni 1910. Hij overleed te Wervik op 5 april 1922.
Links[odis]
Bronnen https://nl.geneanet.org

Naam - plaats

NaamIeper
GemeenteIeper
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - instituut/vereniging

NaamCongrégation du Saint Nom de Marie
BeschrijvingDeze Kortrijkse Mariacongregatie werd opgericht op 17 februari 1879, na de opsplitsing van de Franse Mariacongregatie (La congregation des Dames et Demoiselles). Net als twee andere Mariacongregaties (die voor kinderen en werkmeisjes, en de Vlaamse Dochtercongregatie) vergaderde ook de Damescongregatie in de kapel van de Zusters Paulinen. Maar eind 1878 besloot een deel ervan naar een andere locatie te verhuizen. Het resterende deel besloot verder te opereren onder de naam '[Très-]Saint Nom de Marie', onder leiding van pastoor Edward Vyncke. Daarin werd hij bijgestaan door Gezelle, die zich intens met de congregatie bezighield en zo toegang had tot de rijke burgerij van Kortrijk, waaronder de families Vercruysse en Beke.
Datering17/02/1879
NaamDames de la Miséricorde
BeschrijvingDe Dames de la Miséricorde was een Kortrijkse liefdadigsheidsvereniging voor vrouwen, opgericht op 4 maart 1879. Zij ontstond uit de opsplitsing van de eerdere Mariacongregatie, die gevestigd was in de kapel van de Zusters Paulinen. Onder de naam Dames de la Miséricorde scheurde een deel zich namelijk af en verhuisde naar de kapel op de Kortrijkse Wapenplaats. Deze congregatie viel onder de leiding van Deken Vandeputte. Alle leden waren dames afkomstig uit de Kortrijkse burgerij die zich inzetten om wekelijks arme gezinnen te bezoeken. Jaarlijks, in de winter, organiseerden ze tevens een grootschalig sermoen, waarbij brood en soep werden uitgedeeld.
Datering1879-1902

Titelxx/xx/[1892], [Kemmel], [Marie Sophie Joséphine Delva] (= mevrouw Marie Bruneel) aan [Guido Gezelle]
EditeurLuna Haertjens; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Delva, Marie Sophie Joséphine]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatumxx/xx/[1892]
VerzendingsplaatsKemmel (Heuvelland)
AnnotatieJaartal gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie ; adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie; plaats gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 181x114
wit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden rouwpapier
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.); idem bovenaan: 1892 (potlood, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7437
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13805
Inhoud
IncipitJe vous remercie infiniment de
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.