Voor als nu en kan ik niet, maar ik zal mijne bladjes[1] hertellen als ge 't noodig vindt. Het zal aleventwel moeilijk zijn op 50 na; om reden dat er nog al eenige zijn die ik er tusschen geschoven hebbe naarmate dat ze mij invielen, en die ik dikwijls van te vooren niet aangeteekend en hadde. Ook staander dikwijls verschillige op 't zelve blad
a) 't zelve woord - of gelijkklinkend woord, maar in verschillige zinnen en wendingen gebruikt, en onderscheiden met 1) 2) 3) enz.
b) afleidingen van ’t zelfste woord dikwijls.
maar 't en zij gij mij van morgen b.v. laat weten dat zulks niet noodig en is zal ik mij aan het tellen zetten.
Ik hebbe min geloopen achter eigentlijke boekwoorden als achter bastaardwoorden der sprekende tale, omdat een mensche niet en zou weten waar opgehouden; zoekt 't is gelijk welk fransch woord in Kramers b.v. bijkans altijd zult gij onder de dietsche, ook het fransch p2woord vermeld vinden, met s’evers nen vlaamsch-fransche steert daar aan.
Het meeste deel nogtans mijner woorden zijn in de schrijf- en spreektale ter zelver tijde.