Eerweerde Heer Gezelle
ons dichtje staat bijkans op zijn pooten[1]
klaus[2] 8 en 10 blyft nog over voor u. Ik zend het u hier nevens ter inlasschinge, maar wees zoo goed de strofen op een afzonderlijk bladje te schrijven en mij gezamentlijk mede te zenden opdat ik niet meer zou moeten uitschrijven. Ik zal het dan aanstonds naar R. den H. stieren.[3]
Groete u uit der herten
Dr Chs de Gheldere
Zend mij eene gazette waar er een verslag in staat van de vergaringe van 't Davidsfonds.