<Resultaat 1217 van 2308

>

p1
Myn eerweerde heer en Meester[1]

Na dat ik de eerste antwoorde[2] van Heer J. Van Damme uit Brussel ontvangen had, hebbe ik hem nogmaals geschreven, om eenige inlichtingen. Zoo zegt hy, lyk gy zien kunt in den brief dien ik hier by steke[3] dat het niet noodig is de somme der gevraagde toelage[4] aan te duiden; en dat hy peist dat wy iets ontvangen zullen, dewyl J. Van Droogenbroek wel gesteld is jegens de Westvlamingen. Zeg aan dezen dus een woordetje met de eerste vergaderinge der taalkamer, en gelief ons het verzoek (herschreven of niet, zoo gy best oordeelt) met den eersten weder te zenden; wy zullen met de zake haastig voortdoen, naar Van Ockerhout en An gaan ….. enz. Vergeet niet de aanbevelinge van Heer Tack of Reinaert te doen vragen.

Wy hebben insgelyks reeds antwoorde van J. De Meester wegens Loquela; Zyne voorwaarden van voor ’t toekomende zyn niet kwalyk; voor ’t verleden, min wel. Hy zegt dat hy u niet 200 fr. maar 300 en iets gegeven heeft, Grimm’s woordenboek 100 en 50 of 70 fr. betaald hebbende.p2Siffer, zegt hy, n heeft zoo vele voor Loquela niet gedaan, lyk hy aan u gezeid heeft: hy n heeft in ’t geheele maar 3 inteekeningen op zynen naam. Maar uit de rekeningen die hy ons meedeelt, blykt ons dat de prys van ’t drukken by Beyaert[5] byzonderlyk voor ’t byblad waar ’t groote letters zyn (3e zyde), en reken die weinig gevuld staan, waarlyk te hooge staat. Als wy nog wat inlichtingen bekomen zullen hebben, en onder ons t’ accoord zyn, zullen wy u alles berichten. Zoo, meenen wy nu toch, als gy ons meester laat, de prys voor studenten van 1,25 tot 1,50 te brengen……..

God..genoeg[6] (Loquela)… Ook: God en breed genoeg, zegt men, te Ingelmunster en elders zegt men meisen.

Ben ik mis, of versta ik slecht, in wetensweerdigheden N° 76[7] uw noorderlangde moet noorderbreedte, en uw westerbreedte moet westerlangde zyn, of vertaalt gy den gewoonlyk gebruik ten zin van longetude door breedte en van latitude door langde ?

Jammer dat de Précurseur N° 75[8] geen bewys geeft.

Groete eerbiedig en genegen
EDeMonie

Noten

[1] Er is een bijlage bij deze brief: brief van J. Van Damme aan E. Demonie van 17/02/1888
[2] Demonie verwijst naar de brief van J. Van Damme van 10/02/1888.
[3] Bij deze brief zat een bijlage nl.: brief van J. Van Damme aan E. Demonie van 17/02/1888
[4] subsidies voor het tijdschrift Loquela
[5] Georges (Joris) Beyaert was de drukker van Loquela, wel onder de naam Eugène Beyaert, want hij behield de naam voor het bedrijf na het overlijden van zijn vader.
[6] Wetensweerdigheden. In: Bijblad van Loquela (Pietmaand en Bamesse 1887): vraag van Gezelle: Wat verstaat gij door ”Goddegenoeg,” dat ik te Loo hoorde ?
[7] Wetensweerdigheden. In: Bijblad van Loquela (Kerstmaand 1887 en Jaarmesse 1888): bij N° 76 schreef Gezelle: Op Sint-Thomas, ’t bezonderste van de Maagdeneilanden, bij 18°20’ noorderlangde en 64°55’ westerbreedte, in de West-Indische of Noord-Americaansche eilandzee die gemeenelijk geheeten wordt de zee der Antiljen, wonen Vlamingen
[8] Wetensweerdigheden. In: Bijblad van Loquela (Kerstmaand 1887 en Jaarmesse 1888): bij N° 75 fragment overgenomen uit Précuseur van 28/12/1887 door Victor Gantier. Het fragment gaat over het (West-)vlaams dat de best bewaarde taal in Europa is.

Register

Correspondenten

NaamDemonie, Emiel; skald; Wilfried; Logicus; De Monie
Datums° Roeselare, 28/07/1846 - ✝ Brugge, 03/01/1890
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; hoofdredacteur; auteur
BioEmiel Demonie, zoon van Desiderius Demonie, koopman, en Justina Verhaeghe, was leerling aan het kleinseminarie te Roeselare en hij werd er op 1 oktober 1869 zelf ook leraar. Hij was er lid van Gezelles confraternity. Hij was de neef van Polydoor Demonie. Zijn priesterwijding ontving hij te Brugge op 7 november 1869. In 1874-1875 was hij poësistitularis van Albrecht Rodenbach in de Groote Stooringe. De studenten van Demonie weigerden tijdens een feest van de superior een Frans lied te zingen. Mede hierdoor werd hij ontslagen. Rodenbach schreef voor hem het gedicht De Meester. In Brugge werd hij onderpastoor van de Sint-Gilliskerk (22/08/1879) en godsdienstleraar aan de rijksnormaalschool voor meisjes (29/12/1884). Hij schreef artikels voor Loquela en was één van de medestichters van het tijdschrift Biekorf. In opvolging van Amaat Vyncke was hij een tijdje hoofdredacteur van De Vlaamsche Vlagge en hij schreef er artikels onder de schuilnamen Skald, Logicus en Wilfried. Hij was ook medewerker van de Almanak voor de leerende jeugd van Vlaanderen (1875-1876). Gezelle droeg het gedicht Ach, hoe dikmaals was 't mijn lot niet aan hem op. Bij zijn overlijden in 1890 schreef Gezelle het gedicht Wij bouwden op uw leven een getemmer.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie; zanter (WDT); medestichter van Biekorf; medewerker Loquela; correspondent; gelegenheidsgedicht
Bronnen https://nevb.be/wiki/Demonie,_Emiel
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamDemonie, Emiel; skald; Wilfried; Logicus; De Monie
Datums° Roeselare, 28/07/1846 - ✝ Brugge, 03/01/1890
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; hoofdredacteur; auteur
BioEmiel Demonie, zoon van Desiderius Demonie, koopman, en Justina Verhaeghe, was leerling aan het kleinseminarie te Roeselare en hij werd er op 1 oktober 1869 zelf ook leraar. Hij was er lid van Gezelles confraternity. Hij was de neef van Polydoor Demonie. Zijn priesterwijding ontving hij te Brugge op 7 november 1869. In 1874-1875 was hij poësistitularis van Albrecht Rodenbach in de Groote Stooringe. De studenten van Demonie weigerden tijdens een feest van de superior een Frans lied te zingen. Mede hierdoor werd hij ontslagen. Rodenbach schreef voor hem het gedicht De Meester. In Brugge werd hij onderpastoor van de Sint-Gilliskerk (22/08/1879) en godsdienstleraar aan de rijksnormaalschool voor meisjes (29/12/1884). Hij schreef artikels voor Loquela en was één van de medestichters van het tijdschrift Biekorf. In opvolging van Amaat Vyncke was hij een tijdje hoofdredacteur van De Vlaamsche Vlagge en hij schreef er artikels onder de schuilnamen Skald, Logicus en Wilfried. Hij was ook medewerker van de Almanak voor de leerende jeugd van Vlaanderen (1875-1876). Gezelle droeg het gedicht Ach, hoe dikmaals was 't mijn lot niet aan hem op. Bij zijn overlijden in 1890 schreef Gezelle het gedicht Wij bouwden op uw leven een getemmer.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie; zanter (WDT); medestichter van Biekorf; medewerker Loquela; correspondent; gelegenheidsgedicht
Bronnen https://nevb.be/wiki/Demonie,_Emiel

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamBeyaert, Georges (Joris) Vincent Eugène Louis; Joris
Datums° Kortrijk, 21/05/1856 - ✝ Kortrijk, 14/12/1904
GeslachtMannelijk
Beroepdrukker; uitgever; bibliothecaris
BioGeorges Vincent Eugène Louis Beyaert was de enige zoon van Eugène Beyaert en Hortense Deljoutte. Bij het overlijden van zijn vader in 1879 nam de 23-jarige Georges de goed draaiende drukkerij en boekhandel in het centrum van Kortrijk over. Hij drukte meestal onder de oorspronkelijke firmanaam. Hij was vooral bekend als drukker-uitgever van katholieke kranten en bladen zoals de Courrier de Courtrai et de l’Arrondissement (1876-1882), de Gazette van Kortrijk (1876-1914) en het Gildeblad der Ambachten, Neringen en Nijverheden van Kortrijk (1891-1907). Hij drukte ook verschillende werken en gedichten van Guido Gezelle en Pieter Theodoor Stevens, die trouwens beiden talrijke artikels leverden voor de Gazette van Kortrijk. Zo was hij verantwoordelijk voor de uitgave van Gezelles tijdschrift Loquela, de Davidsfondsuitgaven van Hiawatha (1886) en Gezelles vertaling van de Goddelijke Beschouwingen (1897) van bisschop Waffelaert. Ook de tweede uitgave van De Bo’s Westvlaamsch Idioticon kwam bij hem van de pers. Naast zijn drukke beroepsbezigheden was Georges Beyaert in 1878 ook nog stadsbibliothecaris van Kortrijk geworden en in 1881 boekbewaarder van de plaatselijke Davidsfondsafdeling. In 1888 trad hij in het huwelijk met Marie Vanlerberghe en hij kreeg met haar zeven kinderen. Rond de eeuwwisseling maakte hij deel uit van een commissie die ijverde voor de oprichting van een gedenkteken voor Guido Gezelle te Kortrijk. Hij overleed na een kortstondige ziekte op 48-jarige leeftijd. Zijn weduwe zette de onderneming voort.
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; drukker van Gezelles werk
Bronnen https://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=beya001
NaamDe Meester, Jules
Datums° Roeselare, 04/01/1857 - ✝ Wetteren, 06/02/1933
GeslachtMannelijk
Beroepdrukker; uitgever
BioJules De Meester was de zoon van een schoenmaker. Hij vestigde zich in 1877 als boekhandelaar en later ook als uitgever in de Zuidstraat te Roeselare, vlakbij het kleinseminarie. Katholiek en Vlaams was zijn handelsmerk. Hij werd een belangrijke drukker van Guido Gezelle. Samen met de Leuvense boekhandelaar en drukker Karel Fonteyn gaf hij in 1878-1880 vier delen uit van het Verzameld Dichtwerk van Gezelle, en een tweede uitgave van het verzameld werk in 1892-1893. Hij was ook de uitgever van het taalkundige tijdschrift Loquela.
Relatie tot Gezellecorrespondent; drukker werk Gezelle
Bronnen http://users.skynet.be/sb176943/AndriesVandenAbeele/druk_gezelle.htm ;
NaamDemonie, Emiel; skald; Wilfried; Logicus; De Monie
Datums° Roeselare, 28/07/1846 - ✝ Brugge, 03/01/1890
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; hoofdredacteur; auteur
BioEmiel Demonie, zoon van Desiderius Demonie, koopman, en Justina Verhaeghe, was leerling aan het kleinseminarie te Roeselare en hij werd er op 1 oktober 1869 zelf ook leraar. Hij was er lid van Gezelles confraternity. Hij was de neef van Polydoor Demonie. Zijn priesterwijding ontving hij te Brugge op 7 november 1869. In 1874-1875 was hij poësistitularis van Albrecht Rodenbach in de Groote Stooringe. De studenten van Demonie weigerden tijdens een feest van de superior een Frans lied te zingen. Mede hierdoor werd hij ontslagen. Rodenbach schreef voor hem het gedicht De Meester. In Brugge werd hij onderpastoor van de Sint-Gilliskerk (22/08/1879) en godsdienstleraar aan de rijksnormaalschool voor meisjes (29/12/1884). Hij schreef artikels voor Loquela en was één van de medestichters van het tijdschrift Biekorf. In opvolging van Amaat Vyncke was hij een tijdje hoofdredacteur van De Vlaamsche Vlagge en hij schreef er artikels onder de schuilnamen Skald, Logicus en Wilfried. Hij was ook medewerker van de Almanak voor de leerende jeugd van Vlaanderen (1875-1876). Gezelle droeg het gedicht Ach, hoe dikmaals was 't mijn lot niet aan hem op. Bij zijn overlijden in 1890 schreef Gezelle het gedicht Wij bouwden op uw leven een getemmer.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie; zanter (WDT); medestichter van Biekorf; medewerker Loquela; correspondent; gelegenheidsgedicht
Bronnen https://nevb.be/wiki/Demonie,_Emiel
NaamReynaert, Auguste
Datums° Anzegem, 14/11/1833 - ✝ Kortrijk, 22/07/1915
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat; politicus; burgemeester; volksvertegenwoordiger
BioAuguste Reynaert studeerde aan de universiteit van Leuven waar hij promoveerde tot doctor in de wijsbegeerte en letteren (1855) en tot doctor in de rechten (1858). Hij was werkzaam als advocaat aan de balie van Kortrijk (1858-1915). Als katholiek politicus was hij volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Kortrijk (1854-1910), gemeenteraadslid van Kortrijk in 1866 en ten slotte burgemeester van Kortrijk (1885-1915). In 1864 werd Reynaert verkozen tot katholiek volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Kortrijk en vervulde dit mandaat tot in 1910. Hij werd tot gemeenteraadslid van Kortrijk verkozen bij de verkiezingen van 1866 en werd burgemeester benoemd in 1885, een ambt dat hij zou uitoefenen tot aan zijn dood.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamSiffer, Alfons
Datums° Zomergem, 21/03/1850 - ✝ Gent, 03/03/1941
GeslachtMannelijk
Beroepboekhandelaar; drukker; uitgever; politicus; volksvertegenwoordiger; auteur
BioAlfons Siffer deed zijn humaniorastudies aan het Bisschoppelijk College te Sint-Niklaas, en studeerde vervolgens rechten in Leuven. Deze studie moest hij om gezondheidsredenen stopzetten. In 1874 behaalde hij het diploma van kandidaat-notaris aan de universiteit van Gent. In 1875 was hij medestichter en eerste secretaris-penningmeester van het Gentse Davidsfonds en later bestuurslid van het nationale Davidsfonds (1878). In 1877 richtte hij samen met zijn vermogende schoonzus Sophie, de halfzus van zijn latere echtgenote, de NV Siffer-Leliaert op en werd hij boekhandelaar, drukker en uitgever in Gent op de hoek van het Sint-Baafsplein en de Lange Kruisstraat. Hij huwde met Marie Fierlefijn in 1879. Hij werd de vaste drukker van de Koninklijke Vlaamse Academie. Hij drukte ook heel wat tijdschriften waaronder ook Franstalige zoals Le magasin littéraire en Le Drapeau. In 1886 stichtte hij het tijdschrift Het Belfort, waarin hij zelf ook bijdragen publiceerde. Siffer was ook uitgever van heel wat katholieke auteurs zoals Karel de Gheldere, August Cuppens, Hugo Verriest, Alfons Moortgat, René De Clercq en Amaat Joos. Ook Gezelle liet werk bij hem drukken of uitgeven zoals de Duikalmanak (1888-1899). De eerste aflevering verscheen aanvankelijk bij Karel Beyaert-Storie, maar na een ruzie kwam Gezelle bij Siffer in Gent terecht. De druk gebeurde in de Sint-Augustinusdrukkerij. Vanaf 1895 was Siffer ook werkzaam in de politiek o.m. als volksvertegenwoordiger.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; drukker/uitgever van werk van gezelle
Bronnen http://users.skynet.be/sb176943/AndriesVandenAbeele/druk_gezelle.htm
NaamTack, Pierre
Datums° Kortrijk, 18/12/1818 - ✝ Kortrijk, 11/04/1910
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat; industrieel; politicus; minister van staat
BioPierre Tack studeerde wijsbegeerte en recht aan de katholieke universiteit Leuven. Hij was een advocaat en industrieel (brouwer) in Kortrijk. Vanaf 1848 was hij ook politiek bedrijvig voor de Katholieke Partij als stadssecretaris (1849-1854), gemeenteraadslid (1863), schepen (1867-1870 en 1872-1907) en volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Kortrijk (1854-1908). Hij oefende heel wat functies uit binnen de Kamer. Verder was hij minister van financiën in de regering Jules d'Anethan (07-08 1870). Op 09/11/1897 werd hij minister van staat. Op 12/12/1897 gebeurde de huldiging van zijn 50 jaar openbaar leven. Hiervoor schreef Gezelle de gedichten 't Takske zal eens boom bedijgen en De Boom van Belgenland.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellegelegenheidsgedichten
NaamVan Damme, Joseph
Datums° Brugge, 08/04/1856
GeslachtMannelijk
Beroepambtenaar
BioJoseph Van Damme werd in Brugge geboren op 08/04/1856. Hij was de zoon van An Moulaert. Vermoedelijk was hij ambtenaar bij het ministerie van landbouw en Nijverheid.
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen https://search.arch.be/nl/zoeken-naar-personen/zoekresultaat/weergave/akte/id/GEBWVL_00566606/q/persoon_achternaam_t_0/van%20damme/q/persoon_voornaam_t_0/joseph/q/zoekwijze/s?M=0&V=0&O=0&persoon_plaats_0=brugge&persoon_0_periode_geen=0&sort=akte_datum&direction=asc&persoon=R0VXVkxfNTY5NDIx&tmpl=component
NaamVan Droogenbroeck, Jan; Ferguut, Jan
Datums° Sint-Amands, 17/01/1835 - ✝ Schaarbeek, 27/05/1902
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; dichter; leraar; muziekleraar; ambtenaar; redacteur
BioJan Van Droogenbroeck was aanvankelijk onderwijzer in Schaarbeek (1855-1870). Vanaf 1870 gaf hij les aan de muziekschool van Schaarbeek en Sint-Joost. In 1877 werd hij ambtenaar aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij was een dichter en prozaschrijver die in het begin publiceerde onder het pseudoniem Jan Ferguut. Gezelle droeg aanvankelijk het gedicht Weldadig zonneweer op aan Jan Van Droogenbroeck. In Rijmsnoer liet hij deze opdracht vallen. Van Droogenbroeck had in 1896 de vijfjaarlijkse prijs voor poëzie toegewezen gekregen en niet Gezelle. Hij was medewerker van de tijdschriften De Toekomst en Noord en Zuid en hoofdredacteur van De Zweep.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie
NaamVan Ockerhout, Léon
Datums° Brugge, 11/10/1829 - ✝ Loppem, 11/02/1919
GeslachtMannelijk
Beroeppoliticus; provincieraadslid; gemeenteraadslid; senator
BioLéon Van Ockerhout was een katholiek politicus en een invloedrijk persoon in het Brugse maatschappelijke leven. Na middelbare studies in Doornik en Brussel studeerde hij wijsbegeerte en letteren aan de universiteit van Gent, waar hij in 1850 het getuigschrift voor de kandidaturen behaalde. Hij was lid van de West-Vlaamse provincieraad (1864 tot 1874), lid van de Brugse gemeenteraad (1872-1919) en senator voor het arrondissement Diksmuide (1874-1878) en senator in Brugge ter vervanging van J. Boyaval (1879-1912). Hij was eigenaar van de Gazette van Brugge en medewerker van La Belgique Maritime. Hij was betrokken bij talrijke religieuze en kerkelijke verenigingen (waaronder de Edele confrérie van het Heilig Bloed) en talrijke verenigingen van maatschappelijk nut (waaronder erevoorzitter van het Davidsfonds Brugge). Hij was een mecenas voor verschillende projecten en scholen waaronder het Sint-Leocollege.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent

Naam - plaats

NaamBrussel
GemeenteBrussel
NaamIngelmunster
GemeenteIngelmunster

Naam - instituut/vereniging

NaamDe Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde
BeschrijvingDit wetenschappelijk genootschap bestudeert en stimuleert de Nederlandse taal- en literatuur. Na een lange voorgeschiedenis werd het opgericht bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1886 als Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. De activiteiten omvatten onder meer maandelijkse bijeenkomsten met wetenschappelijke en letterkundige besprekingen, prijsvragen en publicaties. Guido Gezelle was één van de stichtende leden. Dit was een belangrijke erkenning van zijn werk. Hij was betrokken bij verschillende prijsvragen en schonk ook een deel van zijn boeken aan de academie.
Datering1886-heden
Links[wikipedia]

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelLoquela
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelDeutsches Wörterbuch
AuteurGrimm, Jacob; Grimm, Wilhelm
Datum1854
PlaatsLeipzig
Uitgever[s.n.]
Links[wikipedia]
TitelPrécurseur (periodiek)
AuteurVan Camp, Alp. (hoofdredacteur); Goemaere, Arthur (hoofdredacteur); e.a.
Datum1835-1914
PlaatsAntwerpen
UitgeverEdward Vergult
Links[odis]

Titel[kort na 17/02/1888], [Brugge], Emiel Demonie aan [Guido Gezelle]
EditeurEls Depuydt
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderDemonie, Emiel
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum[kort na 17/02/1888]
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieDatum gereconstrueerd op basis van bijlage; adressaat en plaats gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inDe briefwisseling tussen Guido Gezelle en enkele leden van de Dietsche Biehalle en Biekorf. Deel 2: Brieven / door P. Deboever. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1984-1985), p.313-314
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 179x116
wit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden watermerk: afbeelding
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7550
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13906
Inhoud
IncipitNa dat ik de eerste antwoorde van H. J.
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.