<Resultaat 1178 van 2074

>

p1
Eerweerde[1]

Baron de Surmont zal spreken en vraagt inlichtingen in deze zaak

Un des points a traiter est la tendance orangiste ou unioniste avec la Hollande de la part des liberaux

Il me faudrait :

1) une série de citations (que je prendrais ou que vous m’enverriez) de journaux, brochures, revues etc prouvant cette tendance

2) Le mot de Julius Vuylsteke, parlant de 1830 in ’t jaar dat men zot was[2] quand & où ce mot a-t-il été dit?

3) l’importance des publications à

p2

Noten

[2] Zie: Julius Vuylsteke, Zwijgende liefde. Een liederkrans. Gent: Willem Rogghé, & Amsterdam: J. Van Kesteren: 1860: Nazang 2, strofe 3: ”daar wijst hij ons op zijn kokarde van ’t treurig jaar ”toen men was zot ,” klopt op zijn borst, de koude-harde al roepend: ik ben patriot!
verzinnen he verzinde en hy en gaf geen almosse geh.gehoord Iseghem by P.B.

Register

Correspondenten

NaamBaes, Pieter Petrus
Datums° Elverdinge, 29/04/1848 - ✝ Izegem, 21/07/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar, schooldirecteur; schoolopziener; auteur
BioPieter Baes was de zoon van Boudewijn Baes, herbergier, en Joanna Ligneel. Hij studeerde aan het Sint-Vincentiuscollege te Ieper en kreeg zijn priesterwijding op 21 december 1872, maar hij was al leraar vanaf september 1872 aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, voor de lessen in koophandel en wiskunde. In november 1873 riep Adolf Duclos Pieter Baes en andere bekenden bijeen om een ‘opstelraad’ voor Rond den Heerd samen te stellen. Baes maakte de stichting mee van de Gilde van Sint-Luitgaarde op 13 februari 1874 en hij bleef tot 1883 secretaris. Op 23 april 1879 kreeg hij een opdracht als docent aan de Staatsnormaalschool voor jongens in Brugge, maar hij werd hetzelfde jaar nog geschorst ingevolge de wet Van Humbeek. Vanaf 17 september 1879 werd hij principaal van het Izegemse Sint-Jozefsgesticht alsook van de vrije lagere school. In 1895 werd hij diocesaan inspecteur. Baes zette zich in voor goede schoolboeken en publicaties voor het onderwijs waaronder "De Taalsleutel of Vlaamsche Spraakregels, Tafelwijze geschikt" en het onderwijskundige tijdschrift "Sint-Canisiusblad".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamBaes, Pieter Petrus
Datums° Elverdinge, 29/04/1848 - ✝ Izegem, 21/07/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar, schooldirecteur; schoolopziener; auteur
BioPieter Baes was de zoon van Boudewijn Baes, herbergier, en Joanna Ligneel. Hij studeerde aan het Sint-Vincentiuscollege te Ieper en kreeg zijn priesterwijding op 21 december 1872, maar hij was al leraar vanaf september 1872 aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, voor de lessen in koophandel en wiskunde. In november 1873 riep Adolf Duclos Pieter Baes en andere bekenden bijeen om een ‘opstelraad’ voor Rond den Heerd samen te stellen. Baes maakte de stichting mee van de Gilde van Sint-Luitgaarde op 13 februari 1874 en hij bleef tot 1883 secretaris. Op 23 april 1879 kreeg hij een opdracht als docent aan de Staatsnormaalschool voor jongens in Brugge, maar hij werd hetzelfde jaar nog geschorst ingevolge de wet Van Humbeek. Vanaf 17 september 1879 werd hij principaal van het Izegemse Sint-Jozefsgesticht alsook van de vrije lagere school. In 1895 werd hij diocesaan inspecteur. Baes zette zich in voor goede schoolboeken en publicaties voor het onderwijs waaronder "De Taalsleutel of Vlaamsche Spraakregels, Tafelwijze geschikt" en het onderwijskundige tijdschrift "Sint-Canisiusblad".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamIzegem
GemeenteIzegem

Naam - persoon

NaamBaes, Pieter Petrus
Datums° Elverdinge, 29/04/1848 - ✝ Izegem, 21/07/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar, schooldirecteur; schoolopziener; auteur
BioPieter Baes was de zoon van Boudewijn Baes, herbergier, en Joanna Ligneel. Hij studeerde aan het Sint-Vincentiuscollege te Ieper en kreeg zijn priesterwijding op 21 december 1872, maar hij was al leraar vanaf september 1872 aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, voor de lessen in koophandel en wiskunde. In november 1873 riep Adolf Duclos Pieter Baes en andere bekenden bijeen om een ‘opstelraad’ voor Rond den Heerd samen te stellen. Baes maakte de stichting mee van de Gilde van Sint-Luitgaarde op 13 februari 1874 en hij bleef tot 1883 secretaris. Op 23 april 1879 kreeg hij een opdracht als docent aan de Staatsnormaalschool voor jongens in Brugge, maar hij werd hetzelfde jaar nog geschorst ingevolge de wet Van Humbeek. Vanaf 17 september 1879 werd hij principaal van het Izegemse Sint-Jozefsgesticht alsook van de vrije lagere school. In 1895 werd hij diocesaan inspecteur. Baes zette zich in voor goede schoolboeken en publicaties voor het onderwijs waaronder "De Taalsleutel of Vlaamsche Spraakregels, Tafelwijze geschikt" en het onderwijskundige tijdschrift "Sint-Canisiusblad".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde
NaamSurmont de Volsberghe, Arthur Henri Marie Ghislain
Datums° Gent, 05/10/1837 - ✝ Sint-Denijs-Westrem, 30/10/1906)
GeslachtMannelijk
Beroeppoliticus
BioArthur Surmont startte zijn politieke carrière als gemeenteraadslid in Voormezele (1866-1879). Hij was verder provincieraadslid en bestendig afgevaardigde van West-Vlaanderen (1872-1878), burgemeester van Ieper (1891-1900) en senator voor Ieper (1878-1903). Later was hij minister van nijverheid en arbeid ( 1900-1902).
Links[wikipedia]
NaamVuylsteke, Julius
Datums° Gent, 10/11/1836 - ✝ Gent, 16/01/1903
GeslachtMannelijk
Beroeppoliticus; dichter; boekhandelaar; advocaat; auteur
BioJulius studeerde aan het Gentse atheneum en daarna rechten aan de Rijksuniversiteit van Gent (1853-1859). Al in het atheneum ontwikkelde hij zijn Vlaamsgezindheid: hij stichtte er in de poësis (1852) het studentengenootschap 't Zal Wel Gaan met als doel de Vlaamse literatuur te stimuleren. Aan de universiteit vormde hij 't Zal Wel Gaan om tot een Taalminnend Studentengenootschap. Ze gaven jaarlijks almanakken uit met gedichten en proza. De publicaties waren anti-clericaal. Zijn gedichten uit de studententijd getuigen van het beginnende realisme en van een zekere sociale bekommernis. Vuylsteke was een tijdje advocaat (1859-1875) en daarna in 1875 boekhandelaar. Hij was lid van het Willemsfonds en werd in 1862 algemeen secretaris. In 1867 was hij verantwoordelijk voor de publicatie van "Het Volksbelang", het lijfblad van de Gentse liberale flaminganten. Hij was actief als liberaal politicus maar hij verbond het liberalisme aan zijn flamingantisme. In oktober 1869 werd hij gemeenteraadslid in Gent. Hij zette zich in voor de culturele samenwerking met Nederland. Zijn politieke essays werden postuum gebundeld in "Klauwaard en Geus" (1905). Gezelle publiceerde in "Hekel en Luim" het hekeldicht "Aen Mynheer Julius" in het voorjaar 1856 onder het pseudoniem X.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellepolitiek gedicht
BronnenNieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging https://nevb.be/wiki/Vuylsteke,_Julius_P.

Naam - plaats

NaamIzegem
GemeenteIzegem

Titelxx/[11-12/1888], [Izegem], [Pieter Baes] aan [Guido Gezelle]
EditeurKarel Platteau; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Baes, Pieter Petrus]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatumxx/[11-12/1888]
VerzendingsplaatsIzegem (Izegem)
AnnotatieAdressant gereconstrueerd op basis van het handschrift ; adressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens; brief is geschreven kort na brief van Pieter Baes aan Guido Gezelle van 12/11/1888 (nr.6070); plaats gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inDe briefwisseling tussen Guido Gezelle en enkele leden van de Dietsche Biehalle en Biekorf. Deel 2: Brieven / door P. Deboever. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1984-1985), p.464
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 134x102
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat fragment: onderkant en rechterkant van vel ontbreken
Toevoegingen op zijde 2 onderaan: taalkundige notities: verzinnen he verzinde en hy en gaf geen almosse geh. Iseghem by P.B. [=Pieter Baes] (inkt, omgekeerd, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3586, verzinnen // he verzinde
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|14095
Inhoud
IncipitBaron de Surmond zal spr[eken en]
Tekstsoortbrief
TalenFrans; Nederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.