<Resultaat 773 van 2074

>

p1+
Eerweerde Heer.

M. De Bo is stervende – nog een dag of twee ten hoogste.

Nu, houd u gereed om iets op zyn graf te lezen.

Voor de gedachtenisse, of zyn Doodsanctje maak a.u.b. eenige verzen om op de eene zyde te zetten[1] Al de andere zyde moet het levensbericht van De Bo staan, gelyk gy ge

Als ’t u belieft, kom morgen naar ’t mynent; wy zullen met M. Slosse de gedachtenisse opmaken.

Dag & daten van ’t zanctjes alsmede eene zante teksten liggen hier gereed: kom dus kiezen en opschikken.

Antwoord seffens of wy u morgen Dysendag mogen verwachten

P Baes
presbyter
p2

Noten

[1] Er staan verzen van Gezelle op bidprentje van De Bo
lampet handbekken Jan de BruneArbitrage 1) goemanschap (o.) Jan de Brune zegmanschap. (o). kiesmanschap scheidmanschap (o.) 2) goeddunken.

Register

Correspondenten

NaamBaes, Pieter Petrus
Datums° Elverdinge, 29/04/1848 - ✝ Izegem, 21/07/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar, schooldirecteur; schoolopziener; auteur
BioPieter Baes was de zoon van Boudewijn Baes, herbergier, en Joanna Ligneel. Hij studeerde aan het Sint-Vincentiuscollege te Ieper en kreeg zijn priesterwijding op 21 december 1872, maar hij was al leraar vanaf september 1872 aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, voor de lessen in koophandel en wiskunde. In november 1873 riep Adolf Duclos Pieter Baes en andere bekenden bijeen om een ‘opstelraad’ voor Rond den Heerd samen te stellen. Baes maakte de stichting mee van de Gilde van Sint-Luitgaarde op 13 februari 1874 en hij bleef tot 1883 secretaris. Op 23 april 1879 kreeg hij een opdracht als docent aan de Staatsnormaalschool voor jongens in Brugge, maar hij werd hetzelfde jaar nog geschorst ingevolge de wet Van Humbeek. Vanaf 17 september 1879 werd hij principaal van het Izegemse Sint-Jozefsgesticht alsook van de vrije lagere school. In 1895 werd hij diocesaan inspecteur. Baes zette zich in voor goede schoolboeken en publicaties voor het onderwijs waaronder "De Taalsleutel of Vlaamsche Spraakregels, Tafelwijze geschikt" en het onderwijskundige tijdschrift "Sint-Canisiusblad".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamBaes, Pieter Petrus
Datums° Elverdinge, 29/04/1848 - ✝ Izegem, 21/07/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar, schooldirecteur; schoolopziener; auteur
BioPieter Baes was de zoon van Boudewijn Baes, herbergier, en Joanna Ligneel. Hij studeerde aan het Sint-Vincentiuscollege te Ieper en kreeg zijn priesterwijding op 21 december 1872, maar hij was al leraar vanaf september 1872 aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, voor de lessen in koophandel en wiskunde. In november 1873 riep Adolf Duclos Pieter Baes en andere bekenden bijeen om een ‘opstelraad’ voor Rond den Heerd samen te stellen. Baes maakte de stichting mee van de Gilde van Sint-Luitgaarde op 13 februari 1874 en hij bleef tot 1883 secretaris. Op 23 april 1879 kreeg hij een opdracht als docent aan de Staatsnormaalschool voor jongens in Brugge, maar hij werd hetzelfde jaar nog geschorst ingevolge de wet Van Humbeek. Vanaf 17 september 1879 werd hij principaal van het Izegemse Sint-Jozefsgesticht alsook van de vrije lagere school. In 1895 werd hij diocesaan inspecteur. Baes zette zich in voor goede schoolboeken en publicaties voor het onderwijs waaronder "De Taalsleutel of Vlaamsche Spraakregels, Tafelwijze geschikt" en het onderwijskundige tijdschrift "Sint-Canisiusblad".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamIzegem
GemeenteIzegem

Naam - persoon

NaamBaes, Pieter Petrus
Datums° Elverdinge, 29/04/1848 - ✝ Izegem, 21/07/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar, schooldirecteur; schoolopziener; auteur
BioPieter Baes was de zoon van Boudewijn Baes, herbergier, en Joanna Ligneel. Hij studeerde aan het Sint-Vincentiuscollege te Ieper en kreeg zijn priesterwijding op 21 december 1872, maar hij was al leraar vanaf september 1872 aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, voor de lessen in koophandel en wiskunde. In november 1873 riep Adolf Duclos Pieter Baes en andere bekenden bijeen om een ‘opstelraad’ voor Rond den Heerd samen te stellen. Baes maakte de stichting mee van de Gilde van Sint-Luitgaarde op 13 februari 1874 en hij bleef tot 1883 secretaris. Op 23 april 1879 kreeg hij een opdracht als docent aan de Staatsnormaalschool voor jongens in Brugge, maar hij werd hetzelfde jaar nog geschorst ingevolge de wet Van Humbeek. Vanaf 17 september 1879 werd hij principaal van het Izegemse Sint-Jozefsgesticht alsook van de vrije lagere school. In 1895 werd hij diocesaan inspecteur. Baes zette zich in voor goede schoolboeken en publicaties voor het onderwijs waaronder "De Taalsleutel of Vlaamsche Spraakregels, Tafelwijze geschikt" en het onderwijskundige tijdschrift "Sint-Canisiusblad".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde
NaamDe Bo, Leonard Lodewijk
Datums° Beveren-Leie, 27/09/1826 - ✝ Poperinge, 25/08/1885
GeslachtMannelijk
Beroephulppriester; leraar; pastoor; deken; auteur; taalkundige; botanicus
BioLeonard Lodewijk De Bo werd geboren als enige zoon van Ludovicus De Bo, landbouwer, en Amelia Lemayeur. Na schitterende middelbare studies aan het College van Tielt begon hij in oktober 1846 zijn seminariestudies aan het grootseminarie te Brugge. Op 15 maart 1851 werd hij te Brugge tot priester gewijd. Van 11 april tot 1 oktober 1851 was hij coadjutor (hulppriester) in de parochie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Ver-Assebroek. Op 1 oktober 1851 werd hij leraar in de poesis- en retoricaklassen van het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, een functie die hij 22 jaar lang zou uitoefenen, tot 9 juli 1873, toen hij werd aangesteld als pastoor van de parochie Sint-Petrus en Sint-Paulus te Elverdinge (09/071873 – 27/09/1882). Nadien werd hij pastoor van de parochie Onze-Lieve-Vrouw te Ruiselede (27/09/1882 – 22/04/1884). Op 22 april 1884 werd hij, hoewel hij al ziek was, nog overgeplaatst naar de parochie Sint-Bertinus te Poperinge waar hij pastoor-deken was, een overplaatsing die hij niet echt zag zitten. Hij overleed overigens al het jaar nadien. Reeds als seminarist verzamelde De Bo de West-Vlaamse woordenschat. Zijn levenswerk, het West-Vlaamsch Idioticon, waarin meer dan 25.000 woorden en uitdrukkingen uit de West-Vlaamse taal verzameld en verklaard worden, verscheen van 1870 tot 1873, gevolgd door een tweede, bijgewerkte uitgave in 1890-1892. De Bo leerde Guido Gezelle in 1850 in het grootseminarie te Brugge kennen; zij werden goede vrienden en werkten hecht samen rond de studie van de West-Vlaamse taal. De Bo werkte actief mee aan o.a. Loquela en Rond den Heerd. Postuum verschenen nog Schatten uit de volkstaal (1887) en De Bo’s Kruidwoordenboek, het resultaat van zijn levenslange botanische activiteiten.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); medewerker Rond den Heerd; medewerker Loquela; gelegenheidsgedichten
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamSlosse, Leopold; Omicron
Datums° Marke, 02/11/1842 - ✝ Rumbeke, 31/03/1920
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor
BioLeopold Slosse, zoon van Jan Slosse en Ursula Vandaele, ontving zijn priesterwijding te Brugge op 15/06/1867. Hij werd leraar en hulpbewaker aan de Sint-Aloysiusschool te Kortrijk (30/03/1867) en leraar aan het college te Diksmuide (15/06/1867). Vervolgens was hij vanaf 09/10/1868 onderpastoor te Sint-Kruis (Brugge), te Izegem (06/03/1872) en daarna pastoor te Kooigem (02/04/1891) en te Rumbeke (15/07/1896). Hij was een heemkundige en verzamelaar van o.m. bidprentjes. Zijn belangrijkste werk is Rond Kortryk of Schetsen over de prochien van het oud bisdom van Doornyk liggende in de voormalige dekenijen van Helkyn, Kortryk en Wervick, een geschiedenis van 61 alfabetisch gerangschikte gemeenten.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); correspondent

Naam - plaats

NaamIzegem
GemeenteIzegem

Titel - ander werk

TitelWetsteen der vernuften, oft bequaem middel om van alle voorvallende zaken aardighlik te leeren spreken. 't Eerste deel
AuteurDe Brune, Jan de jonge
Datum1659
PlaatsAmsteldam
UitgeverWolfgank

Titel17/08/[1885], Izegem, Pieter Baes aan [Guido Gezelle]
EditeurKarel Platteau; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderBaes, Pieter Petrus
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum17/08/[1885]
VerzendingsplaatsIzegem (Izegem)
AnnotatieBriefversie van datering: 17 Oegst ; jaartal gereconstrueerd op basis van de brieftekst en toegevoegde notitie ; adressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inonderste stuk van de brief in: De briefwisseling tussen Guido Gezelle en enkele leden van de Dietsche Biehalle en Biekorf. Deel 2: Brieven / door P. Deboever. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1984-1985), p.213
Fysieke bijzonderheden
Drager 2 enkele vellen, enkel vel 1: 108x136 ; enkel vel 2: 104x129
wit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig: brief verknipt tot twee taalkundige fiches en gereconstrueerd met licht tekstverlies
Toevoegingen op zijde 1 rechtsboven bijgeschreven naast de maand: '85 (potlood); op blanco zijde 2 rechts: taalkundige notities: Arbitrage goemanschap (o.) Jan de Brune zegmanschap. (o). kiesmanschap scheidmanschap (o.) 2) goeddunken. (inkt, verticaal, hand G.G. en Jan Craeynest); op blanco zijde 4 links: taalkundige notities: lampet handbekken Jan de Brune (inkt, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7753 + 3589, lampet
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|14103
Inhoud
IncipitM. De Bo is stervende - nog een
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.