<Resultaat 1384 van 2074

>

p1

J'aurai donc enfin, Monsieur le Vicaire, par cette bonne occasion, l’honneur et le plaisir de vous voir prochainement.

En vous attendant, je vous prie d’agréer l’hommage de mon profond respect et de ma sincère reconnaissance, et je suis, Monsieur le Vicaire,
Votre très humble servante
Sr Ste Bathilde
Bailleul, 30 mai 1891.
p2

Noten

‘t En komt op geen haar als m’en koe scheert met de zikkele Alle onderstreping van Guido Gezelle met blauw potlood.Lichtervelde Alle onderstreping van Guido Gezelle met blauw potlood.

Register

Correspondenten

NaamMahieu, Sidonie; Bathilde (Zuster)
Datums° Duinkerke, 06/06/1838 - ✝ Saint-Venant, 06/08/1919
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; generaal overste; directeur
VerblijfplaatsFrankrijk
BioSidonie Mahieu was de dochter van Martin en Marie-Reine Moraele. Ze trad toe tot de congregatie van de Dochters van het Kind Jezus te Rijsel op 10/04/1856. Ze ontving haar habijt op 02/07/1856 en kreeg de naam Bathilde. Ze legde haar kloostergeloften af op 29/07/1857. Ze gaf naailessen aan verschillende scholen van de kloostergemeenschap. Ze was generaal-overste van de congregatie van 28/08/1885 tot 31/08/1888 en directeur van de psychiatrische ziekenhuizen van Bailleul (11/11/1888- 08/11/1892) en van St. Venant (08/11/1892-06/08/1919).
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamMahieu, Sidonie; Bathilde (Zuster)
Datums° Duinkerke, 06/06/1838 - ✝ Saint-Venant, 06/08/1919
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; generaal overste; directeur
VerblijfplaatsFrankrijk
BioSidonie Mahieu was de dochter van Martin en Marie-Reine Moraele. Ze trad toe tot de congregatie van de Dochters van het Kind Jezus te Rijsel op 10/04/1856. Ze ontving haar habijt op 02/07/1856 en kreeg de naam Bathilde. Ze legde haar kloostergeloften af op 29/07/1857. Ze gaf naailessen aan verschillende scholen van de kloostergemeenschap. Ze was generaal-overste van de congregatie van 28/08/1885 tot 31/08/1888 en directeur van de psychiatrische ziekenhuizen van Bailleul (11/11/1888- 08/11/1892) en van St. Venant (08/11/1892-06/08/1919).
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBailleul

Naam - persoon

NaamMahieu, Sidonie; Bathilde (Zuster)
Datums° Duinkerke, 06/06/1838 - ✝ Saint-Venant, 06/08/1919
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; generaal overste; directeur
VerblijfplaatsFrankrijk
BioSidonie Mahieu was de dochter van Martin en Marie-Reine Moraele. Ze trad toe tot de congregatie van de Dochters van het Kind Jezus te Rijsel op 10/04/1856. Ze ontving haar habijt op 02/07/1856 en kreeg de naam Bathilde. Ze legde haar kloostergeloften af op 29/07/1857. Ze gaf naailessen aan verschillende scholen van de kloostergemeenschap. Ze was generaal-overste van de congregatie van 28/08/1885 tot 31/08/1888 en directeur van de psychiatrische ziekenhuizen van Bailleul (11/11/1888- 08/11/1892) en van St. Venant (08/11/1892-06/08/1919).
Relatie tot Gezellecorrespondent

Naam - plaats

NaamBailleul
NaamLichtervelde
GemeenteLichtervelde

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Mahieu, Sidonie

Correspondenten

Mahieu, Sidonie
Gezelle, Guido

Naam - persoon

Mahieu, Sidonie

Naam - plaats

Bailleul
Lichtervelde

Plaats van verzending

Bailleul

Titel30/05/1891, Bailleul, [Sidonie Mahieu] (= Zuster Bathilde) aan [Guido Gezelle]
EditeurRik Van Gorp
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Mahieu, Sidonie]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum30/05/1891
VerzendingsplaatsBailleul
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager 100x129
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat fragment: bovenkant van vel ontbreekt
Toevoegingen op zijde 2 rechts: taalkundige notities: 't En komt op geen haar als // m'en koe scheert met de // zikkele // Lichtervelde (inkt en blauw potlood, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3586, 't En komt op geen haar
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|14109
Inhoud
IncipitJ'aurai donc enfin, Monsieur le Vicaire
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.