<Resultaat 1152 van 2074

>

p1Jezus, Maria, Jozef, Benedictus[1]Bemind zij overal het H. Hert van Jezus[2]
Zeer Eerweerde Heer,

Ik neem de vrijheid Uedele te schrijven zonder de eer te hebben van U gekend te zijn, wel overtuigd zijnde dat Gij het niet kwalijk zult nemen. Uedele is immers een Vlaming van den goeden stempel zij

complimenten. Ik kome dus recht ter zaak:

Wij, (de zusters van het hospitaal van Gent) verwachten in ’t kort het bezoek[3] van zijne Hoogweerdigheid den Bisschop. Het betaamt dat zijne ontfangst zoo luisterlijk en hertelijk geschiedde als het zijn kan. Wij schikken schoon te pinten[4] een adres[5] af te lezen en een welkom lied te zingen. Jamaar, de twee laatste deelen van ons eenvoudig programma gaan zoo wat boven onze krachten! Men

p2wil mij dien last opleggen, want men aanziet mij hier als een stuk van een ‘ poëet (poëeterse liever) om dat ik nu en dan een klucht of gelegenheid liedje make. Maar hoe hoog dat ik moge staan, als dichteres, in de oogen mijner medezusters, ik gevoel maar al te wel dat ik niet geschikt ben om mijne pen te scherpen ter eere van eenen Prins der H. Kerk... Daarbij ik kan nooit dichten uit dwang, tenzij een schimp[6] of klodde[7] liedje; al ’t ander moet van zelfs komen of het trekt op niets. Maar maakt dat aan

moet willen, eens dat men die kunst machtig is; juist gelijk men, als men breijen kan maar hoeft naalden en draad te nemen en de vingeren te doen exerceeren!

Ik bid U, Eerw: Heer, kom mij ter hulp; voor U toch is het maar een spel. De Goede God heeft Uedele gegeven ’t geen aan weinige is gejond[8] Volmaaktelijk het schoone en het goede te gevoelen en het meesterlijk uit te drukken (d’une manière unique) Schenk

p3ons, schenk mij in’t bijzonder eene almoes uit dien grooten schat! ’T zal mij eene eer, eene vreugd en deugd, een waar geluk zijn! – Telkens dat ik Uwe nooit volprezene dichten lees gevoel ik iets dat ik niet kan uitspreken en ik zeg bij mijn eigen: ’t is zoo dat ik denk, ’t is zoo dat ik het zou willen zeggen. Dan spijt het mij langs om meer mijne moedertaal zoo laat gekend en om zoo te zeggen veracht te hebben. Uwen “Rond den Heerd” is voor mij het “Fiat lux”[9] geweest en eens, den blinddoek weg heb ik mij met hert en ziel aan de vlaamsche beweging gehecht en, met oorlof mijner overste mijn klein steentje aan den Vaderlandschen Bouw bijgedragen. ...

Maar ik gerake van het spoor! Vergeef het mij Eerw: Heer, het gebeurt mij bijna nooit tegen een’ Vlaamschgezinden te spreken, (late varen van aan een te schrijven) sedert dat mijnen goeden ouden Vader bij den Heer is. Uedele heeft hem wel gekend den Notaris De Backere, dien ieverigen medewerker in alles wat de belangen van Taal en Vaderland raakte? ... Vergeging dus over mijne langdradigheid; ... ik kome weêr

p4ter zake: Het adres mag in Proza zijn. Het lied zouden wij geern zingen op den voois van het Pius lied.[10] Muziek van L. Lowet, worden van den E. H. Claeys. – Ziehier de eerste Couplet

Hoe rigt op nieuw uit alle verten
Elk natie ’t oog naar ’t Vaticaan.
Hoe heft het koor der trouwe herten
Weêr dankend’ jubelhijmnen aan!
O Lied der landen, lied der zeeën
O Wereldstem van hoop en moed
Die door een legermacht van weeën
Den jubeldag van Pius groet.

Refrein

U roem en heil U Paus en Koning
Om ’t gouden jaar dat kroont Uw dierbaar hoofd
Zie in der volkren eerbetooning
Hoe aller hert met U lijdt en gelooft.
––

Hier dient nog gezeid, Eerw: Heer, dat wij Uwe gewrochten zoo gauw mogelijk begeeren daar Mgr ons niet gezeid heeft wanneer hij schikt te komen; alleenelijk zal Zijne Hoogweerdigheid ons een dag of twee te voren verwittigen.

En nu om te sluiten: Hertelijken dank eerbiedige groetenissen en verzekering van allervurigste gebeden.
Uwe onweerdige[11] dienares in Christus
Zuster Cecilia Bernardinus.
Haven van Maria (Bijloke) 19/8 88.

Noten

[1] Vermoedelijk staat de B. achteraan voor Benedictus. De zusters (Cisterciënzerzusters) van de Bijloke volgen de Regula Benedicti. Ook ‘Bernard’ is gevonden ter verklaring voor de laatste letter van de afkorting, omdat Bernard van Clairvaux, niet de stichter maar wel de grootste bezieler van de Cisterciënzers in Cîteaux is geweest. J. M. J. B. staat ook als hoofding van religieuze geschriften, zoals doodsprentjes, zelfs van personen die niet tot de orde van de cisterciënzers behoorden.
[2] Een schietgebed waaraan 100 dagen aflaat verbonden is.
[3] Op 17 juni 1888 was de vorige bisschop van Gent, Hendrik Frans Bracq, gestorven. De nieuwe bisschop bezocht de meeste van de kloosters in zijn bisdom om kennis te maken. Voor het klooster was dit een belangrijke gebeurtenis.
[4] Versieren.
[5] Een toespraak specifiek aan de bisschop gericht.
amper staat by Halma Herem
[6] Schempig of schimpig: “Wat schimpig (leelijk, belachelijk) ding is dat. Een schempige rede met de betekenis boertig, kluchtig.” (De Bo, Westvlaamsch Idioticon, p.984-5)
[7] “Bal van samenklevende verwarrelde vezels”. (De Bo, West-Vlaamsch Idioticon, p.534)

Een klodde liedje = liedje dat maar wat ineen geflanst werd. (Klodde is een afvalproduct met geringe waarde van de vlasverwerking: een klodde werk of stoppe)”.

[8] Gegund.
t/dees, tees peerd, Opwijk, Verdoodtroeien ”Roeien, ww. Werpen, gooien, smijten. Mee steene' roeien. Ge roeit de steen in de ruite.” (Is. Teirlinck, Zuid-Oostvlaandersch Idioticon, dl 3, p.20) = smijten opwijk Verdoodt ”Roeien, ww. Werpen, gooien, smijten. Mee steene' roeien. Ge roeit de steen in de ruite.” (Is. Teirlinck, Zuid-Oostvlaandersch Idioticon, dl 3, p.20)
[9] ”Er zij licht!” Volgens het evangelie de woorden, waarmee God tijdens de schepping van de wereld het licht schiep in de duisternis. Nu gebruikt in de betekenis: er gaat iemand een licht op, hij/zij begint plotseling te begrijpen.
wyme = wisse, wydauw Dit zijn allemaal synoniemen voor ’wilg‘ of ’wilgenteen’. Audenaard nieuwsbl. Het ’Audenaards Nieuwsblad‘ lijkt nooit als krant te hebben bestaan. Wel bestonden er kranten met een naam die hierop leek, waaronder ’De volksvriend: nieuwsblad van Oudenaarde en van het arrondissement’. Dit werd uitgegeven vanaf 1888, en in 1889 herdoopt tot ’De volksvrijheid: nieuwsblad van Oudenaarde en van het arrondissement’. Een andere mogelijkheid is het ’Nieuws- en annoncenblad van Audenaerde’, uitgegeven tot 1897. Dit zijn allemaal synoniemen voor ’wilg‘ of ’wilgenteen’. Het ’Audenaards Nieuwsblad‘ lijkt nooit als krant te hebben bestaan. Wel bestonden er kranten met een naam die hierop leek, waaronder ’De volksvriend: nieuwsblad van Oudenaarde en van het arrondissement’. Dit werd uitgegeven vanaf 1888, en in 1889 herdoopt tot ’De volksvrijheid: nieuwsblad van Oudenaarde en van het arrondissement’. Een andere mogelijkheid is het ’Nieuws- en annoncenblad van Audenaerde’, uitgegeven tot 1897.
[10] Pius-cantate ter ere van Pius IX. Strijdlied van de zouaven, die de paus te hulp kwamen toen die tijdens de Italiaanse Eenmaking (Risorgimento) zijn Pauselijke Staat (1861) na een referendum aan het Koninkrijk Italië moest afstaan. Ook in Nederland was er een Pius-cantate gecomponeerd. Deze was in 1871 geschreven door de priester-dichter-politicus Herman Schaepman, en op muziek gezet door Johannes Verhulst. (Wikipedia)
[11] Wellicht een letterlijke vertaling van ’votre humble serviteuse’ = uw nederige dienares.
badineeren tjokkeleeren Zie lemma ’tjokkeleuren’ in: Loquela: 8 (jaarmesse 1889) 9. p.71. ”TJOKKELEUREN. tjokkeleurde, getjokkeleurd. = Tjokken en leuren, djokken en sleuren, uit dertelheid vechten; te Kortrijk spijzen, in 't Engelsch to romp, in 't Fr. badiner. — Tone, ge'n meugt alzoo altijd niet tjokkeleuren : uw kleeren verslijten te zeere. Geh. Middelburg-in-Vl.” Middelburg Zie lemma ’tjokkeleuren’ in: Loquela: 8 (jaarmesse 1889) 9. p.71. ”TJOKKELEUREN. tjokkeleurde, getjokkeleurd. = Tjokken en leuren, djokken en sleuren, uit dertelheid vechten; te Kortrijk spijzen, in 't Engelsch to romp, in 't Fr. badiner. — Tone, ge'n meugt alzoo altijd niet tjokkeleuren : uw kleeren verslijten te zeere. Geh. Middelburg-in-Vl.”

Register

Correspondenten

NaamDe Backere, Emfrentiana Maria Virginia; Cecilia Bernardinus (Zuster)
Datums° Heusden, 05/06/1843 - ✝ Gent, 28/05/1901
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; dichter
BioEmfrentiana De Backere werd geboren te Heusden op 5 juni 1843 als dochter van notaris Franciscus Leopoldus De Backere en Charlotta Christina Taquet. Emfrentiana werd cisterciënzerin in het klooster De Haven van Maria in Gent (Bijloke). Haar kloosternaam was zuster Cecilia Bernardinus. Ze deed haar intrede op 25 maart 1862, de inkleding volgde op 15 januari 1863 en de professie 3 februari 1864. Ze was de gelegenheidsdichter van de kloostergemeenschap. Ze verbleef in de Bijloke tot haar overlijden op 28 mei 1901.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; aanvrager gelegenheidsgedicht
Bronnenbidprentje
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamDe Backere, Emfrentiana Maria Virginia; Cecilia Bernardinus (Zuster)
Datums° Heusden, 05/06/1843 - ✝ Gent, 28/05/1901
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; dichter
BioEmfrentiana De Backere werd geboren te Heusden op 5 juni 1843 als dochter van notaris Franciscus Leopoldus De Backere en Charlotta Christina Taquet. Emfrentiana werd cisterciënzerin in het klooster De Haven van Maria in Gent (Bijloke). Haar kloosternaam was zuster Cecilia Bernardinus. Ze deed haar intrede op 25 maart 1862, de inkleding volgde op 15 januari 1863 en de professie 3 februari 1864. Ze was de gelegenheidsdichter van de kloostergemeenschap. Ze verbleef in de Bijloke tot haar overlijden op 28 mei 1901.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; aanvrager gelegenheidsgedicht
Bronnenbidprentje

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamGent
GemeenteGent

Naam - persoon

NaamDe Backere, Emfrentiana Maria Virginia; Cecilia Bernardinus (Zuster)
Datums° Heusden, 05/06/1843 - ✝ Gent, 28/05/1901
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; dichter
BioEmfrentiana De Backere werd geboren te Heusden op 5 juni 1843 als dochter van notaris Franciscus Leopoldus De Backere en Charlotta Christina Taquet. Emfrentiana werd cisterciënzerin in het klooster De Haven van Maria in Gent (Bijloke). Haar kloosternaam was zuster Cecilia Bernardinus. Ze deed haar intrede op 25 maart 1862, de inkleding volgde op 15 januari 1863 en de professie 3 februari 1864. Ze was de gelegenheidsdichter van de kloostergemeenschap. Ze verbleef in de Bijloke tot haar overlijden op 28 mei 1901.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; aanvrager gelegenheidsgedicht
Bronnenbidprentje
NaamPius IX (Paus); Mastai-Ferretti, Giovanni Maria
Datums° Senigallia, 13/05/1792 - ✝ Rome, 07/02/1878
GeslachtMannelijk
Beroeppaus
VerblijfplaatsItalië
BioPius IX was paus van 1846 tot 1878, en was na Petrus (35 jaar) de langstzittende paus. Onder Pius IX kwam een einde aan de wereldlijke macht van de paus.
Links[wikipedia]
NaamVerdoodt, Alfons; Isidoor Alfons
Datums° Opwijk, 18/10/1863 - ✝ Mortsel, 23/01/1934
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; aalmoezenier
BioIsidoor Alfons Verdoodt werd geboren te Opwijk op 18 oktober 1863. Hij studeerde aan het kleinseminarie en het Grootseminarie te Mechelen. Daar raakte hij betrokken bij de studentenbeweging en de redactie van het tijdschrift De Student. Hij zocht in 1885-1886 contact met Gezelle en werkte mee aan Loquela. Na zijn priesterwijding in 1886 studeerde hij theologie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Vanaf 1888 was hij vervolgens leraar aan het Sint-Bonifaciusinstituut te Elsene (1888), onderpastoor te Antwerpen (1894) en aalmoezenier van het Sint-Elisabeth Hospitaal te Ukkel (1908) en het Psychiatrisch Centrum Sint-Amadeus te Mortsel (1920), waar hij op 23 januari 1934 overleed.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter
NaamClaeys, Hendrik
Datums° Zomergem, 07/12/1838 - ✝ Gent, 17/11/1910
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; pastoor; erekanunnik; auteur; dichter
BioHendrik Claeys werd op 19/12/1863 tot priester gewijd in Brugge. Hij werd leraar poëzie aan het College van Oudenaarde (28/09/1864) en aan het kleinseminarie van Sint-Niklaas (1869-1884). Hij was belangrijk voor het Davidsfonds van Sint-Niklaas. Vervolgens was hij pastoor in Oostakker (31/07/1884) en Gent (08/05/1890). Hij kreeg de titel doctor honoris causa aan de Katholieke Universiteit Leuven (06/05/1887). Hij werd erekanunnik aan het Sint-Baafskapittel te Gent op 14/10/1904. Hij schreef verschillende gelegenheidsgedichten, cantates en artikels. Hij ontwikkelde zich ook als een groot redenaar. Zo verzorgde hij de lijkredes voor Hendrik Conscience en Guido Gezelle.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie
NaamLambrecht, Henricus Carolus
Datums° Welden, 26/01/1848 - ✝ Denderleeuw, 02/07/1889
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; directeur; docent; vicaris-generaal; erekanunnik; bisschop
BioHenricus Lambrecht studeerde aan het College van Oudenaarde (1859), het kleinseminarie van Sint-Niklaas (1861), het grootseminarie te Gent (01/10/1866) en theologie aan de universiteit van Leuven, waar hij in 14/07/1875 zijn doctoraat behaalde. Hij werd tot priester gewijd op 08/04/1871 en werd vervolgens docent theologie aan de KUL (29/07/1875), directeur en professor aan het grootseminarie te Gent (27/01/1877), erekanunnik te Gent (23/12/1880) en vicaris-generaal (1884). Aanvankelijk was hij hulpbisschop te Gent (15/02/1886), zijn bisschopswijding volgde op 04/04/1886 en op 17/06/1888 werd hij bisschop van Gent.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamBracq, Henricus Franciscus
Datums° Gent, 02/1804 - ✝ Gent, 17/06/1888
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; coadjutor; kannunik; bisschop; professor; hoofdredacteur
BioHendrik Frans Bracq was de 22e bisschop van het bisdom Gent (1865-1888). Hij deed zijn middelbare studies in Gent en Aalst, en studeerde theologie aan de KU Leuven. Op 2 augustus 1827 werd hij tot priester gewijd, en vanaf 1830 was hij professor aan het grootseminarie van Gent. In 1836 werd hij directeur van de zusters van Onze-Lieve-Vrouw Visitatie, waarvoor hij later een klooster en een school liet bouwen aan de Coupure te Gent. Hiertoe gebruikte hij de voormalige gronden van zijn ouders (Petrus Andreas Bracq en Maria Andrea Haesebyt), waar zijn vader een suikerraffinaderij had bezeten. Na de dood van zijn vader in 1854 kocht Hendrik Frans deze eigendom om er zelf op te bouwen. Tien jaar later, in 1864, eindigde zijn directeurschap bij de zusters en werd hij tot bisschop benoemd. Op 1 mei 1865 volgde zijn bisschopswijding door kardinaal Engelbertus Sterckx, aartsbisschop van Mechelen. In die hoedanigheid zegende Bracq diverse kerken in, waaronder de Sint-Annakerk in Gent, en de Onze-Lieve-Vrouwkerk (nu basiliek) te Oostakker. In Mariakerke liet hij met hulp van Joseph de Hemptinne – die hem het geld schonk om de grond te kopen – een nieuw kerkhof aanleggen. Op die manier creëerde hij een katholieke tegenhanger voor de nabijgelegen Westerbegraafplaats, die gekend stond als ‘geuzenkerkhof’ omdat daar ook joden en protestanten begraven mochten worden. Uiteraard wilde hij zelf begraven worden op zijn eigen, gewijde kerkhof, waar hij dan ook in de bisschoppengalerij werd bijgezet. Desalniettemin, in 1959 bracht men zijn stoffelijke resten over naar de crypte van de Sint-Baafskathedraal. Tijdens zijn leven werd Hendrik Frans Bracq onderscheiden als officier van de Orde van Leopold II (1866). Ook was hij concilievader geweest in het Eerste Vaticaans Concilie (8 december 1869 tot 20 oktober 1870). Verder was hij ook actief in de journalistiek, als hoofdredacteur van ‘Le Mémorial du clergé’ en ‘Den Vlaming’, en werkte hij mee aan het ‘Journal historique et littéraire’.
Links[odis], [wikipedia]
NaamDe Backere, Franciscus Leopoldus
Datums° Ledeberg, 05/12/1796 - ✝ Gent, 15/07/1885
GeslachtMannelijk
Beroepnotaris
BioFranciscus Leopoldus De Backere was gehuwd met Charlotta Christina Taquet, en de vader van Emfrentiana De Backere (zuster Cecilia Bernadinus). Hij was notaris in Heusden en een kennis van Guido Gezelle. Hij zette zich in voor de bevordering van de Vlaamse taal o.m. als voorzitter van de Gentse afdeling van het Davidsfonds. Verder was hij ook erelid van de Societeit van de Heilige Vincentius a Paulo en lid van de Confrerie van het H.-Sacrament.
Bronnen http://www.jammart.be/bdprtb/bdprtb-00196.htm
NaamLowet, Lodewijk
Datums° Aarschot, 04/02/1824 - ✝ Aarschot, 06/11/1882
GeslachtMannelijk
Beroepsecretaris; dirigent; componist; muziekleraar
BioLodewijk Lowet was een Aarschots componist en letterkundige. Aldaar geboren op 4 februari 1824, was hij eerst notarisklerk, en later stadssecretaris in Aarschot. Hij had muziekles genoten, en was zelf ook muziekleraar. Tevens was hij voorzitter van de symfonieafdeling van de Koninklijke Harmonie te Aarschot. Verder was hij bestuurder van zowel de toonkundige afdeling van het Davidsfonds als van het St.-Franciscus Xaverius Genootschap. Ook de koormaatschappij ‘De Vlaamsche Liederkrans’ wordt genoemd als een van de muziekverenigingen waar hij leiding aan gaf, hoewel hier minder zekerheid over bestaat. Hij schreef zowel muziek als verzen en gelegenheidsliederen, maar veel van zijn werk ging verloren in de Eerste Wereldoorlog. Op 17 september 1862 huwde hij met Hendrika Verborghstadt. Hij moet een aimabel en levenslustig man geweest zijn, geprezen om zijn gedienstigheid. Zo kunnen we het ook lezen in het treurlied dat het Davidsfonds publiceerde naar aanleiding van zijn dood: “Was er werkzamer burger en liefdrijker hert? Waar het aankwam op Taal en voor Godsdienst de strijden, stond LOWET op de bres met de pen en het lied”. Hij stierf echter als een eenzaam man. In 1870 had hij namelijk een zware klap te verduren gekregen toen de bank Langrand-Dumonceau failliet ging als gevolg van de economische depressie. Omdat hij als agent voor deze bank werkte en het vertrouwen genoot van vele burgers, hadden deze hem hun spaargeld toevertrouwd. Aldus voelde hij zich persoonlijk verantwoordelijk, waardoor hij zich uit het verenigingsleven terugtrok.
BronnenF. Roquet, Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800. Roeselare: Roularta, 2007, p.464-465; A. Coeck, Lodewijk Lowet, stadssecretaris en componist. In: Het Oude Land van Aarschot: 32 (1997) 4, p.220-235.

Naam - plaats

NaamGent
GemeenteGent
NaamMiddelburg
GemeenteMaldegem
NaamOpwijk
GemeenteOpwijk

Naam - instituut/vereniging

NaamCongregatie van de Cisterciënzerzusters, Gent
BeschrijvingDe Congregatie van de Cisterciënzerzusters te Gent (Klooster 'De Haven van Maria' of de Zusters van de Bijloke) werd gesticht in 1228 op het domein de Biloque (Bijloke) te Gent door de Cisterciënzermonialen van de Ten Bossche-Abdij te Lokeren. Zij deden vooral aan ziekenverpleging, kinderopvang en onderwijs. De laatste zusters trokken zich terug uit de Bijloke op 7 december 2001.
Datering1228-heden
Links[odis], [wikipedia]

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelRond den Heerd. Een leer-en leesblad voor alle lieden.
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelWoordenboek der Nederduitsche en Fransche taalen, uit het gebruik, en uit de beste schryveren, met behulp van voornaame taalkundigen opgesteld
AuteurHalma, François
Datum1758
PlaatsLeiden
UitgeverDe Wetstein
TitelNederlandsch-Fransch Woordenboek
AuteurHeremans, J.F.
Datum1869
Plaatss-Hertogenbosch [etc.]
UitgeverBogaerts [etc.]

Titel19/08/1888, Gent, [Emfrentiana Maria Virginia De Backere] (= Zuster Cecilia Bernardinus) aan [Guido Gezelle]
EditeurStefaan Maes; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[De Backere, Emfrentiana Maria Virginia]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum19/08/1888
VerzendingsplaatsGent (Gent)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens ; Cecilia Bernardinus [=dochter van notaris De Backere]
Fysieke bijzonderheden
Drager 3 enkele vellen, enkel vel 1: 101x132 ; enkel vel 2: 102x132 ; enkel vel 3: 104x132 ; enkel vel 4: 104x132
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 8 zijden beschreven, inkt
Staat volledig: brief verknipt tot vier taalkundige fiches en gereconstrueerd met licht tekstverlies
Toevoegingen op zijde 1 rechts en zijden 2, 4, 6 en 7 links: taalkundige notities: amper staat by // Halma // Herem; t/dees, tees peerd, Opwijk, Verdoodt; roeien = smijten // opwijk // Verdoodt; wyme = wisse, wydauw // Audenaard nieuwsbl.; badineeren // tjokkeleeren // Middelburg (inkt, verticaal, alles hand G.G.); op zijde 1 doorhalingen in blauw potlood
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3586, tdees + 7824 + 3322, B fiche 8
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|14165
Inhoud
IncipitIk neem de vryheid Ued te schrijven zon-
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.