Waarde Heer en Vriend
'K zal uwe opmerking aan de vriend Nelis voor oogen leggen. - Hij steunt, denk ik, op linguistische wetten met de afleiding Pecunia voor te stellen.[1]
Wanneer komt gij naar Brugge. Nelis moet uwe kennis maken. Hij begeert zulks vurig.
Ik heb een ex. R. d. H. gezonden aan Dr. Kern en Max Rooses.[2] Zij kennen toch mijn geschrift niet.
Uw toegenegen
Edw. Gailliard
29/X 82.