<Resultaat 678 van 2074

>

p1
Monsieur l’Abbé Gezelle
Eglise Notre Dame
Courtrai
Belgium
 
p2

Here is the music at last with many apologies for the delay - I have been a prisoner for a week, and this my first day out - You will see that it is arranged a solo & chorus but it is not usually sung so - choir and people sing the whole to gether - first the Adoremus slowly - then the psalm in the tune - then the Adoremus again slowly to conclude and the effect is very good - the sheets are only ½d - if you should need more (about 15. centimes) -

Please remember me & accept my best wishes for a very happy feast.
E - J. B -.
Dec. 22d 1883

Noten

salvo behouden

Register

Correspondenten

NaamMartin, Emily Jane; Berry, Emily Jane
Datums° Londen, ca 1844 - ✝ Londen, 07/01/1886
GeslachtVrouwelijk
Beroeprentenier
VerblijfplaatsEngeland
BioEmily Jane Berry werd geboren als Emily Jane Martin. Ze werd ca. 1844 in St. Pancras, Londen geboren als tweede dochter van Thomas Martin (Londen, 1805 – Londen, 1866) en de Belgische Nathalie d’Hondt d’Arcy (Gent, 1807 – Londen, 1887). Thomas Martin en Nathalie d’Hondt d’Arcy huwden op 16 september 1837 in de Old Church, St. Pancras, Londen. Emily’s moeder was de dochter van de Gentse landbouwdeskundige Jakob Emmanuel d’Hondt d’Arcy (Sleidinge, 1772 – Gent, 1818) die verschillende studiereizen naar Engeland ondernam. De vader van Emily Jane was in Londen eigenaar van huizen en kamers die hij verhuurde. Emily had nog een oudere zus Sophia (geboren ca. 1839 in Londen) en twee broers George (geboren ca. 1842 in Londen) en Augustine (Londen, ca. 1849 – Londen, 1879). Met de census van 1851 woonde een Belgische meid Sophia Delrue bij het gezin in. Met de census van 1861 was een Belgische doctor in de rechten op bezoek. Bij de geboorte van Emily woonde het gezin in North Place, St. Pancras, Londen. Later verhuisde het gezin naar Argyll Street, Westminster, Londen. Thomas Martin zette zich in voor het onderwijs van arme katholieke kinderen. Nathalie had relaties met het Couvent de Notre Dame in Jouarre (Frankrijk). Zij gaf inlichtingen aan meisjes die daar naartoe wilden trekken. Emily Jane Martin trouwde op 25 augustus 1875 met Joseph Laurie Berry (Hendon, Londen, ca. 1833 – Barnes, Surrey, 1915) in de Church of the Assumption in Londen. Joseph was de zoon van de Presbyteriaanse priester Henry Lea Berry (1807-1884) en Mary Laurie (1803-1869). Canon Talbot zegende het huwelijk in. Het echtpaar woonde op het adres 158, New Bond Street, Westminster, Londen. Het echtpaar had geen kinderen. Emily en Joseph leefden van hun opbrengsten uit dividenden en hypotheken. Emily was goed bevriend met de familie Vercruysse uit Kortrijk en had belangstelling voor publicaties i.v.m. literatuur, godsdienst en kunst. Ze was een intellectuele vrouw en Gezelle vroeg haar om raad over culturele onderwerpen, boeken, handschriften en ook bruikbare Engelse tijdschriften voor zijn Engelse lessen te Kortrijk. Ook het recht van de vrouwen om te studeren komt ter sprake in haar brieven. Emily Jane Berry overleed op 7 januari 1886 in de woning van haar zus Sophia, Carlton House, Quexroad, North West London. Ook haar moeder zou daar in 1887 overlijden.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.familysearch.org/nl/; Freecen.org.uk; Catholic Directory (1851, 1858); The Tablet (28 augustus 1875; 16 januari 1886) Richmond Herald (31 april 1915)
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamMartin, Emily Jane; Berry, Emily Jane
Datums° Londen, ca 1844 - ✝ Londen, 07/01/1886
GeslachtVrouwelijk
Beroeprentenier
VerblijfplaatsEngeland
BioEmily Jane Berry werd geboren als Emily Jane Martin. Ze werd ca. 1844 in St. Pancras, Londen geboren als tweede dochter van Thomas Martin (Londen, 1805 – Londen, 1866) en de Belgische Nathalie d’Hondt d’Arcy (Gent, 1807 – Londen, 1887). Thomas Martin en Nathalie d’Hondt d’Arcy huwden op 16 september 1837 in de Old Church, St. Pancras, Londen. Emily’s moeder was de dochter van de Gentse landbouwdeskundige Jakob Emmanuel d’Hondt d’Arcy (Sleidinge, 1772 – Gent, 1818) die verschillende studiereizen naar Engeland ondernam. De vader van Emily Jane was in Londen eigenaar van huizen en kamers die hij verhuurde. Emily had nog een oudere zus Sophia (geboren ca. 1839 in Londen) en twee broers George (geboren ca. 1842 in Londen) en Augustine (Londen, ca. 1849 – Londen, 1879). Met de census van 1851 woonde een Belgische meid Sophia Delrue bij het gezin in. Met de census van 1861 was een Belgische doctor in de rechten op bezoek. Bij de geboorte van Emily woonde het gezin in North Place, St. Pancras, Londen. Later verhuisde het gezin naar Argyll Street, Westminster, Londen. Thomas Martin zette zich in voor het onderwijs van arme katholieke kinderen. Nathalie had relaties met het Couvent de Notre Dame in Jouarre (Frankrijk). Zij gaf inlichtingen aan meisjes die daar naartoe wilden trekken. Emily Jane Martin trouwde op 25 augustus 1875 met Joseph Laurie Berry (Hendon, Londen, ca. 1833 – Barnes, Surrey, 1915) in de Church of the Assumption in Londen. Joseph was de zoon van de Presbyteriaanse priester Henry Lea Berry (1807-1884) en Mary Laurie (1803-1869). Canon Talbot zegende het huwelijk in. Het echtpaar woonde op het adres 158, New Bond Street, Westminster, Londen. Het echtpaar had geen kinderen. Emily en Joseph leefden van hun opbrengsten uit dividenden en hypotheken. Emily was goed bevriend met de familie Vercruysse uit Kortrijk en had belangstelling voor publicaties i.v.m. literatuur, godsdienst en kunst. Ze was een intellectuele vrouw en Gezelle vroeg haar om raad over culturele onderwerpen, boeken, handschriften en ook bruikbare Engelse tijdschriften voor zijn Engelse lessen te Kortrijk. Ook het recht van de vrouwen om te studeren komt ter sprake in haar brieven. Emily Jane Berry overleed op 7 januari 1886 in de woning van haar zus Sophia, Carlton House, Quexroad, North West London. Ook haar moeder zou daar in 1887 overlijden.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.familysearch.org/nl/; Freecen.org.uk; Catholic Directory (1851, 1858); The Tablet (28 augustus 1875; 16 januari 1886) Richmond Herald (31 april 1915)

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamLonden

Naam - persoon

NaamMartin, Emily Jane; Berry, Emily Jane
Datums° Londen, ca 1844 - ✝ Londen, 07/01/1886
GeslachtVrouwelijk
Beroeprentenier
VerblijfplaatsEngeland
BioEmily Jane Berry werd geboren als Emily Jane Martin. Ze werd ca. 1844 in St. Pancras, Londen geboren als tweede dochter van Thomas Martin (Londen, 1805 – Londen, 1866) en de Belgische Nathalie d’Hondt d’Arcy (Gent, 1807 – Londen, 1887). Thomas Martin en Nathalie d’Hondt d’Arcy huwden op 16 september 1837 in de Old Church, St. Pancras, Londen. Emily’s moeder was de dochter van de Gentse landbouwdeskundige Jakob Emmanuel d’Hondt d’Arcy (Sleidinge, 1772 – Gent, 1818) die verschillende studiereizen naar Engeland ondernam. De vader van Emily Jane was in Londen eigenaar van huizen en kamers die hij verhuurde. Emily had nog een oudere zus Sophia (geboren ca. 1839 in Londen) en twee broers George (geboren ca. 1842 in Londen) en Augustine (Londen, ca. 1849 – Londen, 1879). Met de census van 1851 woonde een Belgische meid Sophia Delrue bij het gezin in. Met de census van 1861 was een Belgische doctor in de rechten op bezoek. Bij de geboorte van Emily woonde het gezin in North Place, St. Pancras, Londen. Later verhuisde het gezin naar Argyll Street, Westminster, Londen. Thomas Martin zette zich in voor het onderwijs van arme katholieke kinderen. Nathalie had relaties met het Couvent de Notre Dame in Jouarre (Frankrijk). Zij gaf inlichtingen aan meisjes die daar naartoe wilden trekken. Emily Jane Martin trouwde op 25 augustus 1875 met Joseph Laurie Berry (Hendon, Londen, ca. 1833 – Barnes, Surrey, 1915) in de Church of the Assumption in Londen. Joseph was de zoon van de Presbyteriaanse priester Henry Lea Berry (1807-1884) en Mary Laurie (1803-1869). Canon Talbot zegende het huwelijk in. Het echtpaar woonde op het adres 158, New Bond Street, Westminster, Londen. Het echtpaar had geen kinderen. Emily en Joseph leefden van hun opbrengsten uit dividenden en hypotheken. Emily was goed bevriend met de familie Vercruysse uit Kortrijk en had belangstelling voor publicaties i.v.m. literatuur, godsdienst en kunst. Ze was een intellectuele vrouw en Gezelle vroeg haar om raad over culturele onderwerpen, boeken, handschriften en ook bruikbare Engelse tijdschriften voor zijn Engelse lessen te Kortrijk. Ook het recht van de vrouwen om te studeren komt ter sprake in haar brieven. Emily Jane Berry overleed op 7 januari 1886 in de woning van haar zus Sophia, Carlton House, Quexroad, North West London. Ook haar moeder zou daar in 1887 overlijden.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.familysearch.org/nl/; Freecen.org.uk; Catholic Directory (1851, 1858); The Tablet (28 augustus 1875; 16 januari 1886) Richmond Herald (31 april 1915)
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Naam - plaats

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Martin, Emily Jane

Correspondenten

Martin, Emily Jane
Gezelle, Guido

Naam - persoon

Martin, Emily Jane
Gezelle, Guido

Naam - plaats

Kortrijk

Plaats van verzending

Londen

Titel22/12/1883, [Londen], Emily Jane Martin (= Emily Jane Berry) aan Guido Gezelle
EditeurRik Van Gorp; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderMartin, Emily Jane
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum22/12/1883
VerzendingsplaatsLonden
AnnotatiePlaats gereconstrueerd op basis van de poststempel.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.II, p.211
Fysieke bijzonderheden
Drager 88x132
wit
papiersoort: recto met adres; verso verticaal beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden op adreszijde: gedrukte postzegel, afgestempeld
Toevoegingen op recto links in de zijrand: taalkundige notities: salvo behouden (inkt, verticaal, hand G.G.); verso met blauw potlood doorgehaald
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3322, S fiche 1
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|14980
Inhoud
IncipitHere is the music at last with
Tekstsoortbriefkaart
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.