<Resultaat 463 van 2074

>

p1
l'expression de ma reconnaissance et de mon profond respect.
Ve De Blauwe Peel
p2

Noten

Derdeling, derdelingske (het)een haze Onderstreping van Guido Gezelle in blauw potlood. die noch volgroeid noch hazejong en is, een middelsoortig jong hazeken“we gaan van den noene een derdelingsken eten.”gehoord Kortryk 30 oct. 1878z. Zie. Kil. derdelinckook het derde van een tonne bier Onderstreping van Guido Gezelle in blauw potlood. byv. die menschen en hên ‘t nie, ze ’n hebben maar een derdelingske ingedaan Onderstreping van Guido Gezelle in blauw potlood. Zie. Onderstreping van Guido Gezelle in blauw potlood.

Register

Correspondenten

NaamPeel, Eugénie Barbe; De Blauwe-Peel (weduwe)
Datums° Kortrijk, 09/11/1806 - ✝ Kortrijk, 12/10/1887
GeslachtVrouwelijk
BioEugénie Barbe Peel werd geboren in Kortrijk op 9 november 1806 als dochter van Jean François Xavier Peel en Marie Barbe Vandenberghe. Zij huwde op 14 oktober 1837 in Kortrijk met Jean François De Blauwe (Wevelgem, 1797 – Kortrijk, 23/07/1863), zoon van Jacques Léonard De Blauwe en Marie Jeanne Buyse. Jean François De Blauwe was fabrikant en handelaar in kant, gevestigd op de Grote Markt in Kortrijk. Op het bidprentje van Eugenie Peel staat dat ze “membre jubilaire de la Congrégation de l’Immaculée Conception” was. Ze stierf in Kortrijk op 12 oktober 1887.
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamPeel, Eugénie Barbe; De Blauwe-Peel (weduwe)
Datums° Kortrijk, 09/11/1806 - ✝ Kortrijk, 12/10/1887
GeslachtVrouwelijk
BioEugénie Barbe Peel werd geboren in Kortrijk op 9 november 1806 als dochter van Jean François Xavier Peel en Marie Barbe Vandenberghe. Zij huwde op 14 oktober 1837 in Kortrijk met Jean François De Blauwe (Wevelgem, 1797 – Kortrijk, 23/07/1863), zoon van Jacques Léonard De Blauwe en Marie Jeanne Buyse. Jean François De Blauwe was fabrikant en handelaar in kant, gevestigd op de Grote Markt in Kortrijk. Op het bidprentje van Eugenie Peel staat dat ze “membre jubilaire de la Congrégation de l’Immaculée Conception” was. Ze stierf in Kortrijk op 12 oktober 1887.
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamPeel, Eugénie Barbe; De Blauwe-Peel (weduwe)
Datums° Kortrijk, 09/11/1806 - ✝ Kortrijk, 12/10/1887
GeslachtVrouwelijk
BioEugénie Barbe Peel werd geboren in Kortrijk op 9 november 1806 als dochter van Jean François Xavier Peel en Marie Barbe Vandenberghe. Zij huwde op 14 oktober 1837 in Kortrijk met Jean François De Blauwe (Wevelgem, 1797 – Kortrijk, 23/07/1863), zoon van Jacques Léonard De Blauwe en Marie Jeanne Buyse. Jean François De Blauwe was fabrikant en handelaar in kant, gevestigd op de Grote Markt in Kortrijk. Op het bidprentje van Eugenie Peel staat dat ze “membre jubilaire de la Congrégation de l’Immaculée Conception” was. Ze stierf in Kortrijk op 12 oktober 1887.
Relatie tot Gezellecorrespondent

Naam - plaats

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Titel - ander werk

TitelEtymologicum Teutonicae linguae sive dictionarium Teutonico-Latinum
AuteurKiliaan, Cornelis (van Kiel, Cornelis)
Datum1599
PlaatsAntverpiae
Uitgeverex officina Plantiniana, apud Ioannem Moretum

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Peel, Eugénie Barbe

Correspondenten

Peel, Eugénie Barbe
Gezelle, Guido

Naam - persoon

Peel, Eugénie Barbe

Naam - plaats

Kortrijk

Plaats van verzending

Kortrijk

Titel - ander werk

Etymologicum Teutonicae linguae sive dictionarium Teutonico-Latinum

Titel26/10/1878, [Kortrijk], Eugénie Barbe Peel aan [Guido Gezelle]
EditeurKarel Platteau; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderPeel, Eugénie Barbe
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum26/10/1878
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatieAdressaat en plaats gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens; Eugénie Barbe Peel = (Ve.) De Blauwe-Peel.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 105x130
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat fragment: bovenkant van vel ontbreekt
Toevoegingen op zijde 2: taalkundige notities: Derdeling, derdelingske (het) // een haze die noch volgroeid noch hazejong en is, een middelsoortig jong hazeken // "we gaan van den noene een derdelingsken eten." // gehoord Kortryk 30 oct. 1878 // z. Kil. derdelinck // ook het derde van een tonne bier byv. die menschen en hên 't nie, ze 'n hebben maar een derdelingske ingedaan (inkt en blauw potlood, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3322, D fiche 16
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|15149
Inhoud
Incipitl'expression de ma reconnaissance et de mon
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.