Alsemberg, 2 Januari '88.
Eerweerde vriend,
Zalig Nieuwjaar met veel navolgende!
Gij vraagt in Loquela (Vragen bl. 4):
“Die mensch heeft g’rings genoeg om te levene.” Wordt dat nog gehoord, waar en met welken zin?[1]
Zie Schuermans in voce gerant en garant. Te Alsemberg zeggen ze gěrānt (b.v. hij heeft geen gěrānt, d.i. hij komt niet toe, hij heeft geenen rijkdom, geenen eigendom, om op hem verhaal te hebben als hij zijne schulden niet betaalt); Te Werchter zeggen ze gerāng in dezelfde beteekenis.
Totus tuus in Christo[2]
Jn. Bols